Tragisch bestuur en romantisch besturen
Jos de Mul. Tragisch bestuur en romantisch besturen. In: V. Bekkers en J. van Wamelen (red.), Openingsbijeenkomst Center for Public Innovation. Rotterdam, 2005, 43-48.
Echo's Van Een Laatste God
Jos de Mul. Echo's Van Een Laatste God. In Idolen En Demonen, red. Linda Jansen and Nanda Oudejans, Tilburg: Universiteit van Tilburg, 2004, 134-50.
欢迎来到赛博空间——讨论人类历史的另一种可能 [Welcome to Cyberspace - Yet Another Possible History of Mankind]
Jos de Mul. 欢迎来到赛博空间——讨论人类历史的另一种可能 [Welcome to Cyberspace - Yet Another Possible History of Mankind]. Beijing: Cultural Studies Online, Renmin University 2004 (20 p.)
Op zoek naar de verloren tijd. Jos de Mul in gesprek met Erwin Jans
Jos de Mul. Op zoek naar de verloren tijd. Jos de Mul in gesprek met Erwin Jans." In: Erwin Jans, Margo de Poel and Bart Vieveen (red.) Op zoek naar de verloren tijd. Proust 3: De kant van Charlus, Rotterdam: RO Theater Uitgeverij IT&FB, 2004, 42-50.
Intercultural Vibrations and Post-Historical Sensations
Jos de Mul. Intercultural Vibrations and Post-Historical Sensations. Pre-Modern, Modern, and Post-Modern Traditions in the Age of Globalisation. Beijing: Renmin University Press, 2004 (14 p.).
Het Vlietend 'Thuis'. Interculturele Vibraties
Jos de Mul. Het Vlietend 'Thuis'. Interculturele Vibraties. In Het Multiculturele Debat. Red. Rob Rutgers Gelijn Molier, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2004,. 133-38.
Doom - or the Continuation of the Avant-Garde with Other Means
Jos de Mul. Doom - or the Continuation of the Avant-Garde with Other Means. In Modernity Today. Contributions to a Topical Artistic Discourse, edited by Saskia Bos, Edna van Duyn, Henk Slager and Theo Tegelaers. Amsterdam: De Appel, 2004, 21-29.
Informatietechnologie als morele mediator. Over verdwijnen en verschijnen van de ethiek in de informatie- en communicatietechnologie
Jos de Mul. Informatietechnologie als morele mediator. Over verdwijnen en verschijnen van de ethiek in de informatie- en communicatietechnologie. In De verleiding van de ethiek. Over de plaats van morele argumenten in de huidige maatschappij, redactie I. Devisch and G. Verschraegen. Amsterdam: Boom, 121-137.
Digitale of discursieve tweedeling? Kanttekeningen bij de discussie over 'de digitale kloof'
Jos de Mul. Digitale of discursieve tweedeling? Kanttekeningen bij de discussie over 'de digitale kloof'. Jos de Mul en Irma van der Ploeg, In: N. de Vries en N. Beekman (red.), Mensen in netwerken. Een discussiebijdrage van V&W aan het 'digitale kloof debat', Den Haag 2001, 32-42.
2001: Cyberspace Odyssey
Jos de Mul. 2001: Cyberspace Odyssey. In: Krisis. Tijdschrift voor empirische filosofie, Jrg. 2, nr.2 (2001), 6-29.
De lijn is uitgestrekt in één richting, het vlak in twee richtingen en vaste lichamen in drie richtingen; daarbuiten bestaat geen andere uitgestrektheid, want deze drie zijn alles.
Aristoteles
De vierde dimensie en de niet-euclidische geometrie behoren tot de belangrijkste unificerende thema’s van de moderne kunst en wetenschap.
Linda Henderson
1 Een odyssee door ruimte en tijd 2.0
Stanley Kubricks film 2001: A Space Odyssey wordt terecht beschouwd als een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van de sciencefiction. De uit 1968 stammende film wordt niet alleen geroemd vanwege zijn grote artistieke kwaliteiten en zijn nog altijd verbazingwekkende (analoge) special effects, maar vooral ook vanwege de ideeënrijkdom die er uit spreekt.[1] Vooral Kubricks indringende visie op de evolutie van het leven en de rol van de techniek daarin heeft nog niets aan betekenis ingeboet.
Zoals alle grote kunstwerken kent deze film meerdere betekenislagen. Toen ik als middelbare scholier de film enkele jaren na de première voor het eerst zag, werd ik vooral gegrepen door het spannende verhaal over de reis van het ruimteschip Discovery naar Jupiter, op zoek naar buitenaards leven. Die reis wordt ondernomen nadat er op de maan een zwarte monoliet is ontdekt die radiosignalen richting Jupiter uitzendt. De bemanning bestaat naast de astronauten David Bowman en Frank Poole uit drie in hibernatie (kunstmatige winterslaap) verkerende experts en een kunstmatige intelligentie, de sprekende en zelflerende boordcomputer HAL.[2] HAL controleert alle functies van het ruimteschip en heeft de eindverantwoordelijkheid voor de gehele missie. Wanneer HAL Bowman en Poole de opdracht geeft het defecte onderdeel AE-35 van de centrale antenne van het ruimteschip te vervangen, ontdekken zij dat het onderdeel geen enkel mankement vertoont. Omdat zij in de veronderstelling verkeren dat HAL van slag is geraakt en misschien nog meer en mogelijk fatale fouten zal maken, besluiten ze zijn hogere functies uit te schakelen. Wanneer HAL daar achter komt, besluit hij de bemanning te elimineren. HAL slaagt erin vier van de vijf bemanningsleden te doden, maar Bowman ziet alsnog kans de boordcomputer uit te schakelen en de reis te vervolgen. Als de Dicovery Jupiter bereikt, vindt er een mysterieuze ontmoeting plaats tussen Bowman en de zwarte monoliet.
De door Kubrick verhaalde odyssee is, net als de Odyssee van Homeros waarnaar de titel van de film verwijst, meer dan het verslag van een avontuurlijke reis van enkele heldhaftige individuen door een onbekende wereld. De film toont enkele cruciale stappen in de odyssee die de mensheid voert door de onmetelijke tijd en ruimte. Het is, zoals ik in de Inleiding met verwijzing naar het programmaboekje bij de video-uitgave al opmerkte, “an epic tale of man’s ascent, from ape to space traveller and beyond” (Kubrick 1997). Hoewel het verhaal fictief is, sluit het nauw aan bij de natuurwetenschappelijke en technologische kennis van deze odyssee ten tijde van de productie van de film.
Afstand in filosofisch perspectief
Jos de Mul. Afstand in filosofisch perspectief. In: Stavros Zouridis, Paul Frissen, Nicole Kroon, Jos de Mul en Johan van Wamelen (red.), De belastingdienst: ICT, afstand en compliance, Den Haag 2001, 17-23.
Progressive Governance - What is best practice in beating the digital divide?
Jos de Mul. Progressive Governance - What is best practice in beating the digital divide? In Best Practices in Progressive Governance, Stockholm 2001, 367-373.
Transhumanism - The Convergence of Evolution, Humanism and Information Technology
Jos de Mul. Transhumanism - The Convergence of Evolution, Humanism and Information Technology. In Man within Culture at the Treshold of the 21st Century. Rewers, E., and Sójki, J. (eds). Poznan: Wydawnictwo Fundacji Humaniora,101-122.
Internet & Privacy
Jos de Mul en Irma van der Ploeg. Internet & Privacy. In: Stavros Zouridis, Paul Frissen, Nicole Kroon, Jos de Mul en Johan van Wamelen (red.), Internet En Openbaar Bestuur, Den Haag 2001, 56 p.
Information overload
Jos de Mul. Information overload. In R. ten Bosch en R. Kaulingfreks (red.), ICT in de beklaagdenbank, Zaltbommel: Thema, 2000, 51-62.
Het verhalende zelf. Over persoonlijke en narratieve identiteit
Jos de Mul. Het verhalende zelf. Over persoonlijke en narratieve identiteit. In M. Verkerk (red.), Filosofie, ethiek en praktijk. Liber amicorum voor Koo van der Wal, Rotterdam: Rotterdamse Filosofische Studies, 2000, 201-215.
1 Introductie
Het verhaal heeft de afgelopen decennia een opvallende opmars gemaakt in de mens- en cultuurwetenschappen. Niet alleen de wetenschappen die zich traditioneel bezig houden met de bestudering van verhalen, zoals de literatuur- en filmwetenschap, of waarin het vertellen van verhalen een belangrijke plaats inneemt, zoals de geschiedeniswetenschap, maar ook disciplines als de culturele antropologie, de theologie, de psychologie, de rechtswetenschap en de economie hebben de aandacht gericht op de belangrijke rol die verhalen spelen in het leven van de mens en in zijn culturele scheppingen zoals de kunst, de religie en de wetenschap.[1] “To raise the question of the nature of narrative”, zo vat Hayden White het belang van het verhaal voor de genoemde wetenschappen samen, “is to invite reflection on the very nature of culture and, possibly, even on the nature of humanity itself”.[2] De narratieve wending in de mens- en cultuurwetenschappen is ook niet voorbijgegaan aan de filosofie. Zowel in de analytische als in de continentale tradities is het verhaal een prominent onderwerp van reflectie geworden. In de wijsgerige antropologie en de ‘philosophy of mind’ heeft dit bij auteurs als Ricoeur, MacIntyre en Dennett geleid tot de ontwikkeling van narratieve opvattingen van de persoonlijke identiteit. Volgens de narratieve identiteitstheorie is het verhaal niet alleen een vruchtbare metafoor om de persoonlijke identiteit te beschrijven, maar construeren mensen hun identiteit daadwerkelijk met behulp van (levens)verhalen.
In dit artikel zal ik Ricoeurs model van narratieve identiteit, zoals dat in het laatste deel van zijn trilogie Temps et récit (1985) en in Soi-même comme un autre (1990) is ontwikkeld, situeren in de geschiedenis van het debat over de persoonlijke identiteit dat sinds Descartes de filosofische gemoederen in beweging heeft gehouden. Mijn betoog vangt aan met een analyse van de verschillende connotaties van het begrip (persoonlijke) identiteit, en van de antinomie die de reflectie op de persoonlijke identiteit in de moderne wijsbegeerte kenmerkt (§2). Vervolgens bespreek ik Ricoeurs aan Heidegger ontleende oplossing van deze antinomie (§3) en het narratieve identiteitsmodel dat hij in samenhang daarmee heeft ontwikkeld (§4). In de laatste paragraaf ga ik nader in op enkele implicaties van dit model voor de notie van de persoonlijke identiteit, waarbij ik tevens enkele overeenkomsten en verschillen zal aanstippen tussen Ricoers model van narratieve identiteit en de narratieve interpretatie van de persoonlijke identiteit van MacIntyre en Dennett.
The Work of Art in the Age of Digital Reproduction. Some Remarks on the Transformation of the Avant-garde
Jos de Mul. The Work of Art in the Age of Digital Reproduction. Some Remarks on the Transformation of the Avant-garde. In: Byung-Nam Oh (red.), Art, Life and Culture, Seoul 2000: Seoul National University & Korean Society of Aesthetics, 59-80.
Het sublieme verlangen. Philipp Otto Runge en Casper David Friedrich in het licht van het heden
Jos de Mul. Het sublieme verlangen. Philipp Otto Runge en Casper David Friedrich in het licht van het heden. In Nederlandse wijsbegeerte in de twintigste eeuw, red. R. van Raak, H. Krop, W. v. Bunge and H. Blom. Best: Damon, 149-157.
Van Zeno tot Heino
Jos de Mul. Van Zeno tot Heino. Inleiding in: O. Marquard, Het onvermijdelijke noodlot. Brokstukken van een sceptische antropologie. Kampen: Kok Agora, 1999, 7-20.
Transhumanisme - de convergentie van evolutie, humanisme en informatietechnologie
Jos de Mul. Transhumanisme - de convergentie van evolutie, humanisme en informatietechnologie. In: G. van Dijk en André Hielkema (red.), De menselijke maat: Humaniteit en beschaving na 2000. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1999, 154-189.
Virtual Reality as technology, ontology and art
Jos de Mul. Virtual Reality as technology, ontology and art. In: R. Riha (ed.) Aesthetics as Philosophy. Proceedings of the XIVth International Congress of Aesthetics. Part 1: Introductionary and Invited Papers, Ljubljana (ZRC SAZU) 1999, 165-184.
De politieke impact van de informatietechnologie
P.H.A. Frissen en Jos de Mul. De politieke impact van de informatietechnologie. In: Noot, no. 5 (1998): 3-5.
Laudatio bij het verlenen van een eredoctoraat aan / Laudation Doctorate Honoris Causa to Professor Dr. H.L. Dreyfus
Jos de Mul. Laudatio bij het verlenen van een eredoctoraat aan / Laudation Doctorate Honoris Causa to Professor Dr. H.L. Dreyfus. In: Dies Natalis Diesrede en laudatio's eredoctoraten Vijfentachtigste dies natalis / Foundation Day Foucation day speech and laudations Doctores honoris causa eighty-fifth foundation day. Rotterdam (Erasmus University) 1998, 19-21, 44-46.
Aesthetic Development
Jos de Mul. Aesthetic Development. In: A.W. van Haaften, M. Korthals en T. Wren (red.), Philosophy of Development. Reconstructing the Foundations of Human Development and Education, Series Philosophy and Education Vol. 8. Dordrecht/Boston/London (Kluwer Academic Publishers) 1996, 135-152.
Laudatio bij het verlenen van een eredoctoraat aan / Laudation Doctorate Honoris Causa to Professor Dr. H.L. Dreyfus
Jos de Mul. Laudatio bij het verlenen van een eredoctoraat aan / Laudation Doctorate Honoris Causa to Professor Dr. H.L. Dreyfus. In: Dies Natalis Diesrede en laudatio's eredoctoraten Vijfentachtigste dies natalis / Foundation Day Foucation day speech and laudations Doctores honoris causa eighty-fifth foundation day. Rotterdam (Erasmus University) 1998, 19-21, 44-46.
Artistic Development
Jos de Mul. Artistic Development. In: A.W. van Haaften, M. Korthals en T. Wren (red.), Philosophy of Development. Reconstructing the Foundations of Human Development and Education, Series Philosophy and Education Vol. 8. Dordrecht/Boston/London: Kluwer Academic Publishers, 1996, 183-198.
Structuralist and Hermeneutic Approaches to Development
Jos de Mul. Structuralist and Hermeneutic Approaches to Development. In: A.W. van Haaften, M. Korthals en T. Wren (red.),Philosophy of Development. Reconstructing the Foundations of Human Development and Education, Series Philosophy and Education Vol. 8. Dordrecht/Boston/London: luwer Academic Publishers, 1996, 223-243.
Developmental Philosophy and Postmodernism
Jos de Mul. Developmental Philosophy and Postmodernism. In: A.W. van Haaften, M. Korthals en T. Wren (red.), Philosophy of Development. Reconstructing the Foundations of Human Development and Education, Series Philosophy and Education Vol. 8. Dordrecht/Boston/London: Kluwer Academic Publishers, 1996, 245-260.
Echo’s van een laatste God
Jos de Mul. Echo’s van een laatste God. In: Jan Hoet (red), Kunst na de dood van God. Baarn: Gooi en Sticht, 1997, 13-31.
Networked Identities
Jos de Mul. Networked Identities. In: Michael B. Roetto (ed.), ProceedingsSeventh International Symposium on Electronic Art,Rotterdam 1997, 11-16.
De digitalisering van de cultuur
Jos de Mul. De digitalisering van de cultuur. In G. Extra (red.), Lustrumbundel Faculteit der Letteren, KUB, Tilburg 1997, 26-49.
Voorwoord. In: Ronald van Raak, De moderne dwaas
Jos de Mul. Voorwoord. In: Ronald van Raak, De moderne dwaas. Bertolt Brecht en de moderne zingeving. Best (Damon) 1997, 7-8.
Het toevallige leven
Jos de Mul. Het toevallige leven. In: E. Heijerman and P. Wouters (red.), Praktische filosofie. Utrecht, Stichting Educatieve Omroep Teleac/NOT: 30-34.
Essais de vie. Over de actualiteit van Montaignes humanisme
Jos de Mul. Essais de vie. Over de actualiteit van Montaignes humanisme. In: F. Geraedts en L. de Jong (red.), Ergo Cogito IV. Het ideeënmuseum. Groningen: Historische Uitgeverij, 1996, b161-180.
Homo sapiens cyberneticus
Jos de Mul. Homo sapiens cyberneticus. In:J.J.W. Lisman, G. Goris en J.G. van Soest (red.), Van Kennis naar Informatie: Van informatie naar kennis. Leiden: Boerhave Instituut, 1996, 163-171.
Waarom esthetische opvoeding, waarom literatuuronderwijs?
Jos de Mul. Waarom esthetische opvoeding, waarom literatuuronderwijs? In: Wam de Moor en Ilse Bolscher (red.),Literatuuronderwijs in het studiehuis. Bijdragen tot de ontwikkeling van vakoverstijgend en geïntegreerd literatuuronderwijs, Den Haag 1996, 25-36.
Inleiding. In: Schelling, Filosofie van de kunst
Jos de Mul. Inleiding. In: Schelling, Filosofie van de kunst. Amsterdam: Boom, 1996, 7-53.
Inleiding
Friedrich Wilhelm Joseph Schelling (1775-1854) behoort met Johann Gottlieb Fichte en Georg Wilhelm Friedrich Hegel tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het Duitse idealisme. Ofschoon de hoogtijdagen van deze filosofische beweging aan de Duitse universiteiten in feite reeds met de dood van Hegel in 1831 werden afgesloten, is de invloed die het idealisme heeft uitgeoefend op de moderne continentale en - in mindere mate en vooral als metafysisch contrapunt - de angelsaksische wijsbegeerte tot op heden moeilijk te overschatten. Negentiende- en twintigste-eeuwse stromingen als hermeneutiek, marxisme, fenomenologie, existentialisme en differentiedenken zijn niet goed denkbaar zonder de door de idealisten begonnen 'Odyssee van de geest'.
In de historische overzichten van het Duitse idealisme wordt Schelling vaak opgevoerd als de verbindende schakel tussen Fichte en Hegel. Volgens deze, door laatstgenoemde geïntroduceerde opvatting, vertegenwoordigt Fichte met zijn filosofie waarin het Ik centraal staat het subjectieve idealisme, Schelling met zijn natuurfilosofie het objectieve idealisme, en brengt Hegel beide posities tot een hogere synthese in zijn absolute idealisme. Het probleem met deze indeling is dat zij hoogstens opgaat voor een bepaalde fase in het denken van Schelling, om precies te zijn voor de jaren 1797-1799, waarin hij een reeks natuurfilosofische geschriften publiceert. De gehele verdere ontwikkeling van Schellings denken, die ruim vijf decennia beslaat, blijft in deze indeling noodgedwongen buiten beschouwing.
Een andere indeling die wel wordt gehanteerd, gaat uit van de houding die de drie grondleggers van het Duitse idealisme innemen ten aanzien van Kants kritiek van de rede. Volgens dit schema kan Hegels filosofie worden beschouwd als de idealistische radicalisering van Kants analyse van het wetenschappelijk kennen in de Kritik der reinen Vernunft, Fichtes filosofie als de idealistische radicalisering Kants analyse van het zedelijk handelen in de Kritik der praktischen Vernunft en Schellings filosofie, ten slotte, als de idealistische radicalisering van Kants analyse van de esthetische ervaring in de Kritik der Urteilskraft. Hoewel ook deze indeling onvoldoende recht doet aan de rijkgeschakeerde ontwikkeling van Schellings denken, vormt zij een bruikbaar uitgangspunt ter introductie van de in deze uitgave in vertaling samengebrachte kunstfilosofische teksten uit de de periode 1795-1807. In deze periode kent Schelling namelijk aan de kunst een centrale plaats toe in zijn filosofische systeem. In het System des transzendentalen Idealismus uit 1800 wordt de kunst zelfs uitgeroepen tot 'het enig ware en eeuwige organon' van de filosofie, aangezien zij als enige in staat is het absolute tot uitdrukking te brengen. Schellings kunstfilosofie is om die reden bij uitstek een metafysica van de kunst en vormt als zodanig een integraal onderdeel van zijn filosofische systeem.