Filosofie in cyberspace. Reflecties op de informatie- en communicatietechnologie
Filosofie in cyberspace. Reflecties op de informatie- en communicatietechnologie (red. J. de Mul). Kampen: Klement, 2de druk 2005, 390 p.
1de druk 2002
ISBN: 90 77070 13 3
(€ 19,95) Uitverkocht
De computer en de daarop gebaseerde informatie- en communicatietechno- logieën (ICT) hebben het aanzien van de wereld ingrijpend veranderd. Niet alleen letterlijk – in enkele decennia tijds zijn miljoenen computers onze leefwereld binnengedrongen –, maar ook vanwege hun diepgaande invloed op onze samenleving en cultuur, als ook op de wijze waarop we de wereld en onszelf beschouwen.
Filosofie in Cyberspace handelt over de fascinerende filosofische vragen die ‘de informatisering van het wereldbeeld’ oproept. In de inleiding wordt een overzicht geboden van de ‘Filosofie van de informatie- en communicatie- technologie’. Daarbij wordt ingegaan op de verschillende manieren waarop deze nieuwe technologieën ons mens- en wereldbeeld beïnvloeden en op de vraag in hoeverre wij technologische ontwikkelingen kunnen sturen. Het eerste deel van het boek gaat over de ethische en de politieke vragen die wor- den opgeroepen door de mondiale informatiemaatschappij. Daarbij gaan de auteurs in op thema’s als privacy, digitale tweedeling, en de betekenis van het Internet voor de democratie. Ook wordt de ICT vanuit een intercultureel perspectief geanalyseerd. Het tweede deel handelt over de culturele beteke- nis van de ‘informatierevolutie’. Daarbij komen onder meer de betekenis van de ICT voor de literatuur en de film aan de orde, waarbij ook wordt inge- gaan op de overeenkomsten en verschillen tussen de digitale cultuur, de schriftcultuur en de orale cultuur. Het derde deel behandelt de ICT vanuit een antropologisch perspectief. Kan de mens als een computer worden be- schouwd? Welke invloed hebben biometrische technologieën op ons beeld van de menselijke identiteit? In het vierde deel wordt ten slotte de vraag gesteld of de ICT de menselijke levensvorm niet op een radicale wijze zal transformeren. Is het mogelijk dat mens en computer ooit zullen versmel- ten tot een nieuwe levensvorm en zo ja, moeten wij dat nastreven?
Dit is het eerste boek in Nederland dat een breed en toegankelijk overzicht biedt van de nieuwe discipline Filosofie van de informatie- en communicatie- technologie, geschreven door twaalf vooraanstaande auteurs op dit gebied die allen zijn verbonden aan het onderzoekcentrum Filosofie van de ICT (FICT) van de Erasmus Universiteit. De redactie is in handen van Jos de Mul.
2012/05/02 (Rotterdam) Op weg naar het beloofde land. Fortuyn en het politiek messianisme.
Op weg naar het beloofde land. Fortuyn en het politiek messianisme. Tiende Rotterdamlezing, Rotterdam, Kriterion, Grandcafé Engels, Groothandelsgebouw. 2 mei, 2012, 19.30 uur.
Op 6 mei 2012 zal het tien jaar geleden zijn dat Pim Fortuyn op brute wijze werd vermoord door milieuactivist Volkert van der Graaf. Vriend en vijand zijn het er over eens dat de ‘Fortuyn-revolte’ de Nederlandse politiek diepgaand heeft beïnvloed. Over de vraag wat die invloed precies is geweest en hoe we die dienen te waarderen, lopen de meningen echter sterk uiteen. Is het ‘gedachtegoed van Pim’ vooral gelegen in de inhoudelijke thema’s die hij agendeerde (immigratie en integratie, islamisering, Nederlandse identiteit, criminaliteit, de kloof tussen politiek en burgers) of komt het veeleer tot uitdrukking in de populistische stijl waarmee Fortuyn politiek bedreef, en die de Nederlandse politiek sindsdien domineert?
Evenmin bestaat er veel overeenstemming over de vraag hoe de spectaculaire politieke opkomst van Fortuyn te verklaren is. Kwam dat doordat hij een stem gaf aan het ongenoegen dat door de politieke elite van het land decennialang was genegeerd? Was hij een ‘nationale Pietje Bell’ die straffeloos allerlei kattenkwaad mag uithalen omdat hij in de grond genomen een gouden hartje heeft? Of was het succes van de ‘politieke dandy’ Fortuyn een symptoom van de individualistische en hedonistische massacultuur die zich in de traditionele en nieuwe media breed maakt?
Een mogelijk antwoord op deze vragen is te vinden in Fortuyns beschouwingen over messiaanse politiek in zijn boek De verweesde samenleving (1995). In dit - volgens de ondertitel - ‘religieus-sociologische traktaat’ bespreekt Fortuyn ‘de destructie van de Wet van de vader’. Met die formule doelt hij niet alleen op de secularisatie, die in de westerse cultuur, Nederland voorop, heeft geleid tot een ondermijning van religie en religieuze autoriteiten, maar ook op de ondermijning van politieke autoriteit, die volgens hem vooral sinds de antiautoritaire jaren zestig zijn beslag heeft gekregen. Volgens Fortuyn zijn de huidige problemen in de samenleving het gevolg van deze destructie van de Wet. De oplossing die hij in zijn boek schetst is een terugkeer van de Vader, ‘in het gezin, op school, de vereniging, in de buurt, in de bedrijven en de instellingen en ten slotte in het publieke domein’. Fortuyn beschrijft de nieuwe Leider in politiek-religieuze termen als een Mozes die het volk leidt naar het beloofde land. De laatste zin van het boek maakt duidelijk wie deze rol zal moeten gaan spelen: ‘Ik ben gereed. U ook? Op weg naar het beloofde land’.
In zijn lezing zal Jos de Mul opkomst en ondergang van Fortuyn en de latere wederwaardigheden van het Fortuynisme in de lokale Rotterdamse en nationale politiek bespreken en waarderen in het licht van deze messiaanse opvatting van politiek.
Etiketten plakken op de golven van de zee: Frederik van Eeden als vitalist
Jos de Mul. Etiketten plakken op de golven van de zee: Frederik van Eeden als vitalist. Frederik van Eeden-Genootschap. Mededelingen LV. Maart 2011, 6-19.
Inleiding
Laat ik mijn voordracht beginnen met het uitspreken van enkele woorden van dank en vrees. Laat ik met de dank beginnen. Het is mij een grote eer vandaag de jaarlijkse rede voor het illustere Frederik van Eeden-Genootschap te mogen uitspreken. Vooral gezien het feit dat we dit jaar, morgen om precies te zijn, de 150ste geboortedag van Frederik van Eeden vieren. Het is mij tevens een groot genoegen, omdat Frederik van Eeden ook een van mijn grote literaire jeugdliefdes is geweest en een belangrijke stempel heeft gedrukt op mijn persoonlijke ontwikkeling gedurende mijn middelbare schooljaren, en die jaren behoren – zeker als het gaat om de artistieke, politieke en filosofische voorkeuren die men ontwikkelt – tot de belangrijkste in een mensenleven.
Ontwikkelingsfilosofie. Een onderzoek naar grondslagen van ontwikkeling en opvoeding
A.W. van Haaften, M. Korthals, G.L.M. Snik, J. de Mul en G.A.M. Widdershoven. Ontwikkelingsfilosofie. Een onderzoek naar grondslagen van ontwikkeling en opvoeding, Muiderberg: Coutinho. Jos de Mul is de primaire auteur van de hoofdstukken 4: Ontwikkeling: structuur en interpretatie, p. 48-65; 7: Esthetische ontwikkeling, 94-110; en 10: Ontwikkelingen in de kunst, 138-154.
De tragedie van de eindigheid. Diltheys hermeneutiek van het leven
Jos de Mul. De tragedie van de eindigheid. Diltheys hermeneutiek van het leven. Kampen: Kok Agora, 1993, 512 p.
De Duitse filosoof Wilhelm Dilthey (1833-1911) is een van de grondleggers van de moderne hermeneutiek. Het behoort tot de tragiek van zijn leven dat hij zijn groots opgezette levenswerk, de Kritiek van de historische rede, niet heeft weten te voltooien. Pas in de laatste decennia is het door de publicatie van Diltheys nagelaten teksten mogelijk geworden ons een goed beeld te vormen van de hermeneutiek van het leven, die hem voor ogen zweefde. Dit boek biedt een reconstructie en diepgravende analyse van Diltheys hermeneutiek tegen de achtergrond van de ontwikkeling van de filosofie van de afgelopen twee eeuwen. Behalve Dilthey komt een groot aantal denkers die hem hebben beïnvloed of door hem zijn beïnvloed, zoals Kant, Hegel, Schleiermacher, Nietzsche, Husserl, Heidegger, Gadamer en Derrida, uitvoerig aan de orde. De vraag waardoor Dilthey zich zag geplaatst, is hoe de hedendaagse, post-religieuze mens kan leven met de ambivalentie, toevalligheid en eindigheid, die zijn bestaan op fundamentele wijze doortrekken. Volgens Dilthey is hij daartoe aangewezen op het hermeneutische verstaan, dat hem in staat stelt narratieve samenhang aan te brengen in zijn leven. Dit boek maakt duidelijk dat het veelzijdige en originele werk van Dilthey een verhelderend licht werpt op veel problemen die thans in het brandpunt van de wijsgerige belangstelling staan. De auteur van dit boek geeft niet alleen een boeiende analyse van Diltheys hermeneutiek van het leven en van haar plaats in de moderne wijsbegeerte, maar hij levert - verder denkend op de door Dilthey gebaande wegen - ook een systematische bijdrage aan de actuele filosofische discussie.
Jos de Mul (1956) studeerde filosofie, rechten en kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Momenteel is hij als universitair docent wijsgerige antropologie verbonden aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit. Hij is tevens medeoprichter en bestuurslid van het Rotterdamse Centrum voor Filosofie en Kunst.
Over het vorige boek van De Mul, Het romantische verlangen in (post)moderne kunst en filosofie (1990), oordeelden de critici:
'Verrassend resultaat', 'boeiende essays' (Arnold Heumakers in de Volkskrant)
'Laat meteen gezegd zijn dat het boek zeer verhelderende inzichten biedt op het verschijnsel post-modernisme en dat ik nooit de filosofie van Nietzsche en Heidegger compacter en duidelijker zag samengevat dan in dit boek' (Peter van der Krieke in Student)
'Het boek van De Mul biedt een interessante toegang tot de hedendaagse esthetica. Het vertoont een goed evenwicht tussen aandacht voor filosofische theorieën enerzijds en interpretaties van concrete kunstwerken anderzijds' (G.A.M. Widdershoven in het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte)
'Erudiet en diepzinnig' (Ruud Kaulingfreks in Lier en Boog)
'Hoewel de auteur vaak verwijst naar de problemen die in het debat rond het postmodernisme aan de orde zijn, munt deze studie vooral uit door duidelijk commentaar op de vele esthetische theorieën die de afgelopen tweehonderd jaar het licht hebben gezien' (Dirk de Schutter in Archis. Architectuur - Stedebouw - Beeldende kunst)
ISBN 90-391-0540-5
KOK AGORA, KAMPEN ISBN 90 391 0540 5
Toeval. Inaugurale rede
Jos de Mul. Toeval. Inaugurale rede. Rotterdam: Rotterdamse Filosofische Studies, 1994, 28 p.
Rede uitgesproken op 22 september 1994 bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit te Rotterdam door dr. J. de Mul.
Ik keerde mij, en zag onder de zon, dat de loop niet is der snellen, noch de strijd der helden, noch ook de spijs der wijzen, noch ook de rijkdom der verstandigen, noch ook de gunst der welwetenden, maar dat tijd en toeval aan alle dezen wedervaart.
Prediker 9:11
Mijnheer de Rector Magnificus, zeer gewaardeerde toehoorders,
"Who am I? What am I doing here?". Met deze enigszins confuse vragen presenteerde James Stockdale zich op dinsdag 13 oktober 1992 tijdens een televisiedebat aan het Amerikaanse publiek als de ‘running mate’ van presidentskandidaat Ross Perot. Wie ben ik en wat doe ik hier? Uit deze woorden spreekt niet alleen het gevoel van paniek dat iemand kan overvallen wanneer de consequenties van de aanvaarding van een verantwoordelijke functie zich plotseling in hun volle omvang aan hem opdringen, maar ze geven ook uitdrukking aan een bij uitstek filosofische verwondering.[1] Wie ben ik en wat doe ik hier? Deze vragen voeren ons binnen in het vakgebied van de wijsgerige antropologie.
De informatisering van het wereldbeeld. Rede ter gelegenheid van de Dies Natalis
Jos de Mul. De informatisering van het wereldbeeld. Rede ter gelegenheid van de Dies Natalis. Rotterdam: Erasmus Universiteit, 1997, 17 p.
Internet en openbaar bestuur
Eenentwintig filosofen van de twintigste eeuw verbeeld
Eric Claus. Eenentwintig filosofen van de twintigste eeuw verbeeld (red. en inleiding: J. de Mul). Rotterdam, 1999, 114 p.
Under construction. Persoonlijke en culturele identiteit in het multimediatijdperk
Valerie Frissen en Jos de Mul. Under construction. Persoonlijke en culturele identiteit in het multimediatijdperk. Amsterdam (Infodrome), 2000, 52 p.
Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines is de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de mogelijke structurele veranderingen in de samenleving door het toenemend gebruik van ICT. Infodrome heeft afgelopen zomer een aantal wetenschappers uitgenodigd om vanuit hun eigen discipline dergelijke studies in kaart te brengen en om aan te geven wat de bevindingen betekenen voor de rol van de overheid in de informatiemaatschappij. Dit heeft geleid tot vijf overzichtsartikelen: recht, sociale psychologie, culturele sociologie, economie en genderstudies. Hieruit blijkt dat de nieuwe ontwikkelingen zeer wezenlijke vragen voor de overheid oproepen. Deze vijf studies hebben tot doel om de politiek en beleidswereld te informeren over de stand van wetenschappelijke kennis over de informatiemaatschappij en dienen tegelijkertijd als input voor het programma van Infodrome.
Uit de voorliggende studie van filosoof Jos de Mul en antropoloog Valerie Frissen blijkt dat de wijze waarop mensen en groepen in de informatiesamenleving hun identiteit construeren aan veranderingen onderhevig is. De veelheid aan informatie die via de nieuwe media wordt verspreid betekent dat identiteiten veranderlijker worden en eigenlijk altijd under construction zijn. De overheid, die inmiddels zelf in een identiteitscrisis lijkt te geraken door de afbrokkelende autoriteit van de klassieke nationale staat, staat nu voor een belangrijke keuze. Moet zij de groeiende individualisering en persoonlijke autonomie van de burger bevorderen of moet zij zich juist richten op het versterken van de sociale cohesie en een collectieve identiteit? Dit laatste lijkt van belang voor een overheid in de informatiesamenleving waarin burgers minder belang hechten aan een nationale publieke identiteit en eerder loyaal zijn aan internationale opererende organisaties, zoals Greenpeace, dan aan het land waarin ze (fysiek) wonen. ICT is in dezen niet alleen aanleiding tot versplintering, maar kan juist ook kansen bieden om collectieve vormen van identiteit te versterken en te construeren.
Bovenstaande en andere vragen over de identiteit van individuen en gemeenschappen in het digitale tijdperk worden behandeld in onderhavige sociaal-culturele studie. Infodrome hoopt hiermee uw interesse in de sociale gevolgen van ICT gewekt of versterkt te hebben. Bent u op zoek naar meer leesvoer of wilt u meediscussiëren over het onderwerp, kijkt u dan op onze website www.info- drome.nl.
Rick van der Ploeg Voorzitter stuurgroep Infodrome