2014-04-03 (Groningse Nacht van de Filosofie) Kunstmatig van nature. Kritisch gesprek met Hans Harbers
Jos de Mul, Kunstmatig van nature. Kritisch gesprek met Hans Harbers. Groningen: Nacht van de filosofie, 3 april 2014.
Op donderdag 3 april vindt in het Groninger Forum (locatie Hereplein) voor de derde keer de Groningse Nacht van de Filosofie plaats. De organisatie stelde weer een overvol en gevarieerd meerkeuze-programma samen met zowel landelijk bekende wijsgeren als welsprekende vakfilosofen. In de grote zaal geven onder meer Désanne van Brederode, Joke Hermsen en Jos de Mul acte de présence. Er zijn voordrachten over het landelijke thema (techniekfilosofie), waarover bijvoorbeeld Peter Kroes en Maarten Meester spreken. In een reeks voordrachten ‘Mijn lievelingsdenker en ik’ lichten wijsgeren als Maarten Doorman en Henk Procee toe waarom juist Schopenhauer of Kant hun favoriete wijsgeer is. In een belendende zaal geven sprekers het publiek een kijkje in de gereedschapskist van de filosofie met voordrachten over gedachtenexperimenten en filosofische puzzels.
Later op de avond filosofeert Catarina Dutilh Novaes hardop over het vrouwelijk orgasme, brengt Ronald Hünneman stand-up philosophy, stelt Frans Jacobs vragen over langdurige liefde en probeert Menno de Bree zijn publiek over het eigen seksleven te laten nadenken. Intieme filosofische ontmoetingen zijn mogelijk in de woonwagen op de stoep en voor het eerst is er een sofomaat: een volautomatische denker die filosofische vragen van het publiek beantwoordt. Meindert Talma brengt tot slot wijsgerige muziek.
De Groningse Nacht van de Filosofie wordt georganiseerd door het Groninger Forum, de faculteit Wijsbegeerte (RUG) enStudium Generale Groningen.
Kunstmatig van nature. Kritisch gesprek met Hans Harbers: Grote zaal, 20.00-20.45 uur.
Ook zijn er uitgebreidere beschrijvingen van alle onderdelen.
2014-04-04 (Rotterdam) Opening Maand van de Filosofie
Jos de Mul, Presentatie Kunstmatig van nature tijdens de Opening Maand van de Filosofie. Rotterdam: Arminius, 4 april 2014.
Voormalig Denker des Vaderlands Hans Achterhuis zal de Maand van de Filosofie 2014 officieel inluiden. Vervolgens wordt het eerste exemplaar van het essay van de Maand ten doop gehouden: Kunstmatig van nature: Onderweg naar Homo sapiens 3.0. In dit essay bespreekt prof. Jos de Mul recente ontwikkelingen in de neurowetenschappen, genetica en robotica
Als een ‘speculatief antropoloog’ schetst De Mul onze toekomst. We leven straks mogelijk in een wereld vol androïde robots, waarin onze hersenen continu gekoppeld zijn aan computers en het ‘bouwplan’ van het leven, ons DNA, aan de hand van de nieuwste wetenschappelijke inzichten is herontworpen. De Homo sapiens 3.0 wordt gemaakt in onze laboratoria en universiteiten. Maar eh, willen we dat eigenlijk wel en wie stuurt dit veranderingsproces eigenlijk aan? Jos de Mul gaat over deze vragen in gesprek met Jan Staman, directeur van het Rathenau Instituut. Presentatie en gespreksleiding: Leo van de Wetering en Erno Eskens. Met muziek van Ronald van Hoorn en Edwin Kandau.
vrijdag 4 april 2014, 16.00 – 17.30,
entree € 5 | Studenten en Rotterdampas € 2,50
De Opening Maand van de Filosofie wordt georganiseerd door Stichting Maand van de Filosofie i.s.m. Arminius
Comprendere la natura. Dilthey, Plessner e la bioermeneutica
Jos de Mul, Comprendere la natura. Dilthey, Plessner e la bioermeneutica. Lo Sguardo - rivista di filosofia. Vol. 14, no.1 (2014), 117-134.
Abstract: In recent years, authors like Chebanov, Markŏs, and Ginev have attempted to implement hermeneutic categories in the domain of biology. Against this background, the author takes Dilthey’s scattered remarks on the notion of the organic and Plessner’s biophilosophy as his starting point for the development of a biohermeneutical theory of biological purposiveness, which aims at bridging the gulf between the natural and the human sciences. Whereas the natural and human sciences are closely connected with a third-person and a first-person perspective respectively, the author argues that the second-person perspective plays a crucial role in the life sciences. In opposition to the natural sciences, in which causality is the key notion, and the human sciences, which rest on the notion of meaning, the author argues that the central concepts that characterize the second-person perspective of the life sciences are functionality and intentionality.
Nella Lebensphilosophie di Dilthey, l’antropologia e la storia sono strettamente connesse. Come lo stesso Dilthey afferma in una sentenza spesso citata, «Was der Mensch sei, sagt ihm nur seine Geschichte»[2]. Tuttavia, per Dilthey storia significa solamente storia culturale. Per sviluppare una comprensione adeguata della condizione storica dell’uomo, dovremmo prendere in considerazione però anche la storia naturale. Dopo tutto, in quanto unità psico-fisica, l’Homo sapiens sapiens è il prodotto storico di un’iterazione complessa tra sviluppi sia naturali che culturali. Inoltre, all’epoca delle scienze della vita, la storia naturale e quella culturale sembrano sempre di più sconfinare l’una nell’altra. Le biotecnologie quali l’ingegneria genetica, l’ingegneria metabolica e il trapianto di genoma trasformano gli organismi in artefatti culturali e nel tentativo di creare la vita artificiale (probabilmente il Santo Graal della biologia di sintesi), gli artifatti culturali manifestano via via maggiori qualità prima riservate alla vita organica.
In quanto segue argomenterò la tesi secondo cui l’ermeneutica di Dilthey, specialmente la sua analisi della triade Erleben, Ausdruck e Verstehen, offre ancora un proficuo punto di partenza per lo sviluppo di una bioermeneutica che non ha a che fare solamente con la comprensione umana e con l’interpretazione degli esseri, delle (inter)azioni e degli artifatti umani, ma che include anche la comprensione e l’interpretazione di e da parte di agenti non-umani. Il fatto che Dilthey nei suoi ultimi scritti ermeneutici distingua in maniera piuttosto dogmatica tra natura e cultura pare senza dubbio di primo acchito un ostacolo per lo sviluppo di una bioermeneutica ispirata al suo pensiero. Per esempio, Dilthey rifiuta esplicitamente la possibilità di una comprensione umana della vita delle piante: «Bedeutung oder Wert kann etwas nicht haben, von dem es kein Verstehen gibt. Ein Baum kann niemals Bedeutung haben» (GS VII, p. 259). La possibilità di una comprensione o di un’interpretazione da parte di agenti non umani non è poi nemmeno considerata da Dilthey. Eppure, sosterrò che gli scritti tardivi di Dilthey sull’ermeneutica contengono qualche traccia per lo sviluppo di una bioermeneutica. Svilupperò oltre queste tracce con l’aiuto della biofilosofia di Plessner e grazie a qualche riferimento ad alcuni recenti sviluppi negli ambiti della biologia dei sistemi e della neuropsicologia[3].
Innanzitutto, riprendendo il dibattito sulla demarcazione delle Naturwissenschaften e delle Geisteswissenschaften che ebbe luogo in Germania attorno al 1900, avanzerò la tesi secondo cui in quel dibattito erano in gioco varie dicotomie ontologiche, epistemologiche, fenomenologiche e normative che non combaciano. Dirò poi che queste dicotomie precludono una comprensione adeguata del carattere peculiare delle scienze della vita, a metà strada tra le scienze della natura e quelle umane (§ 1). Mostrerò in secondo luogo che Dilthey, nonostante il suo approccio per lo più dicotomico nel dibattito su tale demarcazione, a sua volta fondato sulla distinzione tra esperienza esteriore (prospettiva alla terza persona) e interiore (prospettiva alla prima persona), in qualche occasione ha riconosciuto lo statuto speciale delle scienze della vita, connesso con la «conformità di scopo (Zweckmäßigkeit)» immanente delle entità viventi (§ 2). In terzo luogo, dirò che la comprensione del finalismo immanente richiede l’esperienza da una prospettiva alla seconda persona, incarnata e interattiva (§ 3). Al fine di sostenere tale ipotesi, farò riferimento all’analisi di Plessner della triplice dimensione corporale della vita umana in Die Stufen des Organischen und der Mensch (§ 4). Nell’ultima parte, fornirò una breve visione d’insieme dei differenti tipi di interpretazione intraspecie, interspecie e intraorganica e traccerò i compiti che attendono la bioermeneutica (§ 5).
Niemand ontkomt aan de zwermgeest!
Jos de Mul, Niemand ontkomt aan de zwermgeest! Kunstmatig van nature 2: neurotica. Trouw, 1 maart 2014, Letter en Geest, 16-19.
Dit voorjaar houdt filosoof Jos de Mul drie lezingen, die opgenomen worden in zijn Essay voor de Maand van de Filosofie 2014,'Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0'. Dat verschijnt eind deze maand. De lezingen handelen over de gevolgen van genetica, neuro-technologie en robotica op de toekomst van de mens. Het essay op deze pagina's is een bewerkte versie van de tweede lezing, vorige week gehouden in debatcentrum Arminius in Rotterdam. De eerste lezing is verschenen in Letter & Geest va 25 januari. Volgende maand publiceren we ook een bewerking van de derde lezing ('Over hubots en echte mensen') die Jos de Mul geeft op 25 maart in de Radboud-universiteit in Nijmegen. Meer informatie op www.ru.nl/soeterbeeckprogramma.
De spectaculaire groei van de laatste tien jaar is voorbij, maar het aantal gebruikers van sociale media is indrukwekkend. Facebook heeft in Nederland acht miljoen gebruikers, YouTube zeven, LinkedIn vier en Twitter drie miljoen. Voor de meeste Nederlanders zijn ze een deel van hun leven geworden.
Maar nu zwelt de kritiek aan. Sociale media zijn verslavend. Dat komt, schreven de Harvardpsychologen Tamir en Mitchell in 2012, doordat het onthullen van privé-informatie dezelfde genotcentra in de hersenen activeert als eten, het ontvangen van geld of het hebben van seks. Weliswaar geeft het plaatsen van een status update op Facebook niet hetzelfde plezier als een goede vrijpartij, maar als je er maar genoeg plaatst, kom je een heel eind. Dit verklaart ook waarom gebruikers, zelfs wanneer ze zich zorgen maken over het misbruik van persoonsgegevens op het internet, volharden in hun informatie-exhibitionisme.
2014-02-23 (Holland Doc) Het verraad van de voorstelling
Interview met Botte Jellema in de documentaire Het verraad van de voorstelling. Holland Doc. Radio 1.Zondag 23 februari, 21.00-22.00
Wat is echt? Dat is de vraag die Holland Doc Radio aanstaande zondag stelt. Documentairemaker Botte Jellema (die ook cultuurprogramma De Avonden presenteerde van 2009 tot december 2013) onderzoekt vervormd beeld en geluid in ‘Het Verraad van de Voorstelling‘. Want wat we horen en zien is “tot in de puntjes vormgegeven”, maar “ziet er vaak anders uit dan wat het is”, betoogt Jellema:
“Gephotoshopte gezichten, geknipt-en geplakte radio en televisie, zangers die zuiver zingen door een computer. We weten wel dat het nep is. Maar wanneer voelen we ons belazerd?”
Een radio-essay over “hoe we genept worden door Michael Bublé en Kinderen voor Kinderen”, waarin Jellema zelf zingt en Plato en The Matrix erbij haalt, met medewerking van filosoof Jos de Mul.
2014-03-25 (Nijmegen) Van nature kunstmatig: over hubots en echte mensen
Jos de Mul, Van nature kunstmatig: Nijmegen:Soeterbeeck Programma, 25 maart 2014.
Kunnen robots emoties hebben? Is het denkbaar dat zij ons zullen gaan overheersen?
Disciplines als de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie zijn begonnen ons leven op een fundamentele wijze te veranderen. Wat betekenen deze technologische ontwikkelingen voor ons zelfbegrip? En zullen zij ook leiden tot een transformatie van de menselijke levensvorm?
In de prijswinnende televisieserie Real humans dienen humanoïde robots niet alleen de mens als fabrieksarbeider, seniorenhulp en sekspartner. Zij komen ook tegen de mens in opstand. Hoe realistisch is het beeld dat Real humans van deze ‘menselijke robots' schetst?
2014-02-19 (Rotterdam) Van nature kunstmatig: de versmelting van mens en machine
Jos de Mul, Van nature kunstmatig: de versmelting van mens en machine.Rotterdam: Studium Generale, 19 februari 2014.
Idoya, een resusaapje, bestuurt met behulp van diep in zijn hersenen geplaatste elektroden vanuit een laboratorium in de Verenigde Staten de humanoïde robot CB-1 in Japan. In de medische wereld wordt deep brain stimulation toegepast bij mensen die lijden aan pijnsyndromen, epilepsie en de ziekte van Parkinson. Google Glass voegt een extra laag informatie toe aan het beeld dat wij van de wereld vormen. De koppeling van het menselijk brein aan de machine is in volle gang.
Informatietechnologie en neurowetenschappen zijn begonnen het leven op aarde op een fundamentele wijze te veranderen. Wat betekenen deze technologische ontwikkelingen voor ons zelfbegrip? En zullen zij ook leiden tot een transformatie van de menselijke levensvorm?
Sleutelen zullen we!
Jos de Mul, Sleutelen zullen we! Kunstmatig van nature 1: genetica. Trouw, 25 januari 2014, Letter en Geest, 4-8.
Dit voorjaar houdt de filosoof Jos de Mul drie lezingen die zijn gebaseerd op het door hem geschreven Essay voor de Maand van de Filosofie 2014, Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. De lezingen handelen over de impact van genetica, neurotechnologie en robotica voor de toekomst van de mens, en worden na afloop in Trouw gepubliceerd. De eerste daarvan vond dinsdag 21 januari 2014 plaats in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht.
De twintigste eeuw was met de auto, het vliegtuig, de telefoon, de kerncentrale, de computer en de televisie de eeuw van de fysica. Wanneer we kijken naar de omvang en de snelheid van de ontwikkelingen in de genetica, dan heeft het er alle schijn van dat de eenentwintigste de eeuw die van de biotechnologie wordt. De ontwikkelingen op dat terrein zullen grote economische, maatschappelijke en ethische implicaties hebben.
In de afgelopen decennia is het DNA-onderzoek verschoven van de analoge wereld van de biologie naar de digitale wereld. Zo kunnen computerprogramma’s als Biospice niet alleen simulaties maken van processen in bestaande cellen, ze kunnen ook het gedrag van gemodificeerde genen en genetische netwerken in silico (met behulp van een computersimulatie) analyseren en voorspellen. Wat programmeerbaar is, kunnen wetenschappers in veel gevallen ook in vitro (in de reageerbuis) en in vivo (in levende organismen) realiseren, door middel van genetische modificatie van bestaande organismen of de productie van synthetische organismen. Het onderzoek is de afgelopen jaren verschoven van het lezen naar het schrijven van de genetische code.
Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0
Jos de Mul, Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. Essay van de Maand van de Filosofie. Rotterdam: Lemiscaat: 2014.
ISBN 978 90 4770 650 2
NUR 730
In Kunstmatig van nature bespreekt Jos de Mul de betekenis van recente ontwikkelingen in de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie voor ons zelfbegrip en dagelijks leven. Wat te denken van de Japanse humanoïde robot Miim, ontworpen door Kazuhito Yokoi, die kan dansen, zingen en kleding showen op de catwalk? Zullen dergelijke robots dankzij erotische programmatuur, net als in de sciencefiction-serie Real Humans, een commercieel succes worden? Of neem het experiment van de Amerikaanse neurowetenschapper Miguel Nicolelis die elektroden in de hersenen van een resusaapje heeft aangebracht om de neuronenactiviteit tijdens zijn bewegingen te registeren. De aldus verkregen informatie brengt via het internet elders in de wereld de robot CB-1 in beweging. Een kleine stap voor de robot, maar een gigantische sprong voor het aapje -- en mogelijk in de nabije toekomst ook voor dwarslaesiepatiënten.
Op biotechnologisch gebied heeft men alternatieven ontwikkeld voor het DNA, het ‘bouwplan’ van al het leven. Terwijl de evolutie ooit bestond uit natuurlijke selectie, betreden we met deze alien genetics het tijdperk van kunstmatige selectie. Mogen we hiermee planten, dieren en mensen ‘verbeteren’? Deze nieuwe technologieën vergroten niet alleen onze kennis van het leven op aarde -- ze zijn allang begonnen dat leven fundamenteel te transformeren. Wie we zijn en wat we willen worden, is meer dan ooit een open vraag, een opgave. Zijn wij, ‘de eeuwig toekomstigen’ volgens Nietzsche, onderweg naar Homo sapiens 3.0?
‘Worden wij de eerste soort op aarde die zijn eigen evolutionaire opvolger gaat scheppen?’ -- Jos de Mul
‘Grote eruditie en lucide kijk op veranderingen in de hedendaagse cultuur.’ -- Marc Van den Bossche over Cyberspace Odyssee in Standaard der Letteren
‘Gloedvol pleidooi voor een tragisch levensbesef.’ -- Arnold Heumakers over De domesticatie van het noodlot in nrc Handelsblad
'Ik wou dat ik als student zoiets had kunnen lezen' - Piet Hut (Institute for Advanced Study, Princeton) over Kunstmatig van nature
Uit de recensies
'In het derde hoofdstuk, over robots, krijgt De Muls betoog [...] vleugels. De Zweedse televisieserie Real humans biedt tal van aanknopingspunten voor een boeiend betoog' --- Marcel Hulspas in de Volkskrant
'De speculatieve antropologie die De Mul zegt te beoefenen is een vorm van filosofische sciencefiction' - Arnold Heumakers in NRC Handelsblad
'Het is een boeiende gedachtegang die De Mul [...] aangaat, maar ook één die allerlei vragen oproept.' --- Marc Janssens in het Nederlands Dagblad
'Met Jos de Mul hebben we te maken met een variant van de idiot savant, de krankzinnige professor, en een nuchtere wetenschapper. Die twee wisselen elkaar voortdurend af. Hij weet idioot veel van wat zich allemaal afspeelt in de biologie, de astronomie, kunstmatige intelligentie, biotechnologie, neurologie of ecologie' --- Carel Peeters in Vrij Nederland
‘Stof tot nadenken dus, op een zeer bevattelijke manier gebracht. Een aanrader.’ --- Jan Matthys in Liberales
'Een zeer verontrustend essay' ---- Ab Blaas, Humanistisch Verbond
'De term ‘onderweg’ die in de ondertitel voorkomt typeert de inhoud van het boek heel goed. Wat wordt geschetst is een evolutionair perspectief. Daarbij komt de gehele ons bekende wereld wel zo ongeveer aan bod. Voor wat betreft het begin wordt aangeknoopt bij de Big Bang theorie, die moderne oerei-mythe. Gelukkig haalt De Mul er de stelligheid uit die vele presentaties van de betreffende denkbeelden ontsiert. En hetzelfde geldt voor zijn beschrijving van het evolutionaire proces dat uiteindelijk – of zo men wil: voorlopig – heeft geleid tot de mens. [...] De Mul houdt een voorzichtiger lijn aan: “Dysons idee dat we de biotechnologie weldra zullen hebben gedomesticeerd , is al met al tamelijk naïef en getuigt van een grote mate van technologische hybris”. Het is mij uit het hart gegrepen'- Harm Bart in Civis Mundi
Uitgeverij Lemniscaat & Stichting Maand van de Filosofie | Omslagbeeld uit sf-serie Real Humans Omslagontwerp: Marc Suvaal | Pb. 206 pagina’s | isbn 978 90 477 0631 1
Destiny Domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology
Jos de Mul. Destiny Domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology. State University of New York (SUNY) Press, 2014.
Destiny Domesticated investigates three approaches Western civilization has tried to tame fate: the heroic affirmation of fate in the tragic culture of the Greeks, the humble acceptance of divine providence in Christianity, and the abolition of fate in modern technological society. Against this background, Jos de Mul argues that the uncontrollability of technology introduces its own tragic dimension to our culture. Considering a range of literary texts and contemporary events, and drawing on twenty-five centuries of tragedy interpretation from philosophers such as Aristotle, Hegel, Nietzsche, and Heidegger, literary critics George Steiner and Terry Eagleton, and others, de Mul articulates a contemporary perspective on the tragic, shedding new light on philosophical topics such as free will, determinism, and the contingency of life.
Hard cover - 358 pages
$90.00 hc
ISBN 978-1-4384-4971-5
Electronic - 358 pages
$27.95
ISBN13: 978-1-4384-4973-9
Paperback - 358 pages
$27.95
ISBN13: 978-1-4384-4972-2
Release Date: January 2015
SUNY Press
state university of new york press
1-877-204-6073 • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. • www.sunypress.edu
REVIEWS
“The most important merit of the book is to propose a convincing definition of man and his relation to technology. With regard to the first aspect, de Mul occupies a middle position between the modern philosophies of the subject and the postmodern philosophies which have deconstructed it. As opposed to the Cartesian transparent and self-evident cogito, he argues that there are forces inside and outside man which make us often act against our own expectations. Unlike the contemporary heirs of the masters of suspicion Marx, Nietzsche and Freud, he does not believe that the subject is a mere illusion. The tragic definition of the subject is halfway between these two exaggerations. The tragic man is at the same time powerful and powerless, autonomous and limited, strong and fragile, and there is a surprising continuity between the ancient Greek man and the contemporary human being. Maybe the truth is that we have always been tragic – we have never been modern – but for a long period we have acted as if it was the case. As regards our relation to technology, too, de Mul’s position is halfway between two extremes. In contrast to a certain – especially continental – philosophy of technology of the twentieth century, represented by authors like Heidegger, Ellul, and Marcuse, he does not think that technology is intrinsically destructive forman. Yet it does not mean that technology is simply neutral, according to him. The tragic man deals with technology without unjustified fear, but he is aware of its power.
Thanks to this clear perspective, the text can have a relevant role in the contemporary philosophical debate on technology. Although it was originally published in Dutch in 2006, its ideas are current more than ever.”
Alberto Romele