Interviews / written press
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times
Smout, Bart. Nederland Regelland. Interview met Paul Frissen, Marius Meeuws, Jos de Mul en Arie Trouwhorst. Univers,10 maart 2016, 18-21.

Aan regels en protocollen geen gebrek in Nederland. Des te groter is de schok wanneer er iets gebeurt wat niet de bedoeling is, of het nu gaat om een treinongeluk of om een aangespoelde walvis. Verstikken we ons met regels in een mislukte poging de chaos te beteugelen? “We koesteren graag de illusie dat we het noodlot de baas zijn.”

Wie vandaag de dag een evenement in Haaksbergen wil organiseren, krijgt het zwaar. September 2014 reed daar een monstertruck in op het publiek. Gevolg: drie doden en bijna dertig gewonden. Sindsdien is het lastig om een vergunning te krijgen voor het organiseren van een evenement in deze regio. Extra veiligheidsmaatregelen, een strenger toezicht, meer regels: haastig zijn er tal van maatregelen genomen. “Begrijpelijk,” meent Paul Frissen, “maar Haaksbergen is ook een mooi voorbeeld van Nederlandse regelzucht.” Frissen is hoogleraar Bestuurskunde aan Tilburg University en auteur van verschillende boeken. Eén daarvan is De Fatale Staat, een pleidooi voor een terughoudende overheid die accepteert dat je leed en risico niet altijd met regels kan uitbannen. Frissen: “Zodra er een ongeval plaatsvindt, draait de regelmachine overuren. Als die nieuwe regels er eenmaal zijn, haalt iedereen opgelucht adem. Het geloof in de bureaucratie is groot. We denken dat er niets meer fout kan gaan als de maatregelen zwart op wit zijn vastgelegd.” Een extreem voorbeeld: het potvisprotocol. 

Sinds bultrug Johannes in 2013 strandde op een zandplaat in de buurt van Texel en overleed, is Nederland een ambtelijk werkstuk rijker waarin uitvoerig staat beschreven hoe er gehandeld moet worden bij een aangespoelde potvis. “Absurd,” oordeelt Frissen.

Dat Nederland een regelland is, mag geen geheim zijn. Lees een willekeurig onderzoek over bureaucratie en de conclusie is altijd hetzelfde: Nederland telt veel regels en het aantal neemt alleen maar toe. De Tilburgse econoom Arjen van Witteloostuijn becijferde in 2012 samen met zijn Groningse collega Gjalt de Jong dat sinds de Tweede Wereldoorlog het aantal regels in alleen al het hoger onderwijs met 800 procent is toegenomen. “Nederland is regelziek,” meent De Jong. “De wereld is nu eenmaal onvoorspelbaar en ingewikkeld,” zegt Frissen. “Die regels en protocollen zijn tevergeefs.” Maar ze zijn ook potentieel gevaarlijk. Want meer regels leiden tot een machtige en normatieve overheid, die steeds vaker over de drempel van de burger meekijkt. ‘Regelzucht creëert een totalitaire overheid’

De wolf

Frissen: “Regelzucht creëert een totalitaire overheid die zijn burgers voortdurend controleert.” Een andere uitkomst van de regelzucht is het preventiedenken. Rik Peeters promoveerde aan Tilburg University met The Prevention Gaze, waarin de politiek filosoof de ‘preventiestaat’ onder de loep neemt. Om bijvoorbeeld terrorisme te vermijden maakt de staat steeds meer regels die het mogelijk maken om vooraf in te grijpen. Peeters: ‘De overheid denkt: voorkomen is beter dan genezen. Maar het voorkomen van rampen gaat hand in hand samen met een afname van de privacy van de burger. Het staatvrije domein wordt steeds kleiner.”

Risico's uitbannen

Niet alleen de overheid wil risico zoveel mogelijk uitbannen, de burger wil hetzelfde. “De moderne mens accepteert het noodlot niet langer,” meent Jos de Mul. Van  de Rotterdamse filosoof verscheen onlangs de vijfde druk van De domesticatie van het noodlot, waarin De Mul de verschillende manieren onderzoekt waarop mensen omgaan met het noodlot. “Er kunnen je in het leven dingen overkomen die je niet kan controleren,” vertelt De Mul. “Mensen vinden dat een enge gedachte. Daarom ontwikkelen ze strategieën om met het noodlot om te gaan.” De oude Grieken geloofden dat het noodlot onvermijdelijk is en probeerden het heroïsch te affirmeren. Later wordt de Grieks houding vervangen door de Christelijke. Ook volgens de Christelijke houding is het noodlot niet tegen te houden. Wel is het onderdeel van een groter plan van God, wat troost geeft. Zowel de Griekse als de Christelijke houding accepteert het noodlot. Dat verandert vanaf de zeventiende eeuw, wanneer de moderne houding opkomt. De Mul: “Vanaf dan ontstaat het idee dat we het noodlot kunnen bestrijden. Dat we het de baas kunnen zijn. De snelle ontwikkeling van de technologie speelt daar een grote rol in.” Het idee dat je het noodlot kunt bestrijden, uit zich ook in een wildgroei aan regels, erkent De Mul: “Paul Frissen knoopt hier aan bij mijn interpretatie van ons verlangen het noodlot te domesticeren en trekt dat in de bestuurskundige sfeer. Ik focus me daarentegen op technologie. Maar of het nu om regels of technologie gaat, in 

beide gevallen verwachten we dat ze ons zullen redden en beschermen.” Een valse verwachting, vindt ook De Mul. “Het leven is chaotisch, daar verandert de techniek niks aan.” De filosoof wijst erop dat techniek juist een belangrijke importeur van tragedies is. “Kernenergie heeft veel voorspoed gebracht, maar ook kernrampen zoals Fukushima. Malariabestrijding in de derde wereld heeft gezorgd voor meer overlevenden, maar daardoor ook voor meer hongersnood.”

Marius Meeus is voorzitter van het departement organisatiewetenschappen aan Tilburg University. Als organisatiewetenschapper volgt hij bureaucratisering in organisaties, met een speciale interesse voor de effecten van het afschaffen van regels. “Elk incident in Nederland vormt een aanleiding voor ten minste één politicus om nieuwe regels voor te stellen,” constateert Meeus. “Waarvoor is er eigenlijk géén wet- of regelgeving in dit land? De regelarchitectuur is erg complex geworden, een soort jungle die veel belangenconflicten tot gevolg heeft.” Toch vindt Meeus dat regels meer onze vriend zijn dan we zelf in de gaten hebben. “Vanuit een neoliberaal gedachtegoed wordt te vaak geroeen de regelneven ‘Het leven is chaotisch, daar verandert de techniek niets aan’ pen: regels zijn beperkend! Minder regels zijn beter! Maar dat betwijfel ik.” Ten eerste: regels zijn goed voor de welvaart. “Regels zijn business. Dat wordt vaak vergeten. Stel: je bouwt een machine, en die machine moet aan allerlei veiligheidsmaatregelen voldoen. Daar kun je je over opwinden, maar die regels zorgen wel voor meer werkuren. Het uitvoeren van die regels betekent gewoon extra werk. In deze zin zijn regels voor de industrie juist goed.” Ten tweede: eigenlijk is er bar weinig bekend over de beknottende werking van regels. “Of regels innovatie en vooruitgang bemoeilijken, daarover valt eigenlijk geen zinnig woord te zeggen. Verschillende studies tonen verschillende uitkomsten. We weten het gewoon niet.” Maar het belangrijkste is misschien wel dat regels juist onze vrijheid garanderen, meent Meeus. “Het idee dat regels de chaos uitbannen, is inderdaad illusiepolitiek. Maar regels zorgen er wel voor dat onze persoonlijke vrijheid zo groot mogelijk is.” Als voorbeeld neemt hij de Noord-Hollandse gemeente Hollandse Kroon, die driekwart van de regels uit de algemene plaatselijke verordening (APV) wilde schrappen. Het voorstel om ook het beboeten van achtergelaten hondenpoep te staken, stuitte op weerstand. Meeus: “Logisch. Als minder regels ertoe leiden dat je dagelijks in de hondenpoep staat, levert dat beletsels op voor diegenen die graag op grasveldjes een balletje trappen. Op die manier is de een zijn vrijheid de ander zijn beperking en heb je niet het gevoel dat je meer persoonlijke vrijheid hebt.” En daar zit ‘m de crux volgens Meeus: “Vrijheid bestaat bij het respecteren van andermans vrijheid. En om dat te garanderen, moet je afspraken maken. Vrijheid heeft regels nodig.” 

De wolf en de regelneven

Tot vorig jaar was het meer dan honderd jaar geleden dat er nog een wolf in het wild in nederland gespot werd, maar vergeten is hij nooit. de sprookjes uit je jeugd, het lugubere lied De dodenrit van drs. p en meer recent een film als The Grey, laten er geen twijfel over bestaan: dit is een dier met een niet al te beste reputatie. “met de komst van een wolf ligt de chaos op de loer. het had zomaar kunnen leiden tot commotie en oplopende emotie”, vertelt Trouwborst. “maar in nederland hebben we niet gewacht tot het zover is. het concept-wolvenplan lag er al, samen met een collega heb ik daar het juridisch rapport voor geschreven.” Terwijl vorig jaar oude en nieuwe media wolf, wolf, wolf roepend een beeld schiepen van schijnbare chaos, waren de professionals calm, cool and collected, aldus Trouwborst. hoe klein en volgebouwd we ook denken dat we zijn, volgens de roofdierjurist is er in nederland plaats genoeg voor roedels wolven. “ze passen zich perfect aan. ze steken snelwegen over en wonen gewoon op het platteland. en er is voldoende prooi. er zijn genoeg
reeën, herten en zwijnen op de veluwe en ook bij de Oostvaardersplassen zouden wolven helemaal geen kwaad kunnen.” “de geruchten dat de wolf terug zou komen naar nederland waren destijds de reden dat ik met ‘recht en roofdier’ ben begonnen. ik dacht: hé, dat zou toch al te raar zijn en welke status heeft-ie dan?” publicaties daarover hebben er uiteindelijk toe geleid dat Trouwborst een vidi-subsidie kreeg voor onderzoek naar bescherming en beheer van grote roofdieren. “met natuurbescherming gaat het in het algemeen niet zo goed, daar kun je echt depressief van worden. maar grote roofdieren in europa dat is een succesverhaal. het is leuk om je daarmee bezig te houden.” waar wolven begin deze eeuw hun opmars in het oosten van duitsland begonnen, lopen daar al meer dan dertig roedels door het hele land. zo ook in denemarken. Trouwborst reist heel europa door om te praten over de bescherming van wolven, beren, lynxen en ook de goudjakhals. vorige week werd van die laatste de eerste (waarschijnlijk ooit) in nederland waargenomen.
Toevallig is dat niet. de jakhals is bezig aan een ongekende opmars in europa. Trouwborst: “ik ben al eens gebeld door franse ambtenaren over de juridische status van de jakhals. afschieten omdat-ie hier niet thuishoort of juist verwelkomen? de juridische conclusie is dat hij welkom is, ook al is het de eerste ooit. als de verspreiding een gevolg is van de natuurlijke ontwikkeling is het geen exoot volgens de europese habitatrichtlijn.” maar alle richtlijnen, regels en afspraken ten spijt, in het roofdierenrecht ligt de chaos altijd op de loer. “dat is het uitdagende aspect. grote roofdieren kunnen emoties oproepen bij mensen en leiden tot een vinnig debat. in zweden zie je bijvoorbeeld een ontzettende clash tussen mensen die zeggen dat er maximaal 200 wolven mogen zijn en anderen die ze juist met rust willen laten. de regering is de ene keer pro-wolf en dan weer anti. dat gaat op en neer. juist dan zijn de internationale regels cruciaal, die te zorgen ervoor dat in magere jaren de populatie niet wordt uitgeroeid.”

News

This website is currently under (re)construction

Books by Jos de Mul

Search this website

Contact information