Interviews / written press
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times

Geef pedofielen legaal toegang tot levensechte, maar virtuele kinderporno: die oproep deden de seksuologen Erik van Beek en Rik van Lunsen maandag in deze krant. De maatregel zou mensen die worstelen met pedofiele gevoelens een onschadelijke uitlaatklep geven en - daar lijkt het de seksuologen vooral om te doen - misbruik van kinderen kunnen terugdringen.

Of het laatste klopt, daarover kan een filosoof natuurlijk niet veel zeggen. "Maar nog even los van de vraag of je hiermee het misbruik terugdringt, vind ik het een moedig voorstel", zegt wijsgerig antropoloog Jos de Mul (1956) van de Erasmus Universiteit Rotterdam. "Ze doorbreken hiermee namelijk een enorm taboe: pedofilie."

Hoe dan?

"Pedofilie, zo lijken zij te zeggen, is niet als zodanig te verwerpen, maar uitsluitend de schadelijke gevolgen als de pedofiele geaardheid leidt tot misbruik van kinderen. Intrinsieke bezwaren tegen pedofilie spelen in hun betoog geen rol. Seksuele voorkeuren overkomen ons eerder dan dat we ze in vrijheid kiezen. Die kun je iemand moeilijk verwijten. Maar je mag die voorkeuren uitsluitend in de praktijk brengen als dat anderen geen schade toebrengt.

Daar zit het probleem met pedofilie. Wanneer twee volwassenen met wederzijdse instemming SM-fantasieën willen uitleven, of als een pedofiel uitsluitend fantaseert over seks met kinderen, dan kun je dat walgelijk vinden, maar het is geen reden tot ingrijpen. Bij kindermisbruik, verkrachting of andere vormen van seks onder dwang, is die reden er vanzelfsprekend wel. Veel pedofielen worstelen vanwege de schadelijke gevolgen voor de kinderen met hun geaardheid. Als je met virtuele kinderporno kunt voorkomen dat er daadwerkelijk kinderen worden misbruikt door de pedofiel of de producent van kinderporno, dan is dat te verkiezen boven de situatie waarin dat wel gebeurt."

kinderpornoEn door voor virtuele porno voor pedofielen te pleiten, gaan de seksuolgen lijnrecht in tegen de gangbare manier van omgaan met pedofilie?

"Ja. Er is een maatschappelijke ban op pedofilie. Deze collectieve afwijzing gaat veel verder dan louter een veroordeling vanwege de schadelijke gevolgen, een veroordeling dus van schadelijk gedrag.

We vinden pedofielen slecht, ook als ze géén kinderen misbruiken. We tolereren hen dus niet zoals ze - meestal ongewild - zijn, mét hun fantasieën. Pedofielen zijn de melaatsen van onze samenleving geworden."

Geworden? Was dat vroeger niet zo?

"In ieder geval minder. Het is in feite een redelijk recente ontwikkeling. Ik herinner mij discussies in de jaren '70 en '80 waarin de tolerantie voor pedofilie beduidend hoger was dan nu."

Waarom is dat veranderd?

"Deels past het in een bredere trend: de algehele tolerantie voor alles wat afwijkt van de norm, zoals vreemdelingen en geestesziekten, is afgenomen. Door globalisering en economische onzekerheid voelen velen zich bedreigd en trekken zij zich terug in een veilige, vastomlijnde identiteit. Bovendien lijken we anders naar het kind te zijn gaan kijken. Want waar de pedofiel steeds meer wordt verguisd, wordt het kind juist op een voetstuk geplaatst. Het kind wordt opnieuw als een onschuldig, aseksueel wezen gezien. Een paar maanden geleden las ik in de krant dat een moeder aangifte wegens seksueel misbruik had gedaan tegen de ouders van een kind van vijf, omdat dat met hun eigen kind doktertje had gespeeld, waarbij de kinderen elkaars geslachtsorganen hadden bekeken. Die reactie miskent dat kinderen ook seksuele nieuwsgierigheid kennen. Op dit punt lijkt de slinger na de jaren van seksuele bevrijding terug te slaan naar een victoriaanse preutsheid. In de 19de eeuw werden kinderen beschouwd als engelachtige, reine zielen, onbezoedeld door agressieve en seksuele lusten en fantasieën. Die idealisering klopt natuurlijk niet: een kind kan heel wreed zijn.

Wat ook meespeelt, is dat mensen steeds minder kinderen hebben. Dat ene kind moet dan alle hoop van de ouders gaan inlossen en mág niet ongelukkig zijn. Maar als beide ouders werken en hun kind naar de crèche brengen, voelen ze zich daar vaak al of niet heimelijk schuldig over - ze maken hun eigen hoge verwachtingen van het ouderschap niet waar en vinden dat ze hun kinderen onvoldoende tijd en aandacht geven. En dan komt misbruik extra hard aan. Bovendien ondermijnt het ook bij andere ouders het vertrouwen in de kinderopvang. De machteloze woede richt zich dan al snel op de pedofiel."

Wacht even. Als ouders boos zijn op mensen als Robert M. zijn ze dus stiekem ook boos op zichzelf? Dat is een gewaagde stelling.

"Ja, en niet iedereen zal me die in dank afnemen. Maar het is een typisch menselijke reactie. Als onze kinderen iets overkomt, dan zullen we ons zelf verwijten maken ('Had ik maar...'), ook wanneer daar feitelijk geen reden voor is. Ik denk dat de heksenjacht op pedofielen deels begrepen kan worden als een reactie op het gevoel gefaald te hebben in de bescherming van onze kinderen."

Dat vind ik erg ver gaan. Het is gewoon verschrikkelijk als je kind wordt aangerand. Punt.

"Helemaal mee eens. Maar dat is nog geen reden om mensen die zich -vaak ongewild - seksueel tot kinderen voelen aangetrokken zo te stigmatiseren dat ze van stad naar stad worden verjaagd. Bovendien wordt daarmee het werkelijke probleem, het misbruik van kinderen, niet opgelost. Eerder het tegendeel."

Terug naar het voorstel voor virtuele kinderporno. Sommigen vinden deze ontwikkeling gevaarlijk: misschien stimuleer je er pedofiel gedrag mee.

"Je ziet dezelfde discussie bij gewelddadige computerspelen: stellen die ons in staat onze agressieve gevoelens af te reageren of stimuleren ze die veeleer? Voor een filosoof valt daar niet veel over te zeggen, dat moet je empirisch onderzoeken. In het geval van kinderporno is dat overigens heel lastig, want je kunt vanzelfsprekend geen seksueel misbruik van kinderen laten gebeuren om het wetenschappelijk te onderzoeken.

Wat wél een relevante filosofische vraag is in deze kwestie, is wat de implicaties zijn van het materialiseren van fantasieën in virtuele simulaties. Fantasieën spelen een belangrijke rol in ons leven. Volgens Freud is de fantasie niet zozeer een tijdelijke onderbreking van onze alledaagse ervaring, maar veeleer een permanent scherm tussen onze binnenwereld en de buitenwereld. We bekijken de wereld om ons heen en onze medemensen altijd door een scherm van wensen en verwachtingen. Fantasieën zijn veel meer dan onschuldige dagdromen; ze kleuren onze kijk op de wereld en ons zelfverstaan."

En ze filteren niet alleen de buitenwereld, maar kunnen ook een eigen leven leiden, los van de buitenwereld. Gefantaseerde gebeurtenissen kunnen even traumatische ervaringen opleveren als echte gebeurtenissen. Er is, wat emotionele impact betreft, niet veel verschil tussen fantasie en 'echte' werkelijkheid. In een virtuele realiteit kun je ook beledigd en verliefd worden. De gevoelens die je daar 'speelt' zijn niet minder echt als in de realiteit."

Fantasieën kun je dus niet negeren of afdoen als een onbelangrijke bijzaak.

"Inderdaad. Fantasieën, ook seksuele, horen wezenlijk bij iemands persoonlijkheid. Het legitimeren van virtuele kinderporno kan mogelijk niet alleen helpen daadwerkelijk kindermisbruik te voorkomen, maar betekent ook een - voor velen pijnlijke -erkenning van het feit dat er mensen zijn voor wie pedofiele fantasieën een wezenlijk onderdeel van hun identiteit vormen. Dat lijkt mij een goede zaak."

Jagten

In zijn nieuwste film 'Jagten' houdt de Deense regisseur Thomas Vinterberg zijn kijkers een spiegel voor over onze omgang met pedofilie. Lucas, een meester op een kleuterschool, wordt door een van de kinderen ten onrechte beschuldigd van ongeoorloofd seksueel gedrag. Op staande voet ontslagen wordt hij door het hele dorp uitgekotst: zijn ruiten sneuvelen door stenen, zijn hond wordt vermoord, hardhandig wordt hij uit een buurtsuper verwijderd. Niemand die het oordeel van het meisje in twijfel trekt, zelfs als zij zélf zegt dat ze gelogen heeft.

De film draait de rollen dus om: niet het kind is de held, maar de man die van pedofilie wordt beschuldigd. Vinterberg toont de banvloek die rust op de pedofiel. De film loopt goed af, de hoofdpersoon wordt weer opgenomen in de dorpsgemeenschap. Maar helemaal één met de rest zal hij nooit meer zijn. In een briljante slotscène gaat Lucas met zijn oude vrienden op jacht. Als hij aanlegt op een hert, klinkt achter hem ook een schot. De kogel scheert rakelings langs Lucas heen. Schoot de andere dorpeling op het hert of op hem? Eén ding is duidelijk: echt veilig zal Lucas zich nooit meer voelen. Eens melaats, altijd melaats.

News

This website is currently under (re)construction

Books by Jos de Mul

Search this website

Contact information