2017-08-26 (De Morgen) Bent u dat gescheld op sociale media ook zo beu?
Lode Delputte. Bent u dat gescheld op sociale media ook zo beu? Waarom we het stilaan gehad hebben met Twitter- en Facebooktirades (interview met Jeroen Van Laer en Jos de Mul). De Morgen, zaterdag 26 augustus, 2017.
Ik schreeuw, dus ik ben
De sociale media staan witheet van nijd. Tussen links en rechts woedt ook in Vlaanderen een verbale oorlog. Gezond voor het democratische debat is die toestand niet, en dat hebben veel burgers stilaan door. 'Er ontstaat een nieuwe behoefte aan respect.'
Door Lode Delputte
Het was de voorbije weken weer woelig op Twitter en andere sociale media. Heel wat reacties die de Gentse wetenschapsfilosoof Maarten Boudry ontving na zijn omstreden uitspraak dat jihadisten gevaarlijker zijn dan nazi's, waren te gortig om als weerwerk dienst te doen, ook al kwamen ze in sommige gevallen van collega-intellectuelen.
Nog op Twitter vergeleek een hoogopgeleide medewerker van Pallieterke - krijsende koren in zijn kielzog - CD&V-jongerenvoorzitter Sammy Mahdi met een van de verdachten van de aanslagen in Barcelona en Cambrils.
Toen David Van Reybrouck stelde dat Nederland zijn koloniale verleden onder ogen moest komen, waren velen ook daar de boosheid voorbij. Een op Facebook verspreide Open Letter To Europe die Stefan Hertmans op het poëzieplatform Versopolis publiceerde als onderdeel van een reeks essays over populisme, leverde de auteur dan weer een sliert aan rechts-nationalistische insulten op, veelal afkomstig uit Oost-Europa.
Een verdere bloemlezing zullen we de lezer besparen, maar dat er nieuwe heftigheid in het dispuut geslopen is zullen weinigen tegenspreken. De breekpunten zijn talloos. Zeker onderwerpen als islam en migratie, de economische crisis en de ethisch evoluerende samenleving roepen replieken op die niet stroken met wat we zo graag de debatcultuur noemen.
Wie immers debat zegt, zegt welgemanierd meningsverschil. In de realiteit ontaardt het spreken vandaag echter vaak genoeg in multimediaal kafferen. Gegadigden die er zelf niet aan deelnemen, likkebaarden stiekem mee op sites als geenstijl.nl.
Er is dus wel wat aan de hand. Een vaak terugkerende verklaring luidt dat onze samenleving de zaken na jarenlang eenheidsdenken weer scherper wil stellen. De consensus op grond waarvan bijvoorbeeld de naoorlogse verzorgingsstaat tot stand kwam, of de Europese eenmaking, moet wijken voor verse polarisering: links tegen rechts, open tegen gesloten enzovoort. Tussen beide kampen woedt een cultuurstrijd die volgens sommigen sinds Weimar niet meer gezien is.
Professor Jos de Mul (Erasmus Universiteit Rotterdam), auteur van het boek Paniek in de polder. Polytiek in tijden van populisme, nuanceert echter door te verwijzen naar de jaren zeventig.
“Toen was het debat ook heel scherp, hoor. Op (het bekende VPRO-zondagavondprogramma, ld) Zomergasten zat deze week bijvoorbeeld primatoloog Frans de Waal. De Waal refereerde aan het onderzoek dat Wouter Buikhuisen destijds voerde naar de biologische oorsprong van criminaliteit. Wel, dat kwam hem op zware scheldpartijen te staan waarin hij voor fascist werd uitgemaakt, met Mengele werd vergeleken en aan de schandpaal werd genageld. Ook toen, kort na de jaren zestig, was de breuklijn heel links-rechts.”
Toch ziet De Mul een belangrijk onderscheid met nu. “Het debat werd rationeler gevoerd. De marxistische ideologie woog zwaar door, maar de argumentatie was wel onderbouwd. Vandaag zie je daarentegen veel fact-free reasoning, zonder zorgvuldige bewijsgronden, zonder selectie en controle van wat er zoal gezegd wordt.”
Er heerst een wildgroei aan commentaren en opinies, stellen critici. Steeds meer mensen luchten hun mening terwijl steeds minder professionals de journalistieke basisinformatie nog produceren. Steeds minder mensen slagen erin hun eigen onwetendheid te erkennen, klaagde 40 jaar geleden ook de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper al aan, terwijl onwetendheid en zelfonderzoek net de grondslag van de intellectuele eerlijkheid zijn.
Het probleem in politiek opvliegende tijden als deze is dat feitelijke precisie er niet langer toe doet. En dat in naam van het pluralisme ('alle meningen zijn aan elkaar gewaagd') een relativering is ontstaan die snel in wetteloosheid kan ontaarden - zie het fake nieuws, de post-waarheid en het tijdperk-Trump.
2017-07-09 (Enschede) Homo ludens 2.0
Jos de Mul. Homo ludens 2.0. Lezing ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling Ik speel dus ik ben. Kinetische kunst. Rijksmuseum Twente. 9 julie 2017.
9 juli t/m 22 oktober 2017 - Ik speel, dus ik ben. Kinetische installaties van Eibert Draisma, Zoro Feigl, Martens & Visser, David Scheidler, Bert Schoeren, Peter Zegveld en Christiaan Zwanikken.
Spookje
Aan de muur hangt een slap, wit doekje. Maar met één druk op een rode knop begint het doekje te dansen op een opstekende wind. Voor onze ogen verandert het doekje in een spookje. Heel even worden we bevangen door een magische manier van denken, een vermogen dat we op onze weg naar de volwassenheid zijn kwijtgeraakt. Het mag een kinderlijk vermogen zijn, maar het herbergt een grote, creatieve kracht die niet wordt beperkt door de grenzen van de ratio.

Kunstenaar Peter Zegveld, de maker van Spookje, speelt een spel met ons vermogen tot verbeelden. Maar niet alleen het kunstwerk zelf is een spel, het proces van maken is dat evenzeer. Zijn werken ontstaan door te experimenteren, ontleden, mislukken en weer doorgaan. Deze mentaliteit, waarbij een speelse experimenteerdrift de bron is van het kunstwerk, vormt het uitgangspunt van de tentoonstelling Ik speel, dus ik ben. Alle zeven deelnemende kunstenaars werken op een speelse en onderzoekende manier. Vrijheid is daarbij een voorwaarde. Niet een van te voren bepaald idee is leidend, maar de mogelijkheden die zich in het proces voordoen. Het draait niet om het zoeken, maar om het vinden: het vinden van nieuwe beelden en nieuwe ervaringen. Maar ook het vinden van onverwachte schoonheid in het alledaagse.
Homo ludens
Het spel als bron van ontwikkeling werd eind 18de eeuw al onderkend door de Duitse dichter en filosoof Friedrich Schiller. Hij schreef: ‘de mens is alleen helemaal mens wanneer hij speelt.’ Voor Schiller was het aangewezen speelterrein de esthetische wereld, de wereld van de kunst. Via rituelen, taboes en symboliseringen creëert de mens een symbolisch universum dat verlichting biedt, aldus Schiller. Het spel van de kunst – het uitdrukking geven aan de verbeelding – maakt de mens tot mens.
Ook voor de Nederlandse historicus Johan Huizinga is de mens een homo ludens, ofwel een spelende mens. Hij zag het spel nog explicieter als bron voor ontwikkeling. Alles wat wij cultuur noemen komt volgens Huizinga voort uit spel. Maar het spel moet dan wel een vrije handeling zijn, waar geen direct nut of materieel belang aan verbonden is, zo lezen we in zijn beroemde boek Homo Ludens. Huizinga schreef dit werk in 1938, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Het kan worden beschouwd als een pleidooi voor de vrijheid, want alleen in vrijheid kan het spel zich ontplooien en cultuur zich ontwikkelen.

Deelnemende kunstenaars
De deelnemende kunstenaars delen niet alleen een mentaliteit. Ze hebben ook gemeen dat hun experimenteerdrift resulteert in bewegende en vaak ook interactieve installaties en beelden. In de tentoonstelling zijn werken te zien van Eibert Draisma, Zoro Feigl, Martens & Visser, David Scheidler, Bert Schoeren, Peter Zegveld en Christiaan Zwanikken.
2017-03-22 (Amsterdam) Visies op digitaal vertellen
Jos de Mul. Visies op digitaal vertellen. Slotbeschouwing op het symposium Visies op digitaal vertellen. Nederlands letterenfonds/Dutch Foudation for Literature & Stichting Lezen. Amsterdam, 22 maart 2017.
2016-04-15 (Amsterdam) Turingeluurs. Kunstmatige intelligenties in de films Her, Ex machina en Uncanny
Jos de Mul. Turingeluurs. Kunstmatige intelligenties in de films Her, Ex machina en Uncanny. Lezing tijdens de Nacht van de Filosofie Amsterdam. Pakhuis De Zwijger, Studio: 19:30-20:15.
Wat zeggen films als Her en Ex Machina over onze relatie met computers? Wat is het verschil tussen mens en robot en hoe verhouden we ‘ons’ tot ‘hen’? Jos de Mul bespreekt vragen die de beroemde Turingtest – welke van twee tegenspelers is een computer? – oproept. Hij gebruikt daarbij een aantal opvallende voorbeelden uit hedendaagse films.
Jos de Mul is hoogleraar Wijsgerige Antropologie aan de Erasmus Universiteit. In zijn boek Kunstmatig van nature bespreekt hij de betekenis van recente ontwikkelingen in de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie voor ons zelfbegrip en dagelijks leven.
2016-04-14 (Den Haag) Turingeluurs. Kunstmatige intelligenties in de films Her, Ex machina en Uncanny
Jos de Mul. Turingeluurs. Kunstmatige intelligenties in de films Her, Ex machina en Uncanny. Lezing tijdens de Nacht van de Filosofie in Den Haag. Electriciteitsfabriek, 14 april 2016, 22:00-23:15.
Aan de hand van drie films [Her, Ex Machina en Uncanny] zal Jos de Mul ingaan op de vraag of de grensvervaging tussen mensen en intelligente robots werkelijk aanstaande is.
2016-09-30 (Den Bosch) Ontzaglijke kunst. Over het natuurlijke en technologisch sublieme
Jos de Mul. Ontzaglijke kunst. Over het natuurlijke en technologisch sublieme. Studium Generale Art, Nature & Technology. AKV|St.Joost in Den Bosch, 30 september 2016.
English summary.
Every once in a while we experience something extraordinary. Such ‘awesome’ experiences might happen in our research, when we unexpectedly discover something really amazing, or when we come across a magnificent landscape, hear a piece of music that really moves us, or when we fall deeply in love. Traditionally these kinds of extraordinary experiences are called “sublime”. In the following I will present some reflections on one particular kind of sublimity: the technological sublime.
I will develop my argument in three parts. First I will point out the meaning and history of the concept of the sublime. Next, I will argue that in de twentieth century, the sublime has transformed from a natural to a technological category. In the third and last part I will defend the thesis that in the age of biotechnologies the technological sublime becomes a natural category again, which leaves us with some uncanny questions.
2017-01-18 (Den Haag) Diner pensant over de toekomst van Europa
Jos de Mul. Diner pensant over de toekomst van Europa. De Haag: Ministerie van Buitenlandse zaken, 18 januari 2017.
In de huidige verkiezingstijd wordt het debat over Europa gekenmerkt door slimme one-liners, identiteitspolitiek en veel maatschappelijk onbehagen. Het is een tijd die vraagt om een goed gesprek, een inhoudelijke dialoog, waarin nieuwe verbindingen en productieve confrontaties kunnen optreden tussen scherpe denkers.
Dat zijn de ingrediënten voor het Diner Pensant, een discussieavond waar invloedrijke vertegenwoordigers uit verschillende sectoren met elkaar in gesprek gaan over de positie van Nederland in de Europese Unie (EU). Tijdens het besloten diner denken 30 genodigden samen na over de belangrijkste actuele vragen over de toekomst van de EU. Het thema van de bijeenkomst op 18 januari 2017 is ´het verhaal van Europa´.
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017 dient de mogelijkheid van een heroriëntatie op de EU zich aan. Welke Europese toekomst ziet Nederland voor zich? Welke rol wil Nederland hierin spelen? En welk verhaal of welke verhalen zijn nodig om draagvlak te creëren voor de Nederlandse Europapolitiek, hoe meervoudig ook ingevuld? Met deze vragen gaan we aan de slag. Alle genodigden zijn net als u op hun eigen bijzondere wijze beïnvloeders van het maatschappelijke klimaat. Wij zijn trots op het exclusieve gezelschap van gasten dat met deze avond bijdraagt aan het debat over Nederland in Europa.
Politicoloog Paul Frissen leidt de avond en introduceert het thema. Wij zijn zeer verheugd u drie sprekers te mogen aankondigen die elk een intellectuele gang verzorgen: René Cuperus (columnist en wetenschappelijk medewerker bij de Wiardi Beckman Stichting), Caroline de Gruyter (Europa correspondent voor het NRC Handelsblad) en Pieter de Gooijer (Permanent Vertegenwoordiger bij de EU). Deze bijzondere sprekers nemen u mee in de fundamentele vragen over de positie van Nederland in de EU. Aansluitend aan de plenaire discussie wordt het gesprek aan drie tafels verrijkt door uw bijdrage en die van de andere genodigden aan uw tafel. Een ervaren moderator leidt het gesprek. De uitkomsten van de avond worden door het ministerie meegenomen in de nadere bepaling van een Nederlandse Europapolitiek.
2017-04-26 (Assen) Kunst en politiek in tijden van populisme
Jos de Mul. Paniek in de Polder. Kunst en politiek in tijden van populisme. Assen: SMAHK - Stedelijk Museum Assen, 26 april 2017, 16:30 uur.
Er waart een spook door Europa en omstreken – het spook van het populisme. Het multiculturalisme is failliet verklaard, de rechtsstaat en parlementaire democratie staan onder druk, de wereld van de kunst wordt ontmanteld, en de Europese Unie kraakt in haar voegen. Donald Trump heeft de VS in de populistische vaart der volkeren opgestuwd en Marine Le Pen, Viktor Orbán, Bart De Wever en onze eigen Geert Wilders ruiken de macht. Er heerst paniek in de Polder.
Wat te doen met populistische leiders als Wilders, Trump, Orbán en Erdoğan, die de democratie slechts lijken te gebruiken als een middel om een minder democratische of zelfs totalitaire staat te vestigen? In zulke gevallen kan de tragische situatie zich voordoen dat – een deel van - de bevolking of de internationale gemeenschap een pluralistische democratie alleen kan veiligstellen met ondemocratische machtsmiddelen. Dergelijke dilemma’s vormen een reden te meer om het populisme niet als een ‘heilzame ziekte’ te laten uitwoeden en andere partijen te laten infecteren.
Welke rol is hierbij weggelegd voor de kunsten? Is het ‘culturele ondernemerschap’ de enige optie voor de kunstenaar in tijden van populisme? Of is het veeleer de hoogste tijd voor een krachtige herpolitisering van de kunst? En garde, artistieke avant-garde!
Onlangs verscheen van Jos de Mul een uitgebreide en geactualiseerde editie van zijn boek Paniek in de Polder. Polytiek in tijden van populisme. Rotterdam: Lemniscaat, 2017.
2017-02-06 (Amsterdam) Voorbij autonomie
Jos de Mul. Deelname discussieavond Voorbij autonomie. Amsterdam: KNAW/Academie van de kunsten, 4 februari 2017.
Welke invloed heeft de huidige samenleving op de autonomie in de kunst. Behoort autonomie definitief tot het verleden, of blijft zij van belang? En, zo ja, hoe ziet autonomie er tegenwoordig uit en waaraan ontleent zij haar relevantie?
Samen met Sander van Maas, onderzoeker muziekwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, onderzoekt Micha Hamel deze vragen om inzicht te krijgen in praktijken en concepten van autonomie in de context van de huidige, op heteronome waarden‐ en betekenisproductie gerichte samenleving. Zij willen weten welke status het begrip 'autonomie' in de kunst (nog) heeft, en of het van waarde kan blijven voor het denken over, en het uitleggen van kunst, alsmede voor beleidsontwikkeling in de cultuursector.
Het onderzoek beoogt het debat over de positie van de kunsten in de samenleving te verrijken met nieuwe concepten en modellen die het mogelijk maken om recht te blijven doen aan de complexiteit van de kunst als post-autonoom proces van betekenis- en waardeproductie.