Breng mij die horizon! Filosofische reisverhalen

Breng mij die horizon! Filosofische reisverhalen

Jos de Mul. Breng me die horizon! Filosofische reisverhalen. Amsterdam: Boom, 2019.  Breng mij die horizon! laat zien wat er gebeurt…

More...
De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie

De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie

Jos de Mul. De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Rotterdam: Lemniscaat,…

More...
Destiny Domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology

Destiny Domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology

Jos de Mul. Destiny Domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology. State University of New York (SUNY)…

More...
命运的驯化——悲剧重生于技术精神 内容简介 (Chinese translation of Destiny Domesticated\)

命运的驯化——悲剧重生于技术精神 内容简介 (Chinese translation of Destiny Domesticated\)

Jos de Mul. 命运的驯化——悲剧重生于技术精神 内容简介 (Chinese translation of Destiny Domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology). Guilin:…

More...
Romantic Desire in (Post)Modern Art and Philosophy

Romantic Desire in (Post)Modern Art and Philosophy

Jos de Mul. Romantic Desire in (Post)Modern Art and Philosophy. Albany: State University of New York Press, 1999, 316 p.…

More...
Het romantische verlangen in (post)moderne kunst en filosofie

Het romantische verlangen in (post)moderne kunst en filosofie

Jos de Mul. Het romantische verlangen in (post)moderne kunst en filosofie. Uitgeverij Klement, 2007 (4de druk), 284 p. 1de druk, 1990; 2de druk, 1991; 3de…

More...
后)现代艺术与哲学中的浪漫之欲。Chinese translation of Romantic Desire in (Post)Modern Art and Philosophy

后)现代艺术与哲学中的浪漫之欲。Chinese translation of Romantic Desire in (Post)Modern Art and Philosophy

Jos de Mul. 后)现代艺术与哲学中的浪漫之欲。Chinese translation of Romantic Desire in (Post)Modern Art and Philosophy. Wuhan: Wuhan University Press, 2010, 306p. ISBN 978-7-307-08019-5RMB…

More...
Cyberspace Odyssee

Cyberspace Odyssee

Jos de Mul. Cyberspace Odyssee. Kampen: Klement, 6de druk: 2010, 352 p. 1de druk, 2002; 2de druk, 2003; 3de druk,2004;…

More...
Cyberspace Odyssey. Towards a Virtual Ontology and Anthropology

Cyberspace Odyssey. Towards a Virtual Ontology and Anthropology

Jos de Mul. Cyberspace Odyssey. Towards a Virtual Ontology and Anthropology. Castle upon Tyne: Cambridge Scholars Publishing, 2010, 334 p. Translation of Cyberspace…

More...
Siberuzayda macera dolu bir yolculuk. Sanal bir ontoloji ve antropolojiye doğru

Siberuzayda macera dolu bir yolculuk. Sanal bir ontoloji ve antropolojiye doğru

Jos de Mul. Siberuzayda macera dolu bir yolculuk. Sanal bir ontoloji ve antropolojiye doğru. Istanbul: Kitap Yayinevi, 2008, 400 p. Turkish…

More...
The sovereign debt crisis or Sophie’s choice. On European tragedies, guilt and responsibility

The sovereign debt crisis or Sophie’s choice. On European tragedies, guilt and responsibility

Liesbeth Noordegraaf-Eelens and Jos de Mul, The sovereign debt crisis or Sophie’s choice. On European tragedies, guilt and responsibility. Heinrich…

More...
Paniek in de Polder. Polytiek in tijden van populisme

Paniek in de Polder. Polytiek in tijden van populisme

Jos de Mul. Paniek in de Polder. Polytiek in tijden van populisme. Rotterdam: Lemniscaat, februari 2017. Uitgebreide en geactualiseerde editie…

More...
Horizons of Hermeneutics

Horizons of Hermeneutics

Jos de Mul. Horizons of Hermeneutics: Intercultural Hermeneutics in a Globalizing World.  Frontiers of Philosophy in China. Vol. 6, No.…

More...
The game of life

The game of life

Jos de Mul. The Game of Life: Narrative and Ludic Identity Formation in Computer Games.  In: Lori Way (ed.), Representations of…

More...
PedoBot® is niet boos, maar wel verdrietig (en soms opgewonden)

PedoBot® is niet boos, maar wel verdrietig (en soms opgewonden)

Jos de Mul. PedoBot® is niet boos, maar wel verdrietig (en soms opgewonden). Over intelligente robots, emoties en sociale interactie.…

More...
Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0

Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0

Jos de Mul, Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0.  Rotterdam: Lemiscaat: 2016. ISBN 978 90 477 0925 1…

More...
2017-11-25 (Trouw) Hoe ik bijna boeddhist werd

2017-11-25 (Trouw) Hoe ik bijna boeddhist werd

Jos de Mul. Hoe ik bijna boeddhist werd. Trouw. Bijlage Letter en Geest, 25 november 2017, 14-18. Het gastenverblijf van…

More...
The Tragedy of Finitude. Dilthey's Hermeneutics of Life

The Tragedy of Finitude. Dilthey's Hermeneutics of Life

Jos de Mul. The Tragedy of Finitude. Dilthey's Hermeneutics of Life. New Haven: Yale University Press, 2010 (second edition - eBook), 424…

More...
Wittgenstein 2.0. Philosophical reading and writing after the mediatic turn

Wittgenstein 2.0. Philosophical reading and writing after the mediatic turn

Jos de Mul. Wittgenstein 2.0: Philosophical reading and writing after the mediatic turn. In: A. Pichler & H. Hrachovec (eds.) Wittgenstein and…

More...
Plessner's Philosophical Anthropology. Perspectives and Prospects

Plessner's Philosophical Anthropology. Perspectives and Prospects

Jos de Mul. ( ed.), Plessner's Philosophical Anthropology. Perspectives and Prospects. Amsterdam/Chicago: Amsterdam University Press/Chicago University Press, 2014. Helmut Plessner (1892–1985)…

More...
2016-08-20 (Vrij Nederland) In Japan heeft Erica een ziel

2016-08-20 (Vrij Nederland) In Japan heeft Erica een ziel

Jos de Mul. In Japan heeft Erica een ziel. Vrij Nederland, 20 augustus 2016, 41-45. Kansai Science City doet op…

More...
Outside of a dog, a book is man's best friend. Inside of a dog it's too dark to read.

Outside of a dog, a book is man's best friend. Inside of a dog it's too dark to read.

Marxism according to Groucho     "Outside of a dog, a book is man's best friend. Inside of a dog…

More...
Noble versus Dawkins. DNA Is not the program of the concert of life.

Noble versus Dawkins. DNA Is not the program of the concert of life.

Jos de Mul. Noble versus Dawkins. DNA Is not the program of the concert of life. Translation of Dutch review, published…

More...
The game of life. Narrative and ludic identity formation in computer games

The game of life. Narrative and ludic identity formation in computer games

Jos de Mul. The game of life. Narrative and ludic identity formation in computer games. In: J. Goldstein and J. Raessens,Handbook…

More...
序言 约斯·德·穆尔 In: Zha Changping. World Relational Aesthetics. A History of Ideas in Pioneering Contemporary Chinese Art

序言 约斯·德·穆尔 In: Zha Changping. World Relational Aesthetics. A History of Ideas in Pioneering Contemporary Chinese Art

序言 约斯·德·穆尔. In: Zha Changping. World Relational Aesthetics. A History of Ideas in Pioneering Contemporary Chinese Art. Volume One. Shanghai:…

More...
The Work of Art in the Age of Digital Recombination

The Work of Art in the Age of Digital Recombination

Jos de Mul. The work of art in the age of digital recombination. In J. Raessens, M. Schäfer, M. v. d.…

More...

Doorzoek deze website:

2021-03-19 (Trouw) De wittebroodsweken van de sociale media

Jos de Mul. De wittebroodsweken van de sociale media. Bijlage 10 jaar Arabische Lente. Trouw, 19 maart 2021, 4-5.

De Arabische Lente wordt vanwege de rol die de sociale media erin speelden ook wel de Facebook-revolutie genoemd. Het is echter maar de vraag of die rol zo groot én het effect zo positief was. Wat leren de films op het Arab Filmfestival ons daarover?

De Arabische Lente, die van december 2010 tot de zomer 2012 in het Midden-Oosten en Noord-Afrika woedde en in onder meer Iran (2011), China (2011) en Oekraïne (2013) opstanden tegen autoritaire regimes inspireerde, geldt als een belangrijke historische gebeurtenis. Niet alleen vanwege het domino-effect en de val van autoritaire regimes in Tunesië, Egypte, Jemen en Libië, maar ook omdat sociale media er een belangrijke rol in gespeeld zouden hebben.
Omdat de massamedia in veel Arabische landen onder controle staan van autoritaire regimes, was de potentiële politieke impact van Twitter en Facebook er wellicht nog groter dan in landen met een vrije en kritische pers. In 2009 werd de Arabische versie van Facebook geïntroduceerd, waardoor een potentieel publiek van 250 miljoen mensen werd ontsloten en er een online publieke ruimte ontstond waarin ook vrouwen en minderheden een stem kregen. Omdat vanaf 2010 in het gebruiksvriendelijk Twitter ook foto’s en videoclips konden worden bekeken, bereikte de revolutionaire boodschap ook digibeten en laag-geletterden.

2020-05-06 (De Groene Amsterdammer) Mutaties van de geest. Reizen in het Antropoceen

Jos de Mul. Mutaties van de geest. Reizen in het Antropoceen. In: De Groene Amsterdammer. Nr.19. 6  Mei 2020, 25-29.

Amsterdam Schiphol, 8 januari 2020. In afwachting van onze vlucht naar Hongkong mijmer ik over wat mijn research sabbatical gaat brengen. De komende drie maanden zullen mijn vrouw Gerry en ik doorbrengen bij onze zoon en schoondochter, die op Bali wonen, en bij de zus van Gerry in Nieuw-Zeeland. Verder staan er bezoeken aan collega’s en gastcolleges in Melbourne, Sydney, Auckland en Hongkong op het programma. Mijn e-reader is gevuld met te lezen artikelen en boeken. Ik hoop ook flinke vorderingen te maken met het boek dat ik dit najaar bij mijn uitgever moet inleveren.

Geheel zorgeloos gaan we niet op reis. Na een periode van betrekkelijke rust zijn in Hongkong opnieuw gewelddadig onderdrukte onlusten losgebarsten, Melbourne en Sydney worden bedreigd door ongekend felle bosbranden, en Bali en Nieuw-Zeeland kampen met vulkaanuitbarstingen. De Romeinse filosoof Seneca heeft opgemerkt dat velen hun noodlot hebben gevonden doordat ze het trachten te ontlopen. Blijkbaar probeer ik aan het noodlot te ontsnappen door het op te zoeken. Ramptoerisme nieuwe stijl.

2019-09-21 (Trouw) The Matrix: actueler dan in 1999

Jos de Mul. The Matrix: actueler dan in 1999. Letter & Geest. Trouw, 21 september 2019, 4-8.

The Matrix. Wie heeft hem niet gezien, deze in 1999 uitgebrachte iconische sciencefictionfilm over een toekomstige wereld waarin een superieure kunstmatige intelligentie de mensheid gevangen houdt in een illusoire virtuele wereld, terwijl hij mensenlichamen in ‘legbatterijen’ gebruikt als energiebron?  Zoals een Hollywoodfilm betaamt, heeft de film met Neo, die de mensheid uit haar ketenen bevrijdt en het hart verovert van zijn medestrijdster Trinity, ook een Held die alles tot een goed einde brengt. Succes gegarandeerd: wereldwijd een half miljard dollar aan recettes, miljoenen DVD’s verkocht. Twee sequels volgden, en animatiefilms, computergames en strips.  En een karrenvracht aan geleerde studies.

Twintig jaar na dato geldt de Matrix algemeen als een van de beste sciencefiction films aller tijden, te vergelijken met 2001 A Space Odyssey van Stanley Kubrick, waar de strijd tussen mens en kunstmatige intelligentie eveneens centraal staat. Vorige maand bracht Warner Bros een ‘glorieus geremasterde’ versie van de film uit en kondigde bovendien aan dat er een vierde deel komt. Tijd voor een terugblik, en een vooruitblik naar het vierde deel!

2019-08-28 (De Groene Amsterdammer) Genetisch zuiver? Ach...

Jos de Mul. Genetisch zuiver? Ach...  Het einde van het gencentrisme. De Groene Amsterdammer. Nr. 35, 28 augustus 2019, 44-47.

Gemodificeerde soja vinden we al eng, maar varkens met mensencellen roepen pas echt walging op. Waarom eigenlijk? Welbeschouwd zijn we allemaal polygenome organismen, en verdienen begrippen als ‘individu’ en ‘soort’ een flinke nuancering.

Wie kent ze niet, de wonderlijke mens-diercombinaties in de Griekse mythologie? De Centaur, de met knots of boog uitgeruste paardmens; Medusa, de vrouw met de verstenende blik uit wier hoofd slangen in plaats van haren groeien; Chimaera, het monster met het hoofd van een leeuw, het lichaam van een geit en een slang als staart? Ze zaaiden dood en verderf. Een hele troost dat ze niet echt bestaan.

Of moeten we zeggen: niet echt bestonden? Want mens-diercombinaties zijn weer helemaal terug, en ditmaal niet als scheppingen van de mythologische verbeelding, maar als producten van de hedendaagse biotechnologie. Nadat de genetica in de afgelopen decennia heeft geleerd DNA te lezen, is met de ontwikkeling van CRISPR/Cas9 – een soort programmeerbare biologische schaar – het tijdvak aangebroken van genome editing: het bewerken van erfelijke eigenschappen. Daarmee is het in principe niet alleen mogelijk geworden om genetische defecten van een individu te repareren of genetische verbeteringen aan te brengen, maar ook om genetische eigenschappen van verschillende soorten te vermengen.

2019-05-18 (Trouw) Wees toch eens romantisch!

Jos de Mul, Wees toch eens romantisch! Letter & Geest. Trouw, 18 mei 2019, 16-19.

Eind april. Mijn lief en ik fietsen langs de Elbe van Praag naar Hamburg, ruim 900 kilometer kou, regen en tegenwind. De Tweede Wereldoorlog is nog altijd tastbaar aanwezig. We bezoeken Terezín (Theresienstadt), het beruchte doorgangskamp naar de vernietigingskampen, en fietsen bedrukt door naar Dresden, dat kort voor het einde van de oorlog door een geallieerd tapijt van brisant- en brandbommen van de kaart werd geveegd. De wederopbouw van de barokke Altstadt is nog altijd niet voltooid.
’s Avonds lees ik in de krant de LPF-achtige ruzie binnen het Forum voor Democratie. Of de kritiek van Henk Otten in zijn beruchte NRC-interview op Thierry Baudets geflirt met het blank nationalisme, seksisme en samenzweringstheorieën van de alt-rightbeweging louter was bedoeld om de aandacht af te leiden van zijn ‘greep in de partijkas’ is moeilijk te zeggen, zonder grond is ze zeker niet.

2019/01/16 (De Groene Amsterdammer) Heftige harmonie in Xinjiang. Biopolitiek en etnocide op zijn Chinees

 Jos de Mul.  Heftige harmonie in Xinjiang. Biopolitiek en etnocide op zijn Chinees. De Groene Amsterdamer. Jrg. 143, nr.3 (16 januari 2019), 26-31.

Musa is zichtbaar geëmotioneerd als hij vertelt dat hij sinds vorig jaar zomer geen contact meer krijgt met zijn ouders en zijn broer, die in een dorp in de buurt van Kashkar wonen. Ik spreek met hem via Skype over de tragedie die zich momenteel in de Chinese provincie Xinjiang voltrekt. Musa is een vijfenveertigjarige Oeigoer, in zijn vorige leven een populair docent aan het departement politieke wetenschappen van Xinjiang Normal University in Ürümqi, de hoofdstad van wat officieel de ‘Xinjiang Oeigoerse Autonome Regio’ heet. Eind 2006 vluchtte hij, nadat hij politieke problemen had gekregen, met zijn gezin naar de Verenigde Staten, waar hij de status van vluchteling kreeg. Onderwerp van gesprek zijn de concentratiekampen die volgens berichten in de internationale pers de afgelopen twee jaar in Xinjiang zijn verrezen.

2018-10-13 (Trouw) (On)Echt Bali. De uitvinding van het Laatste Paradijs

Jos de Mul. (On)Echt Bali. De uitvinding van het Laatste Paradijs. Trouw. Katern Letter & Geest. Zaterdag 13 oktober 2018, 4-8.

Toerisme heeft in onze onverzadigbare zoektocht naar de hemel de plaats van religie ingenomen, betoogde filosoof Ruud Welten laatst in De Groene. De toerist gelooft niet langer in God, maar blijft de hoop op verlossing koesteren, en veronderstelt (net als de traditionele gelovige) dat het ware leven elders is, aan gene zijde van het geploeter en de zorgen en verveling van alledag. 

Als er één plaats op aarde aanspraak maakt op de titel toeristenparadijs, dan is het Bali wel, volgens de reisfolders The Last Paradise. Het heeft de palmbomenstranden, het tropische klimaat en het vrouwelijk schoon van de Stille Zuidzee-eilanden, de oosterse mysteries, de kleurrijke rituelen en tempelpracht van het hindoeïstische India, en een natuurschoonheid die kan wedijveren met die van het Amazonegebied. En dat alles bijeen op een eiland niet veel groter dan Gelderland en voorzien van alle luxe die je van een paradijs verwacht.

Uit de niet-aflatende stroom fotoboeken, films, reisgidsen, antropologische studies en romans die sinds de ‘ontdekking’ van Bali in het begin van twintigste eeuw zijn verschenen, doemt het beeld op van een paradijselijke beschaving, waarin iedereen kunstenaar is en in sensuele en spirituele harmonie met elkaar en de natuur leeft, waarin homoseksualiteit geen taboe is en ze – anders dan in het islamitische Java – niet op een god meer of minder kijken. 

Sinds onze zoon vijftien jaar geleden naar Bali verhuisde, daar trouwde met een Indonesische en er een bestaan opbouwde in de toeristensector, bezoeken we het eiland vrijwel jaarlijks. We genieten van de warmte en de keuken, wonen kleurrijke ceremonies bij (de hindoekalender kent meer feestdagen dan dagen in het jaar), vergapen ons aan de schitterende, door gamelanmuziek begeleide crematies aan zee, en rennen met expats en locals mee in hash runs door rijstvelden en dorpen. Ook wij hebben ons hart verloren aan Bali. En we zijn de enigen niet. Het dichtbevolkte eiland met ruim 4.2 miljoen inwoners (tweemaal zoveel als Gelderland), ontvangt jaarlijks ruim 15 miljoen toeristen, onder wie 200.000  Nederlanders. 

2018-08-15 (Vrij Nederland) Van KNIL-militair tot bevrijdingssoldaat: op zoek naar het verhaal van Adolf Lembong

Jos de Mul, Van KNIL-militair tot bevrijdingssoldaat: op zoek naar het verhaal van Adolf Lembong. Vrij Nederland online, 15 augustus 2018.

Nieuwsgierig geworden door de verhalen van z’n Indonesische schoondochter bezoekt hoogleraar filosofie Jos de Mul het graf van haar oudoom, ex-KNIL-militair Adolf Gustaaf Lembong. De ex-KNIL-militair werd in 1950 op gruwelijke wijze om het leven gebracht tijdens de staatsgreep tegen de jonge Indonesische staat, geleid door de beruchte Raymond Westerling.

Tekst: Jos de Mul

Fotografie: Jos de Mul & Lanny LembongClick to enlarge image Dode_Lembong.PNG

Lanny Lembong, onze Indonesische schoondochter, maakt ons wegwijs in haar complexe familiegeschiedenis terwijl we op Ngurah Rai, het vliegveld van Bali, wachten op onze vlucht naar Manado, de hoofdstad van Noord-Sulawesi. We zijn op weg naar de desa Ongkaw, de geboorteplaats van haar vader. In 1947 vertrok hij op achttienjarige leeftijd van daaruit met zijn oom Adolf via Makassar naar Jakarta, op zoek naar werk. Hij zou de rest van zijn leven in de hoofdstad slijten en Lanny is er opgegroeid. De laatste keer dat zij Ongkaw bezocht, was zij acht jaar oud.

We gaan de jongste broer van Lanny’s vader bezoeken en willen ook het monument dat in Ongkaw voor ‘oom Adolf’ is opgericht, gaan bekijken. De verhalen die in de familie over hem de ronde doen, maken me nieuwsgierig naar zijn veelbewogen leven. Wikipedia leert dat luitenant-kolonel Adolf Gustaaf Lembong (1910-1950) in dienst was van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Filipijnen als lid van een Amerikaans-Filipijnse guerrillagroep tegen de Japanners heeft gevochten.

2018-05-16 (De Groene Amsterdammer) Zwermgeesterij. Een posthumaan scenario

Jos de Mul. Zwermgeesterij. Een posthumaan scenario. De Groene Amsterdammer nr. 20-21, 16 mei 2018, 86-89.

Als ik naar de boom in mijn tuin kijk, dan ben ik het die de boom ziet. Het is niet mijn buurman die hem ziet. Maar wat niet is kan nog komen, in het posthumane tijdperk waarin ons brein geïntegreerd is in een computernetwerk.

Revolutionaire ontwikkelingen op het gebied van de productie van energie en goederen, transportmiddelen en informatie- en communicatietechnologieën hebben het menselijk leven en het aanzien van de aarde in de afgelopen twee eeuwen ingrijpend veranderd. De moderne wetenschap en techniek hebben de mens een ongekende macht over de natuur verschaft. Vanwege de impact van het menselijk handelen op het klimaat wordt het huidige geologische tijdvak niet zonder reden aangeduid als het Antropoceen.

Naar het zich laat aanzien staan we nog maar aan het begin. Waar de negentiende en twintigste eeuw door de metallieke aard van de genoemde technologieën het tijdvak van de grijze technologie kan worden genoemd, daar hebben we met de stormachtige ontwikkeling van de levenswetenschappen en biotechnologie het tijdperk van de groene technologie betreden. Met de versmelting van biologie en informatiewetenschap is na de levenloze natuur ook het leven tot object van wetenschappelijke beheersing en manipulatie geworden. Terwijl nano-ingenieurs afdalen in de cel om die naar menselijke behoeften te verbouwen, nestelen biologen zich in de machine om deze tot leven te brengen. Convergerende technologieën als genetische modificatie, neurale interfaces, kunstmatige intelligentie en robotica zijn bezig het aanzien van het leven op aarde op een zo mogelijk nog drastischer wijze te transformeren. Het is de vraag in hoeverre het menselijk leven zich aan deze transformatie kan onttrekken.

2017-11-25 (Trouw) Hoe ik bijna boeddhist werd

Jos de Mul. Hoe ik bijna boeddhist werd. Trouw. Bijlage Letter en Geest, 25 november 2017, 14-18.

Het gastenverblijf van de Ritsumeikanuniversiteit ligt vlak bij de Ryoan-ji tempel met zijn beroemde zentuin, aan de voet van de heuvels die Kyoto omringen. Terwijl ik mijn gastcolleges over de Griekse tragedie voorbereid,  leest mijn vrouw Gerry over de 1200 kilometer  lange Saigoku-bedevaartstocht naar 33 tempels in de Kansei regio. De tocht viert volgend jaar haar 1300ste verjaardag.

Ik heb, anders dan mijn lief, niet veel talent voor religie. Aan mijn opvoeding heeft dat niet gelegen. Ik groeide op in een Nederlands-hervormd gezin in Terneuzen, waarin voor iedere maaltijd werd gebeden. Elke schooldag begon met een uur bijbelse geschiedenis. Ik genoot van de verhalen en koester nog altijd het plechtstatige Nederlands van de statenbijbel, die mijn vader op zijn dertiende, bij de kerstfeest in 1942 van de zondagschool kreeg. Maar toen ik als dertienjarige van mijn oom Leen een boek over de evolutie te lezen kreeg, verkocht ik mijn ziel aan de wetenschap. Omdat ik die fantastische bijbelverhalen altijd al met een lichte scepsis had aangehoord, was het afscheid van het geloof geen traumatische gebeurtenis en ben ik nooit een militant atheïst à la Richard Dawkins geworden. Als wijsgerig antropoloog fascineert de religie mij nog steeds om wat ze bewerkstelligt, zowel ten goede als ten kwade.

Mijn lief is uit ander, katholiek hout gesneden. Ook zij zei de kerk vaarwel, maar er bleef een spiritueel vuurtje in haar smeulen. Gerry mediteert dagelijks en kan geen kathedraal betreden zonder een kaarsje voor Maria te ontsteken. En nu, in Kyoto, mag ik, ongelovige Thomas, haar vergezellen.

2017-10 (Vrij Nederland) Welk lichaamsdeel kunnen we binnenkort missen?

Jos de Mul. Welk lichaamsdeel kunnen we binnenkort missen? Rubriek De Grote Vraag. In: Vrij Nederland. Jaargang 78 (2017), Oktober: 14-15.

De rol van de bij reproductie betrokken organen zie ik in een mogelijk niet al te ver weg gelegen toekomst afnemen. Niet dat de geslachtsdelen zullen verdwijnen (die hebben immers ook nog andere functies), maar het lijkt me niet ondenkbaar dat ‘wild baren’, zoals de wilden in reservaten in Huxleys A Brave New World, in toenemende mate in onbruik zal geraken. Naarmate het modificeren van genetische eigenschappen steeds gebruikelijker zal worden, zal waarschijnlijk ook de verdere ontwikkeling van het embryo in toenemende mate buitenbaarmoederlijk – in ectopic pregnancy tubes (al bestaat de combinatie van ectopic pregnancy en tubes nog niet) gaan plaatsvinden. Deze ontwikkelingen resoneren door naar de politiek: het patenteren van genetische eigenschappen door marktpartijen en de rol die de staat dient te spelen zijn dan de hot items in de biopolitiek. De in 2031 te publiceren jubileumeditie van Aldous Huxley’s Brave New World, naar aanleiding van de honderdste verjaardag van het boek, wordt een van de grootste bestsellers aller tijden.

 

 

2017-03 (AMC Magazine) Antigone op de intensive care

Jos de Mul. Antigone op de intensive care. De Vrijheidsillusie. AMC Magazine. Maart 2017, nr. 2, 16-18.

Over onze individuele vrijheid hebben we op het eerste gezicht weinig te klagen. Vergeleken bij eerdere generaties is er veel meer ruimte om een eigen leven te leiden. Hoewel - zijn we echt zoveel vrijer? Achttien toonaangevende wetenschappers en publicisten plaatsen hun kanttekeningen. Aflevering 10: Jos de Mul over de tragiek van het zelfvoltrokken noodlot.

‘Vrijheid’ is een begrip met positieve connotaties. Het duidt op de afwezigheid van factoren die ons denken en handelen beknotten. Van vrijheid, zo lijkt het, kun je nooit genoeg krijgen: hoe meer vrijheid, hoe beter.
Natuurlijk worden er omwille van de lieve vrede wel bepaalde grenzen aan de vrijheid gesteld. Zo zijn we bijvoorbeeld niet vrij anderen te bestelen of te doden. Maar ook als we grenzen aan onze vrijheid stellen, doen we dat doorgaans uit naam van diezelfde vrijheid. In dat geval uit naam van de vrijheid van de ander. Wat u niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.

Wij moeten elkaars vrijheid respecteren, want iedereen heeft recht op vrijheid. We dienen de vrijheid van eenieder zo groot mogelijk te maken met inachtneming van het recht op vrijheid van alle anderen. Maximale vrijheid voor iedereen, dat is ideaal.
Toch kunnen we ons afvragen of de vrijheid niet ook inherente schaduwkanten kent. Dat nu is precies de vraag die Griekse tragedies ons al vijfentwintig eeuwen voorleggen. Het is niet toevallig dat die Griekse tragedies op dezelfde plaats en in dezelfde tijd – Athene in de vijfde eeuw voor Christus - zijn ontstaan als de democratie, de regeringsvorm waarin de burgers in vrijheid zichzelf besturen. Tragedies legden de democratische Atheners een bijzonder unheimliche vraag voor: Jullie hebben nu de vrijheid nu wel ‘uitgevonden’, maar was dat werkelijk zo’n goed idee?

2017-03-01 (Gereformeerd Dagblad) Populist is in zijn nopjes met sociale media

Jos de Mul. Populist is in zijn nopjes met sociale media. Gereformeerd Dagblad, 1 maart 2017, 6-7.

Populisten zijn er in vele soorten en maten, maar wat ze allemaal delen is een politiek van uitsluiting van wat zij beschouwen als ‘volksvreemde’ een ‘volksvijandige’ elementen en een demagogische stijl van politiek bedrijven met behulp van beledigende woorden als ‘kopvoddentax’. Dergelijke taal draagt in belangrijke mate bij aan de verruwing van de omgangsvormen, volgens een recent onderzoek van I&O Research een van de grootste zorgen van de Nederlandse bevolking. En bij die verruwing spelen de sociale media een cruciale rol.

Demagogie – het in beweging brengen van het volk met retorische middelen – maakt een politicus nog niet noodzakelijk tot een populist. Demagogie is eigen aan democratie. Iedere politicus doet immers zijn best om kiezers voor zijn standpunten te winnen, en dan is een zekere mate van demagogie onvermijdelijk. Dat gold al voor de directe democratie in het klassieke Athene en dat is er niet minder op geworden in het tijdvak van de massamedia.

Het hedendaagse populisme van Trump en Wilders kan echter niet goed begrepen worden zonder daarbij de rol van het internet en met name sociale media als Twitter en Facebook in ogenschouw te nemen. Deze nieuwe media hebben het politieke landschap in een aantal opzichten ingrijpend getransformeerd. En die transformaties leggen populisten en hun ‘volgers’ geen windeieren. Voor een populistisch leider hebben sociale media drie forse voordelen boven de klassieke massamedia.

2017-03-02 (Friesch Dagblad) Populist is in zijn nopjes met sociale media

Jos de Mul. Populist is in zijn nopjes met sociale media. Friesch Dagblad, 2 maart 2017, 10.

Populisten zijn er in vele soorten en maten, maar wat ze allemaal delen is een politiek van uitsluiting van wat zij beschouwen als ‘volksvreemde’ een ‘volksvijandige’ elementen en een demagogische stijl van politiek bedrijven met behulp van beledigende woorden als ‘kopvoddentax’. Dergelijke taal draagt in belangrijke mate bij aan de verruwing van de omgangsvormen, volgens een recent onderzoek van I&O Research een van de grootste zorgen van de Nederlandse bevolking. En bij die verruwing spelen de sociale media een cruciale rol.

Demagogie – het in beweging brengen van het volk met retorische middelen – maakt een politicus nog niet noodzakelijk tot een populist. Demagogie is eigen aan democratie. Iedere politicus doet immers zijn best om kiezers voor zijn standpunten te winnen, en dan is een zekere mate van demagogie onvermijdelijk. Dat gold al voor de directe democratie in het klassieke Athene en dat is er niet minder op geworden in het tijdvak van de massamedia.

Het hedendaagse populisme van Trump en Wilders kan echter niet goed begrepen worden zonder daarbij de rol van het internet en met name sociale media als Twitter en Facebook in ogenschouw te nemen. Deze nieuwe media hebben het politieke landschap in een aantal opzichten ingrijpend getransformeerd. En die transformaties leggen populisten en hun ‘volgers’ geen windeieren. Voor een populistisch leider hebben sociale media drie forse voordelen boven de klassieke massamedia.

2017-03-25 (Trouw) Polder Wilders het kabinet in

Jos de Mul. Polder Wilders het kabinet in. Trouw, 25 februari 2017, 4-7.

Populisme teistert Europa en de VS. Is een cordon sanitaire een goed idee? Nee, vindt Jos de Mul. Het sterkste wapen tegen Wilders is: inpolderen.

Enkele maanden geleden publiceerde de Vlaamse auteur Tom Lanoye onder de titel ‘Het verdriet van Nederland’ een vlammend pamflet in NRC. Daarin presenteerde hij mij de rekening voor de discussie die wij enkele jaren eerder in Tilburg tijdens de Dag van de Filosofie hadden over het Vlaamse cordon sanitaire. Ik had betoogd dat ik dat geen goed idee vond.

Lanoye verdedigde het hartstochtelijk – maar op mijn argumenten ging hij niet in. Hij tamboereerde, gelardeerd met schimpscheuten aan het adres van de arrogante Nederlanders, op het grote succes van het cordon sanitaire in Vlaanderen, dat tot niet minder dan ‘de electorale implosie’ van het Vlaams Belang van Filip Dewinter had geleid. “Feit blijft”, zo besloot hij zijn schotschrift, “dat het welslagen van het Belgische cordon in Nederland systematisch wordt ontkend. Aan dat negationisme hangt de geur van een gezamenlijke bezwering, van prematuur exorcisme. Eén democratische techniek [uitsluiting, red] wordt bij voorbaat geschrapt, op ingebeelde gronden en tegen alle bewijzen en getuigenissen in. Is dat lafheid, vrienden? Of vinden jullie werkelijk dat er, overal en te allen tijde, met wie of wat dan ook gepolderd móet worden?”

Ik kan natuurlijk niet voor andere door Lanoye bespotte Nederlanders spreken, maar wat mij betreft is het antwoord: jazeker. Als we de pluralistisch-democratische rechtsstaat willen handhaven die we in de afgelopen eeuwen stap voor stap hebben opgebouwd, dan zullen we inderdaad moeten blijven polderen. Maar dat betekent, anders dan Lanoye beweert, allerminst een knieval voor de ideologie van het populisme.

2016-08-20 (Vrij Nederland) In Japan heeft Erica een ziel

Jos de Mul. In Japan heeft Erica een ziel. Vrij Nederland, 20 augustus 2016, 41-45.

Kansai Science City doet op het eerste gezicht eerder aan de Verenigde Staten denken dan aan Japan. Waar Kyoto voor een groot deel bestaat uit smalle straatjes, volgebouwd met kleine huizen met minuscule tuintjes, waarin zelfs de bonsai boompjes het niet breed hebben, daar is dit enorme, tussen Kyoto, Osaka en Nara gelegen science park een grotendeels open vlakte, doorkruist door brede autowegen. Daaraan liggen, om de paar honderd meter, kolossale gebouwen, die de researchafdelingen huisvesten van zo’n 250 Japanse onderzoeksinstituten, universiteiten en multinationale bedrijven als Panasonic.

Bepaald on-Amerikaans daarentegen zijn de comfortabele fietspaden. Ik heb de veertig kilometer, die mijn appartement in het Noorden van Kyoto van Kansai Science City scheidt, fietsend langs de Katsura en Yodo rivier overbrugd op weg naar de Hiroshi Ishiguro Laboratories, gehuisvest in het Advanced Telecommunications Research Institute International (ATR). Bij het schrijven van mijn boek Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0 raakte ik gefascineerd door de Japanse voorkeur voor androïden, robots die bedrieglijk echt op mensen lijken. Met name de regio Kyoto-Osaka staat hierom bekend en ik maak van mijn verblijf als gasthoogleraar in Kyoto gebruik om me op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen.

2017-02-24 (Vrij Nederland) We moeten niet méér democratie, maar bétere democratie

Jos de Mul. We moeten niet méér democratie, maar bétere democratie. Vrij Nederland Online, 24 februari 2017.

Referenda of loterijen zullen de crisis van de democratie niet oplossen, betoogt filosoof Jos de Mul. De elites moeten een échte open dialoog met de burgers aangaan, en ook de belangen van de PVV-kiezers serieus gaan nemen.

De opkomst van het populisme heeft mede geleid tot discussies over de kloof tussen burger en politiek, de crisis van de democratie en de manieren om die kloof te overbruggen en de crisis te bezweren. Veel bijdragen aan het publieke debat gaan ervan uit dat genoemde kloof en crisis samenhangen met het representatieve karakter van de huidige democratie. De oplossing wordt dan gezocht in meer of minder drastische herzieningen van het democratisch bestel. Bijvoorbeeld in de richting van meer deliberatieve of directe vormen van democratie.

Bij de formulering van de oplossing speelt het natuurlijk een grote rol hoe men tegen het populisme aankijkt. Wie het populisme als een bedreiging beschouwt voor de rechtsstaat en de pluralistische democratie, zal naar andere oplossingen neigen dan wie van mening is dat populisten een nuttige, correctieve functie vervullen in de representatieve democratie of dan degenen die het populisme ruim baan willen geven omdat het de meest ideale vorm van democratie belichaamt. In dit essay zal ik enkele analysen en voorstellen bespreken en wegen.

2016-04-02 (Vrij Nederland) Noble vs. Dawkins. DNA is geen program van het concert des levens

Jos de Mul. Noble vs. Dawkins. DNA is geen program van het concert des levens Vrij Nederland #13, 2 april, 2016, 77-81.

In The Music of Life. Biology Beyond the Genes zet de befaamde Oxford fysioloog en systeembioloog Denis Noble een frontale aanval in op The Selfish Gene van zijn Oxford-collega en oud-student Richard Dawkins, een boek dat 40 jaar na zijn publicatie de gemoederen nog altijd verhit houdt. Jos de Mul, die de deze maand verschenen Nederlandse vertaling van Nobles boek heeft voorzien van een uitgebreide inleiding en nabeschouwing, gaat in op de controverse tussen Noble en Dawkins, die in laatste instantie handelt over de vraag wat het betekent om mens te zijn.

Jos de Mul

Dit jaar is het 40 jaar geleden dat Richard Dawkins boek The Selfish Gene – in het Nederlands verschenen onder de titel Onze zelfzuchtige genen. Over evolutie, agressie en eigenbelang - werd gepubliceerd. Van deze bijbel van het ‘orthodox neodarwinisme’ (Dawkins’eigen woorden in de tweede druk uit 1989) gingen niet minder dan 1 miljoen exemplaren over de toonbank, in meer dan 25 talen. Waarschijnlijk is er sinds Darwins The Origin of Species (1859) geen ander biologieboek gepubliceerd dat zo’n enorme invloed heeft uitgeoefend op zowel het mensbeeld van het grote publiek als op het wetenschappelijk onderzoek, niet alleen in de levenswetenschappen, maar ook in de sociale en de geesteswetenschappen. Het is een bijzonder radicaal boek dat met zijn briljant geformuleerde boodschap -  dat organismen niet veel meer zijn dan tijdelijke voertuigen van onsterfelijke genen - een reductionistisch, deterministisch en in laatste instantie nihilistisch mensbeeld tot uitdrukking brengt.

Gencentrisme

Behalve veel navolging heeft The Selfish Gene ook veel weerstand opgeroepen en vandaag de dag is het boek nog even controversieel als bij zijn verschijning in 1976. Waar zoöloog Matt Ridley in zijn terugblik op het boek in het gezaghebbende tijdschrift Nature (28 januari.j.l.) stelt dat Dawkins gencentrische opvatting van de evolutie in de wereld van de biologie inmiddels algemeen is geaccepteerd en dat de alternatieve verklaringen - voortbrengselen van ‘lazy thinking of the 1960s’ - inmiddels iedere betekenis hebben verloren, daar argumenteert wetenschapshistoricus Nathaniel Comfort in hetzelfde Nature (10 september j.l.) dat Dawkins’ boek vrijwel geheel is achterhaald door de recente ontwikkelingen in de genetica. Wat Comfort vooral stoort is dat de zelfgenoegzame Dawkins de revolutionaire ontwikkelingen die de bijl hebben gezet aan het orthodoxe neodarwinisme, ook in zijn meest recente werk blijft veronachtzamen.

Wat de discussie rondom The Selfish Gene boeiend en belangrijk maakt, is dat het veel meer is dan een controverse over concurrerende biologische theorieën. Dawkins  gencentrisme – de idee dat het in de evolutie uitsluitend draait om de reproductie van zelfzuchtige genen – gaf zijn boek volgens critici ook een bedenkelijk politieke lading. Het zou in de tachtiger jaren niet alleen gediend hebben als een ideologische rechtvaardiging voor het greed is good thatcherisme, maar het zou ook hebben bijgedragen aan het in de biologische wetenschap opnieuw salonfähig maken van het ‘rasrealisme’, dat na de gruwelijke genetische experimenten van de nazi’s gedurende een aantal decennia volstrekt taboe was geweest. Bovendien maakte de The Selfish Gene met zijn nadruk op het blinde karakter van de evolutie felle kritieken los van de zijde van creationisten, wat Dawkins ertoe verleidde in boeken als The God Delusion (2006) een steeds militanter atheïsme te gaan uitdragen. Die strijd met de creationisten heeft er bovendien toe geleid dat Dawkins kritiek van andere biologen op zijn werk al snel percipieerde als een aanval in de rug. Nu misbruiken creationisten dergelijke kritiek inderdaad niet zelden om de evolutietheorie als zodanig verdacht te maken, wat er toe heeft geleid dat evolutiebiologen hun kritiek op Dawkins’ radicale neodarwinisme vaak binnenskamers houden.

Zo niet Denis Noble, die in zijn boek The Music of Life. Biology Beyond the Genes, waarvan de eerste editie in 2006 zowat gelijktijdig verscheen met de 30th anniversary edition van The Selfish Gene, frontaal de aanval inzette op Dawkins. Die vrijmoedigheid houdt waarschijnlijk samen met het feit dat Noble een relatieve buitenstaander is op het gebied van evolutietheorie en genetica. Noble was ten tijde van de publicatie van het boek (emeritus) hoogleraar cardiovasculaire fysiologie aan de Oxford University en had grote faam verworven met computersimulaties van het hart. Daarnaast geldt hij als een van de grondleggers van de systeembiologie. Pikant daarbij was dat het mikpunt van zijn aanval een oud-student en Oxford-collega was.  Dawkins studeerde in de jaren zestig biologie aan het Balliol College waar de vijf jaar oudere Noble, die als promovendus reeds naam gemaakt had met publicaties in Nature, in 1963 tot lecturer was benoemd. Tot aan zijn emeritaat in 2008 was Dawkins Professor for Public Understanding of Science aan diezelfde Oxford University.

Giraffen, muizen en genen

Om de portee van de strijd tussen Noble en Dawkins te begrijpen, dienen we die te plaatsen tegen de achtergrond van de ontwikkeling van de moderne evolutieleer. Waar het denken over de natuur er onder invloed van het christendom nog tot ver in de achttiende eeuw van uitging dat de biologische soorten vanaf de schepping ongewijzigd zijn gebleven, onderging het wereldbeeld in de negentiende een fundamentele historisering. Terwijl de achttiende-eeuwer Linnaeus, aan wie wij de classificatie van biologische soorten hebben te danken die nog altijd wordt gehanteerd, een nog overwegend statische opvatting had van de orde der natuur, ontwikkelde de Franse filosoof Lamarck in zijn Philosophie Zoologique als eerste een consistente evolutietheorie. Uitgangspunt was de gedachte dat alle organismen een levenskracht bezitten die hen aanzet tot steeds complexere organisatie. Daarbij veronderstelde Lamarck dat de organismen zich voortdurend aanpassen aan de wisselende omstandigheden. Organen worden versterkt of verdwijnen naarmate ze intensiever worden gebruikt en de aangeleerde eigenschappen worden overgedragen op de volgende generaties. Zo verklaarde hij de lange nek van de giraffe uit het voortdurend uitstrekken van de nek om bij de hoogste blaadjes te komen. Volgens Lamarck verliep de evolutie door dergelijke leerprocessen snel, schoksgewijs en doelgericht.

Darwin nam dat idee van Lamarck over, maar ontwikkelde in zijn boek The Origins of Species ook een complementaire theorie van de evolutie van het leven: de natuurlijke selectie. Deze theorie, door de filosoof Daniel Dennett het beste idee genoemd dat iemand ooit heeft gehad, stelt dat er in de natuur het aantal nakomelingen altijd groter is dan het aantal dat volwassen wordt en zich reproduceert. Bij de reproductie doen zich altijd kleine verschillen voor en volgens Darwin selecteert de natuur de individuen die het beste zijn aangepast aan de steeds veranderende omstandigheden. Anders dan lamarckiaanse evolutie verloopt de darwiniaanse zeer traag, gradueel en ongericht.

Aan de populariteit van Lamarcks theorie kwam abrupt een eind door even cru als simplistisch experiment van de Duitse bioloog Weismann. Hij hakte gedurende zes generaties de staarten af van een groot aantal muizen om te toetsen of ze deze ‘aangeleerde eigenschap’ zouden doorgeven aan het nageslacht en toen dat niet gebeurde, concludeerde hij dat Lamarcks theorie onjuist was. Volgens hem bewees het dat dat veranderingen in de lichaamscellen geen enkele invloed uitoefenen op de geslachtscellen. Deze zogenaamde Weismannbarrière zou een belangrijke inspiratiebron vormen voor het neodarwinisme.

Dat neodarwinisme was het resultaat van de combinatie van Darwins theorie van de natuurlijke selectie en de erfelijkheidswetten van Mendel. Darwin had weliswaar opgemerkt dat nakomelingen altijd onderlinge verschillen vertonen, maar hij kon niet verklaren hoe dat kwam. Mendel kwam er dankzij experimenten met het kweken van erwten achter dat erfelijke eigenschappen uit discrete eenheden bestaat - in 1909 door de Deense botanicus Johannsen genen gedoopt – en dat de overerving daarvan aan wiskundige wetten gehoorzaamt. Op basis van dat inzicht ontwikkelde zich in de loop van de eerste helft van de twintigste eeuw de populatiegenetica die het darwinisme een wiskundige onderbouwing verschafte.

De als ‘moderne synthese’ aangeduide versmelting van evolutieleer en genetica kreeg in 1953 zijn bekroning in de ontdekking van het dna, een macromolecuul dat zich in iedere celkern bevindt en dat bij de mens uit niet minder dan drie miljard in vier varianten voorkomende bouwstenen bestaat. Ieder gen bestaat uit een specifieke reeksen van die bouwstenen, die – zo dachten de ontdekkers –het recept of het programma vormden voor de erfelijke eigenschappen van het organisme. Bij de reproductie wordt het dna overgedragen op het nageslacht (waarbij in geval van geslachtelijke voortplanting telkens een unieke mix van de eigenschappen van de ouders ontstaat). Ook kunnen er door sporadische kopieerfoutjes bij de reproductie van het genetisch materiaal nieuwe eigenschappen ontstaan. Deze mutaties spelen volgens de neodarwinisten een cruciale rol in de evolutie van het leven op aarde.

Behalve bij de overdracht van de genetische eigenschappen op het nageslacht speelt het dna ook een cruciale rol bij de productie – via een tussenstadium in de vorm van de stof rna -  van de ca. honderdduizend verschillende soorten eiwitten, die – onder meer als bouwstof,  brandstof, enzymen, hormonen en afweerstoffen – onontbeerlijk zijn voor het menselijk leven. Het idee daarbij was dat ieder gen codeert voor één specifiek eiwit en eigenschap. Francis Crick, één van de ontdekkers van het dna, formuleerde op basis daarvan ‘het centrale dogma’ van het neodarwinisme: genetische informatie kan uitsluitend worden overgedragen van dna via rna naar eiwitten, maar nooit andersom. Deze regel werd door veel neodarwinisten onder invloed van Weismann echter uitgelegd als zouden de eigenschappen van organismen uitsluitend via de genen kunnen worden overgeërfd en dat het organisme noch de omgeving veranderingen kunnen aanbrengen in het genoom.

Deze interpretatie van Cricks centrale dogma maakte de weg vrij voor de gencentrische benadering van de evolutie, die dankzij Dawkins’ bestseller The Selfish Gene vervolgens een enorme vlucht nam. Het gencentrisme vormde ook een belangrijke inspiratiebron voor het Humane Genome Project (1990-2003). Het is kaart brengen van alle genen zou niet alleen in staat stellen ziekten te kunnen voorspellen en genezen, maar het zou niet minder betekenen dan de ontcijfering van ‘het boek van het leven’.

Biologie voorbij de genen

Hoewel de snelheid waarmee het menselijk genoom door de samenwerking van wereldwijd opererende genetici zonder meer indrukwekkend is, was het resultaat toch in zekere zin teleurstellend. Dat het menselijk genoom geen 100.000 genen bevatte (zoals op basis van het aantal verschillende eiwitten was voorspeld) maar niet veel meer dan 20.000, betekende niet alleen een krenking van het narcisme van de menselijke soort (er zijn eencelligen die drie keer zoveel genen hebben als de mens!), maar het betekende ook het einde van het one gene, one function paradigma. De meeste genen werken, vaak met honderden of zelfs duizenden, samen in complexe netwerken. Het aantal mogelijke combinaties is zo hyperastronomisch groot (vele malen groter dan het aantal elementaire deeltjes in het universum), dat het besef postvatte dat het Human Genome Project niet zozeer het einde als wel een uiterst bescheiden begin van het genetisch onderzoek markeerde.

Wat ook al snel duidelijk werd was dat genen niet vanzelf tot expressie komen. Ze kunnen aan en uit worden gezet. Daarbij speelt de 98,5% van het dna dat niet uit genen bestaat, en dat eerder was afgedaan als evolutionair afval (junk dna), een cruciale rol. In het ‘postgenomische’ onderzoek bleken ook andere aannames van het neodarwinisme onhoudbaar. Mutaties blijken veel minder toevallig te zijn dan eerder aangenomen. Zowel de snelheid, de hoeveelheid als de locatie laat sterke fluctuaties zien. Zulke vormen van natuurlijke genetic engeneering doen zich bijvoorbeeld voor in het immuunsysteem, dat zich daardoor snel kan aanpassen aan de voortdurende mutaties van virussen die het organisme bedreigen.  Ook blijkt genetische verandering vaak helemaal niet gradueel te verlopen. Zo ontdekte Barbara McClintock al in 1951 dat grote stukken dna, die vaak meerdere genen omvatten, van de ene naar de andere locatie op het genoom worden getransponeerd. Voor de ontdekking van deze jumping genes, die onder invloed van het neodarwinistische paradigma lange tijd werd veronachtzaamd, werd haar in 1983 de Nobelprijs toegekend. Deze ontdekkingen vestigden de aandacht weer op de door Lamarck opgemerkte zelforganisatie van het organisme.

Zo mogelijk nog spectaculairder was de rehabilitatie van Lamarcks idee van de overerving van aangeleerde eigenschappen in de epigenetica (de tak van de genetica die de invloed van processen buiten de celkern op de erfelijkheid bestudeert). Erfelijkheid blijkt zich niet te beperken tot het dna, maar ook stoffen buiten de celkern en gedrag blijken overerfbaar te kunnen zijn. Zo toonde de Chinese onderzoeksgroep van Sun in Wuhan aan dat wanneer het dna van een karper in de bevruchte maar van dna ontdane eicel van een goudvis wordt geplaatst, het resultaat een hybride is, die zowel eigenschappen van de karper als de goudvis heeft. En de onderzoeksgroep van Feig liet zien dat muizen die gedurende hun adolescentie in een stimulusrijkere omgeving opgroeiden dan een controlegroep, niet alleen zelf beter presenteerden in geheugenopdrachten (wat niet verwondert), maar dat dit leereffect ook de daaropvolgende generaties aanhield, ook wanneer die generaties niet in een stimulusrijke omgeving opgroeiden. Experimenten met de kleine worm C-elegans lieten zien dat dergelijke lamarckiaanse leereffecten wel 100 generaties kunnen standhouden.

Wat deze experimenten ons leren is dat het hele onderscheid tussen nature en nurture problematisch is. Het is niet zozeer een kwestie van ‘allebei een beetje’, maar de genoemde experimenten laten zien dat de aangeleerde eigenschappen (zoals Lamarck vermoedde) zelf kunnen worden overgeërfd. Dat zouden de politieke partijen bij het opstellen van hun programma’s voor de volgende verkiezingen in de oren moeten knopen: het suggereert immers dat investeringen in het onderwijs niet alleen goed zijn voor de huidige generatie, maar ook ten goede komen aan de komende generaties.

De muziek van het leven

Wat genoemde ontwikkelingen leren, zo stelt Denis Noble in The Music of Life. Biology Beyond the Gene, is dat het gencentrische beeld dat Dawkins met zijn metafoor van de zelfzuchtige genen van erfelijkheid en evolutie schetst, op zijn best eenzijdig is. Noble brengt daartegen de metafoor van ‘de muziek van het leven’ in stelling. Net zo min als je muziek kunt reduceren tot de noten op papier, kun je het leven reduceren tot de code van het dna. Dat zou net zo onzinnig zijn als stellen dat een symfonie van Beethoven wordt veroorzaakt door de partituur. Muziek is slechts mogelijk door een samenspel van componist, de partituur, de musici, hun instrumenten en de dirigent. Op vergelijkbare wijze het leven slechts mogelijk door een samenspel van genen, eiwitten, weefsels, organen en de omgeving. Nu zijn metaforen niet louter ornamentaal. Ze richten de aandacht op specifieke aspecten van de werkelijkheid en ze sturen het onderzoek. Ze bovendien retorische munitie. De muziekmetafoor stelt Noble niet alleen in staat de samenhang van de genoemde levenselementen uit te leggen, maar ook om te laten zien waarom Dawkins’ reductionistisch determinisme te kort schiet.

Het hele idee dat de genen het recept of het programma van het leven bevatten, is volgens Noble absurd. dna kan niets op zichzelf doen. We dienen het eerder dan als een recept of programma te begrijpen als een database die door de weefsels en organen wordt gebruikt om de eiwitten aan te maken die ze nodig hebben. Wij zijn niet zozeer de tijdelijke voertuigen van de genen, de genen zijn veeleer de dwangarbeiders van het organisme. Daarbij zet Noble tegen Dawkins reductionisme het begrip ‘neerwaartse veroorzaking’ in.  Waar bij Dawkins de pijl van de causaliteit slechts één richting uitwijst (van genen via eiwitten, cellen, weefsels en organen naar het organisme als geheel), daar richt Nobles metafoor de aandacht op de vele feedbackmechanismen in het organisme, die van bovenaf de lagere niveaus van organisatie aansturen. De dirigent van de muziek van het leven is daarbij overigens niet een specifiek instantie binnen het organisme (zoals de dirigent van het symfonieorkest dat is), maar veeleer het netwerk als geheel. In dat opzicht lijkt een organisme meer op een groep jazzmusici die ook zonder dirigent welluidende muziek voortbrengt.

Bij zijn bespreking van de componist waakt Noble ervoor niet in creationistisch vaarwater te belanden. De rol van de componist is niet weggelegd voor een schepper die buiten of boven de natuur staat, maar is het proces van evolutie zelf, waarbij geldt dat de evolutie ‘nog blinder is dan Beethoven doof was’. De metafoor van de muziek van het leven stelt Noble evenwel in staat een alternatief te bieden voor de deterministische implicaties van The Selfish Gene. Als individu zijn we geen louter speelbal van de processen die zich diep in onze cellen afspelen. Dankzij het mechanisme van neerwaartse veroorzaking kunnen we ons leven als handelingsbekwame individuen leiden. Ook hier geldt dat er geen allesbepalende dirigent is (het autonome, zelfbewuste subject waarvan moderne filosofen als Descartes en Kant droomden), maar dat we afhankelijk zijn van het samenspel van alle elementen van het netwerk. Met kapotte instrumenten of organen klinkt de muziek van het leven vals of valt zij zelfs stil. Maar voor het zover is kent het leven gelukkig ook momenten waarop het ‘uit de pan swingt’ en ons met levenslust vervult.

Nobles The Music of Life biedt zo een krachtig antidotum tegen Dawkins nihilisme. Weliswaar schrijft Dawkins op de laatste bladzijde van The Selfish Gene dat de mens als enige wezen in opstand kan komen tegen de zelfzuchtige genen, maar hoe dat mogelijk zou zijn in het licht van het reductionistisch determinisme dat de voorafgaande tweehonderd pagina’s van zijn boek doordesemt, blijft volkomen onopgehelderd.

Die geruststellende bezwering heeft Dawkins’ lezers in ieder geval niet bereikt. Ik moest daaraan denken toen ik, ten tijde van het schrijven van het nawoord voor de vertaling van Nobles boek, het interview las dat Joost Zwagerman vier dagen voor zijn zelfgekozen dood aan een journalist van HP De Tijd had gegeven. In dat interview gaat hij uitgebreid in op het thema zelfmoord. Met verwijzing van een uitspraak van Nietzsche vertelt hij dat de gedachte aan zelfmoord hem lange tijd troost had geboden op kwade momenten in zijn leven. Maar dat troostrijke karakter verdween toen zijn vader een poging ondernam zich van het leven te beroven. Vanaf dat moment  stond zijn leven in het teken van de vrees dat hijzelf en zijn kinderen en toekomstige klein- en achterkleinkinderen genetisch voorbestemd zouden zijn om zelfmoord te plegen. Natuurlijk wil ik niet beweren dat het neodarwinistische mensbeeld Zwagerman tot zelfmoord heeft gedreven. Het mislukken van zijn huwelijk, het feit dat bij hem de ongeneeslijke en veel ongemak en pijn veroorzakende ziekte van Bechterew was gediagnosticeerd en zijn terugkerende depressies zullen ongetwijfeld ook een belangrijke rol hebben gespeeld. Ook hier geldt dat het in het leven altijd om een samenspel van elementen gaat. Maar dat de genetische predestinatieleer die door boeken als The Selfish Gene  wordt verspreid daarin een rol in heeft gespeeld, lijkt mij zeer waarschijnlijk.

Voor wie het leven lief heeft, biedt de aubade aan het leven die Noble de lezer in De muziek van het leven ten gehore brengt, in ieder geval heel wat meer houvast.

 

 

 

 

2015-09-19 (Trouw) Waarom we robots zo vrezen

Jos de Mul. Waarom we robots zo vrezen. Trouw.  Zaterdag 19 september, 2015. Letter & Geest, 4-7.

Hoe mooier en slimmer robots zijn, des te groter de existentiële angst die ze bij ons oproepen. Ze krenken ons narcisme, zo laten recente films  krachtig zien. Maar is dat terecht?

Robots hebben wat beeldvorming betreft een belabberd jaar achter de rug. Oxford University voorspelde dat robots binnen twintig jaar 50 procent van de huidige banen zullen inpikken. In juli waarschuwden wetenschappers voor de ontwikkeling van ‘vliegende robots’, autonome drones, die zonder menselijke aansturing een doelwit selecteren en uitschakelen. En ook de vrees van de beroemde natuurkundige Stephan Hawking dat superieure kunstmatige intelligenties wel eens een einde zouden kunnen betekenen voor het menselijk ras, haalde de voorpagina’s.

2015-05-02 (Trouw) Niet terug, maar vooruit naar de natuur!

Jos de Mul. Terug naar de natuur? Nee, bedankt. Trouw. Letter en Geest. Zaterdag 2 mei, 2015, 4-7.

De Vereniging Natuurmonumenten, die op 22 april j.l. precies 110 jaar bestond, hield ter gelegenheid daarvan in Amersfoort een voorjaarsforum over natuurinnovatie onder de prikkelende titel ‘Technologie, natuurlijk’. Jos de Mul was een van de sprekers op dit forum. De volgende tekst is een ingekorte versie van zijn lezing.

Niet terug, maar vooruit naar de natuur!

En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant. De dichter Bloem zat er, domweg gelukkig in de Dapperstraat,  niet echt mee, maar veel Nederlanders wel. De Vereniging Natuurmonumenten driekwart miljoen leden - daar kunnen politieke partijen slechts van dromen.

De vereniging beweert dat de natuur ernstig wordt bedreigd. We lezen op de website: “In een dichtbevolkt land is natuur extra kwetsbaar. Daarom beschermt Natuurmonumenten natuurgebieden, waardevolle landschappen en cultureel erfgoed. Overal in Nederland. Voor iedereen. Die natuur stellen we veilig tot in de eeuwigheid door natuur aan te kopen, te beheren en toegankelijk te maken voor iedereen.” 

Mooi. Maar wat zijn precies die natuurgebieden, welke landschappen zijn het waard behouden te worden, en wat maakt een natuurgebied tot cultureel erfgoed?

2015-07-04 (Trouw) Hoe de overheid vertrouwen verspeelt - en kan heroveren

Jos de Mul. Hoe de overheid vertrouwen verspeelt - en kan heroveren. Trouw, Letter & Geest, 4 juli 2015, 4-7.

Online winkelen, vakantie boeken: we gebruiken massaal internet. Maar  de helft van de Nederlanders vertrouwt de ICT-systemen van de overheid niet erg, stelde de Nationale ombudsman in 2013 vast. Toch wil het kabinet dat we over twee jaar allemaal onze zaken met die overheid via internet regelen. 

Waar komt het wantrouwen tegen de overheid vandaan? En wat kan de overheid daartegen doen?

Die robot gaat ons krenken

Jos de Mul, Die robot gaat ons krenken. Trouw, 5 april 2014, Letter en Geest, 4-8.

Dit artikel is is het derde en laatste in een serie over filosofie en techniek (zie ook Letter&Geest 25/1 en 1/3). Deze week verscheen Jos de Muls Essay voor de Maand van de Filosofie: Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0.

Schoorvoetend maakt de androïde robot zijn entree in de publieke en private ruimte, waar hij mee gaat doen aan het menselijk verkeer. Vooralsnog gebeurt dat vooral in landen als Japan, waar zulke robots die op mensen lijken worden ingezet voor zorgfuncties of als gidsen op drukke trein- en metrostations. Ook in de vermaaksindustrie draaien ze mee. Zoek Miim op YouTube en zie haar zingen met een 'meidengroep', dansen op een expositie en als mannequin bruidsmode showen.

De uiterlijke gelijkenis met mensen is opmerkelijk. Toch zul je ze door hun houterige gedag en beperkte handelingsrepertoire niet snel voor een echt mens verslijten. Maar door de snelle ontwikkelingen in de robotica roepen ze wel talloze vragen op. Krijgen robots ooit bewustzijn en emoties? En een vrije wil? Hoe kom je erachter of je met een bewuste robot van doen heb of slechts met gesimuleerde emoties en wilsbesluiten? Is vriendschap met een robot mogelijk? En seks ermee hebben, is dat verwerpelijk? Gaan robots ons overvleugelen, vernietigen zelfs? En waarin verschillen wij eigenlijk van robots?

Sleutelen zullen we!

Jos de Mul, Sleutelen zullen we! Kunstmatig van nature 1: genetica. Trouw, 25 januari 2014, Letter en Geest, 4-8.

Dit voorjaar houdt de filosoof Jos de Mul drie lezingen die zijn gebaseerd op het door hem geschreven Essay voor de Maand van de Filosofie 2014, Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. De lezingen handelen over de impact van genetica, neurotechnologie en robotica voor de toekomst van de mens, en worden na afloop in Trouw gepubliceerd. De eerste daarvan vond dinsdag 21 januari 2014  plaats in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht.

De twintigste eeuw was met de auto, het vliegtuig, de telefoon, de kerncentrale, de computer en de televisie de eeuw van de fysica. Wanneer we kijken naar de omvang en de snelheid van de ontwikkelingen in de genetica, dan heeft het er alle schijn van dat de eenentwintigste de eeuw die van de biotechnologie wordt. De ontwikkelingen op dat terrein zullen grote economische, maatschappelijke en ethische implicaties hebben.

In de afgelopen decennia is het DNA-onderzoek verschoven van de analoge wereld van de biologie naar de digitale wereld. Zo kunnen  computerprogramma’s als Biospice niet alleen simulaties maken van processen in bestaande cellen, ze kunnen ook het gedrag van gemodificeerde genen en genetische netwerken in silico (met behulp van een computersimulatie) analyseren en voorspellen. Wat programmeerbaar is, kunnen wetenschappers in veel gevallen ook in vitro (in de reageerbuis) en in vivo (in levende organismen) realiseren, door middel van genetische modificatie van bestaande organismen of de productie van synthetische organismen. Het onderzoek is de afgelopen jaren verschoven van het lezen naar het schrijven van de genetische code.

Niemand ontkomt aan de zwermgeest!

Jos de Mul, Niemand ontkomt aan de zwermgeest! Kunstmatig van nature 2: neurotica. Trouw, 1 maart 2014, Letter en Geest, 16-19.

Dit voorjaar houdt filosoof Jos de Mul drie lezingen, die opgenomen worden in zijn Essay voor de Maand van de Filosofie 2014,'Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0'. Dat verschijnt eind deze maand. De lezingen handelen over de gevolgen van genetica, neuro-technologie en robotica op de toekomst van de mens. Het essay op deze pagina's is een bewerkte versie van de tweede lezing, vorige week gehouden in debatcentrum Arminius in Rotterdam. De eerste lezing is verschenen in Letter & Geest va 25 januari. Volgende maand publiceren we ook een bewerking van de derde lezing ('Over hubots en echte mensen') die Jos de Mul geeft op 25 maart in de Radboud-universiteit in Nijmegen. Meer informatie op  www.ru.nl/soeterbeeckprogramma.

De spectaculaire groei van de laatste tien jaar is voorbij, maar het aantal gebruikers van sociale media is indrukwekkend. Facebook heeft in Nederland acht miljoen gebruikers, YouTube zeven, LinkedIn vier en Twitter drie miljoen. Voor de meeste Nederlanders zijn ze een deel van hun leven geworden.

Maar nu zwelt de kritiek aan. Sociale media zijn verslavend. Dat komt, schreven de Harvardpsychologen Tamir en Mitchell in 2012, doordat het onthullen van privé-informatie dezelfde genotcentra in de hersenen activeert als eten, het ontvangen van geld of het hebben van seks. Weliswaar geeft het plaatsen van een status update op Facebook niet hetzelfde plezier als een goede vrijpartij, maar als je er maar genoeg plaatst, kom je een heel eind. Dit verklaart ook waarom gebruikers, zelfs wanneer ze zich zorgen maken over het misbruik van persoonsgegevens op het internet, volharden in hun informatie-exhibitionisme.

Sociale media, China’s nieuwe front

Jos de Mul, Sociale media, China’s nieuwe front. Trouw, 24 november 2012, Letter en Geest, 16-19.

ESSAY Oppositie was makkelijker te onderdrukken toen er nog geen internet of mobieltjes waren. Maar in China zijn critici van de overheid niet de enigen die de nieuwe media gebruiken. Ook de staat komt op ideeën.

De nachtelijke autorit van Zhengzhou Airport naar Kaifeng voert langs een eindeloze serie bouwprojecten. Zover het oog reikt tekenen de fel verlichte torenflats in aanbouw zich af tegen de donkere hemel. Hier wordt dag en nacht gewerkt. Zhengzhou, de aan de Gele Rivier gelegen hoofdstad van de provincie Henan, is niet alleen de bakermat van de Chinese cultuur, maar tevens één van China's dertien nieuwe megalopoleis. Naar verwachting zal het inwonertal de komende acht jaar van drie naar twaalf miljoen groeien.

Gastheer Li Yong informeert tijdens de rit of ik moe ben. Door een defect aan de pilotenstoel van de aftandse Boeing 767 heeft de reis van New York via Amsterdam naar Zhengzhou 82 uur geduurd en heb ik de eerste dag van de conferentie aan de universiteit van Henan over literatuur en nieuwe media, mijn eigen openingslezing incluis, gemist. Ik heb betere dagen gekend. Maar moe zijn is niet echt een optie in het bedrijvige China.

Sinds Deng 'Shopping' in de jaren tachtig de economische liberalisering inzette, schieten industriële centra, nieuwe stadswijken en luxueuze winkelcentra als paddestoelen uit de grond en shopt een snel groeiende middenklasse een postmoderne lifestyle bij elkaar.China2150x232

Ook op cultureel gebied lijkt er sprake van wat de Chinese leiders aan de vooravond van het 18de nationale congres van de Communistische Partij trots aanduidden als 'de Grote Chinese Renaissance'. De Chinese kunstwereld getuigt inderdaad van een indrukwekkende vitaliteit. Waar de avantgardes van de jaren tachtig en negentig, zoals Political Pop en Cynisch Realisme, zich vooral richtten op Westerse verzamelaars en musea, is inmiddels een bloeiende, nationale kunstmarkt ontstaan. Toen ik begin september op uitnodiging van schilder Lu Yushung de opening van de overzichtstentoonstelling van zijn werk in het Nationaal Kunstmuseum van China (NAMOC) in Peking bezocht, bleek dat een enorm mediaspektakel te zijn, waar celebrities, nouveaux riches en cameraploegen over elkaar heen buitelden. Na de opening werden de gasten naar het monumentale Beijing Hotel gevoerd, waar een flitsende modeshow aan ons voorbij trok. De extravagante, op de schilderijen van Lu geïnspireerde kleding die op de catwalk aan ons voorbijtrok, was ontworpen door de zuster van de schilder. Welkom in de wereld van 'het communisme met Chinese karaktertrekken'.

Eliminatie Fortuyn onvermijdelijk?

Jos de Mul. Eliminatie Fortuyn onvermijdelijk? NRC Handelsblad. Opinie. 3 mei, 2012, p. 16.

Was de uitschakeling van de messiasfiguur Pim Fortuyn niet onvermijdelijk? Wie het verbod op discriminatie wil afschaffen, ruilt de politiek in voor de burgeroorlog, stelt Jos de Mul.

Op 6 mei 2012 zal het tien jaar geleden zijn dat Pim Fortuyn op brute wijze werd vermoord door milieuactivist Volkert van der Graaf. Vriend en vijand zijn het er over eens dat de 'Fortuyn-revolte' de Nederlandse politiek diepgaand heeft beïnvloed. Over de vraag wat die invloed precies is geweest en hoe we die dienen te waarderen, lopen de meningen echter sterk uiteen. Is het 'gedachtegoed van Pim' vooral gelegen in de inhoudelijke thema's die hij agendeerde (immigratie en integratie, islamisering, Nederlandse identiteit, criminaliteit, de kloof tussen politiek en burgers) of komt het veeleer tot uitdrukking in de populistische stijl waarmee Fortuyn politiek bedreef, en die de Nederlandse politiek sindsdien domineert?

Rotterdamlezing2150x232

Zo mogelijk nog minder overeenstemming over de vraag hoe we de spectaculaire politieke opkomst van Fortuyn moeten verklaren en waarderen. Gaf hij een stem gaf aan het ongenoegen dat door de politieke elite van het land decennialang was genegeerd? Was hij een 'nationale Pietje Bell' die straffeloos allerlei kattenkwaad mag uithalen omdat hij in de grond genomen een gouden hartje heeft? Of was het succes van de 'politieke dandy' Fortuyn een symptoom van de individualistische en hedonistische massacultuur die zich in de traditionele en nieuwe media breed maakt?

Een mogelijk antwoord op deze vragen is te vinden in Fortuyns messianistische beschouwingen in zijn boek De verweesde samenleving (1995). In dit - volgens de ondertitel - 'religieus-sociologische traktaat' bespreekt Fortuyn 'de destructie van de Wet van de vader'. Met die psychoanalytische formule doelt hij niet alleen op de secularisatie, die in de westerse cultuur, Nederland voorop, heeft geleid tot een ondermijning van religie en religieuze autoriteiten, maar ook op de ondermijning van politieke autoriteit, die volgens hem vooral sinds de door studentenprotest, feminisme en seksuele bevrijding gekenmerkte antiautoritaire jaren zestig zijn beslag heeft gekregen. Het is "de erfzonde van de babyboomers, mijn generatie dus". Volgens Fortuyn zijn de problemen waarmee de huidige samenleving kampt het gevolg van deze destructie van de Wet. We horen hier een echo van wat in de negentiende eeuw al werd voorspeld door Dostojevski en Nietzsche: als God dood is, is alles geoorloofd en komt de cultuur in de greep van het nihilisme. De samenleving, zo concludeert Fortuyn, "is er een geworden van wezen, zonder leiding, zonder geborgenheid, zonder doel".

Ze begrijpt me!

Jos de Mul. Ze begrijpt me. Hoe nieuwe robots ons leven gaan raken. Trouw, 3 december, 2011, Letter en Geest, 1-3.

"Mijn machine maakt mogelijk wat nu nog niet kan", schreef Karel van het Reve in 1983, aan de vooravond van de digitale revolutie.Hoe staan we er anno 2011 voor? De Rotterdamse filosoof Jos de Mul Ziet nu al ongekende mogelijkheden voor robots en er kan nog veel meer. Alleen: een machine die mijn gevoelens doorgrondt en van wie ik ga houden, is dat wel wenselijk?

Ze praat, lacht en wandelt, weegt 43 kilo en is 1,58m lang. De Japanse humanoide robot, ontworpen door Kazuhito Yokoi, luistert naar de naam HRP-4C,alias Miim. Afhankelijk van de gebruikte software kan ze ook dansen of zingen:verder functioneert Miim prima als mannequin die op de catwalk bruidskleding showt.

Schuld en bonus. Over geld, Grieken en tragiek

Jos de Mul en Liesbeth Noordegraaf-Eelens. Schuld en bonus. Over geld, Grieken en tragiek. Trouw, zaterdag 5 november, 2011, Letter en Geest, 1-3.

De eurotop van 26 oktober had een eind aan de euro-crisis moeten maken, maar met de aankondiging van het Griekse referendum nam de verbijstering en  verwarring weer toe. Waarom lukt het Europa niet de crisis te bedwingen? Is dat te wijten aan de onvoorspelbaarheid van de financiële markten of is het veeleer te wijten aan een gebrek aan leiderschap?

Een wereld zonder financiële crises, omvallende banken en landen die balanceren op het randje van de afgrond: het lijkt een onrealistische wensdroom. Sinds een jaar of vijf sleept de wereldeconomie zich voort van de ene crisis naar de andere. Het begon in 2007 met de subprime mortgage (‘rommelhypotheken’) crisis, die een jaar later leidde tot een wereldwijde bankencrisis. Nationale overheden moesten banken redden. Op dit moment zuchten de Verenigde Staten en diverse landen in Europa onder torenhoge overheidsschulden.

En ze polderden nog lang en gelukkig.

Jos de Mul. En ze polderden nog lang en gelukkig. Trouw, 9 april, 2011, Bijlage Letter en Geest, 5.

Sinds Pim Fortuyn is het poldermodel zwaar verguisd – maar het blijft springlevend` Het maakt straks de ontislamiseerders brodeloos en is er nu in geslaagd om Wilders` ooit een gevreesd populist` te tranformeren tot een 'watje'.

Nederlanders mogen zichzelf graag beschouwen als nuchtere polderbewoners. Die typering van de volksaard staat op gespannen voet met de massahysterie die deze polderbewoners de laatste jaren regelmatig overvalt. Of het nu gaat om de oranjeverdwazing die uitbreekt ten tijde van Europese of mondiale voetbalkampioenschappen of het euforische verdriet dat zich voordoet bij de dood van een volksheld als André Hazes, nuchter is wel het laatste woord dat daarbij van toepassing is. Kan men deze verschijnselen nog kan afdoen als relatief onschuldige vormen van polderfolklore, ook de politiek is het afgelopen decennium steeds meer in het teken komen te staan van massale impulsiviteit, wisselvalligheid en prikkelbaarheid. Vooral de opkomst van het populisme heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. De moord op Pim Fortuyn en zijn begrafenis riepen emoties op die de hysterie die in Groot-Brittannië volgde op de dood van prinses Diana naar de kroon staken. Met de elkaar de tent uit vechtende Überpubers van de LPF deed een verschijnsel zijn intrede in de polderpolitiek dat de historicus Huizinga in de jaren dertig aanduidde als puerilisme, het explosieve mengsel van kinderachtigheid en barbaarsheid.

Open cinema. Inventiviteit in digitale tijden

Jos de Mul. Open cinema. Inventiviteit in digitale tijden. Dutch Directors Guild Gazet. Nr.1 (2011), 16-19.

Net als andere kunstvormen ondergaat ook de film een fundamentele transformatie door de digitalisering van de cultuur. Deze transformatie raakt niet alleen de film als kunstvorm, de specifieke cinematografische taal en esthetica die de film onderscheidt van andere kunstvormen, maar ook de film als cultureel instituut, dat wordt gekenmerkt door specifieke, historisch gegroeide wijzen van productie, distributie en receptie. De digitalisering betekent zowel voor de cinematografische kunstvorm als voor het instituut film een grote uitdaging, in de dubbele betekenis van dit woord. Enerzijds bedreigt de digitalisering de film zoals we die tot niet zo lang geleden hebben gekend, anderzijds biedt de digitalisering de film uiteenlopende nieuwe kansen.

Homo ludens 2.0

Jos de Mul. Homo ludens 2.0. De Volkskrant, 27 november 2010. Het Vervolg, 9.

Nederland wordt steeds speelser. De Homo ludens van Johann Huizinga beleeft eennopmerkelijke revival in het tijdperk van Twitter en iPad. 

Je zou het door de dagelijkse onheilstijdingen over de economische crisis en de vermeende islamisering bijna over het hoofd zien, maar Nederland is in de afgelopen decennia steeds speelser geworden. Ons land staat daarin niet alleen. De mondiale 'ludificering van de cultuur' is het meest zichtbaar in de immense populariteit van computerspellen, die qua verkoop de speelfilm zijn voorbijgestreefd. De ludificering raakt echter de hele cultuur. In de hedendaagse 'experience economy' staat niet alleen de vrijetijdsbesteding – sport, funshopping, pretparkbezoek, talentenjachtprogramma's op tv - in het teken van het spel, ook serieuze zaken als werk dienen vooral 'fun' te zijn. De markteconomie had natuurlijk altijd al iets van een wedstrijd, maar de kredietcrisis heeft geleerd dat handel in het casinokapitalisme een verslavend gokspel is geworden. Spel is voor de huidige belevingseconomie even belangrijk als werk dat was voor de industriële economie.

Opvoeding en omgeving kunnen net als eigenschappen erfelijk zijn

Frank Grosveld en Jos de Mul. Opvoeding en omgeving kunnen net als eigenschappen erfelijk zijn. De Volkskrant. Het Vervolg, zaterdag 3 april 2010, 10.

Het Darwinjaar zit erop; de hoogste tijd om weer eens te kijken naar andere opvattingen over de evolutietheorie.

In het afgelopen jaar is de tweehonderdste verjaardag van Darwin en de honderdvijftigste verjaardag van diens boek On the Origin of Species gevierd met een stortvloed aan publicaties, lezingen, tentoonstellingen en televisieprogramma’s. Gezien de centrale plaats die Darwins evolutietheorie inneemt in de levenswetenschappen en de groeiende invloed ervan op de sociale en geesteswetenschappen is dat niet verwonderlijk. De filosoof Daniel Dennett noemt het idee van de natuurlijke selectie in zijn boek Darwin’s Dangerous Idea (1995) zelfs ‘het beste idee dat iemand ooit heeft gehad’. Tegen die achtergrond is het ironisch dat recent onderzoek noopt tot een herziening van het centrale dogma van het neodarwinisme, namelijk dat uitsluitend in het DNA vastgelegde eigenschappen kunnen worden overgeërfd. Dit noodzaakt tot een fundamentele herwaardering van de door (neo)darwinisten afgewezen opvatting van Darwins oudere tijdgenoot Lamarck dat tijdens het leven verworven eigenschappen op termijn kunnen worden overgeërfd. Zo’n herwaardering heeft belangrijke implicaties, bijvoorbeeld voor het zogenaamde nature-nurture debat.

De eLezer verenigt het beste van de analoge en de digitale wereld

Jos de Mul. De eLezer verenigt het beste van de analoge en de digitale wereld. De Volkskrant. Het Vervolg, zaterdag 10 april 2010, 9.

Radical romanticism

Jos de Mul. Radical romanticism. CafePhilosophy (Sydney), April/May, 2009, 8-12.

De echte wil van het volk bestaat niet

Jos de Mul. De echte wil van het volk bestaat niet. Financieel dagblad, 17 oktober 2009, 17.

Niet bang voor Big Brother

Jos de Mul. Niet bang voor Big Brother. De Volkskrant. Het Betoog31 januari 2009, 
Overheden, bedrijven en andere organisaties verzamelen op grote schaal gegevens over ons en ontlenen daaraan  door middel van profiling en datamining allerlei betekenisvolle patronen. Dat is niet zonder gevaar. Als dat betekent dat je geen verzekering krijgt omdat je in een postcodegebied woont dat als te risicovol wordt beschouwd, of niet mag opstaan van je slimme matras omdat het risico op hartfalen te groot is, dan heb je inderdaad een probleem. In dat geval dreigt de technologie inderdaad onze autonomie te ondermijnen.

We're only in it for the money

Jos de Mul. We're only in it for the money. in Joost Zwagerman (red). Groeten van Rottumerplaat. Het beslissende album volgens 100 en enige schrijvers. Speciaal nummer van Wah Wah. Literair poptijdschrift, nr. 10 (2008), 180-182.

Het moet eind 1969 bij Adje zijn geweest. Zijn volgestouwde zolderkamer bevatte talloze schatten: wierook die door zijn oudere broer uit een Hindoetempel in India was meegenomen (althans dat beweerde hij), een beduimeld exemplaar van The Doors of Perception van Aldous Huxley, de vloeistofprojector waarmee hij schoolfeesten voorzag van een doorschijnend vliesje mystiek, het underground magazine Aloha met de wonderlijke strips van Robert Crumb.

Ik was bijna veertien en Adjes zolderkamer was een schacht die toegang bood tot een heerlijke, maar ook wat beangstigende nieuwe wereld, ergens zwevend boven San Francisco, Amsterdam en India. Een wereld die niet alleen in kilometers gemeten, maar ook wat verbeeldingskracht betreft ver voorbij mijn horizon lag, maar die via mijn oren langzaam bezit van mij nam.

De eerste langspeelplaat die ik op aanraden van Adje kocht was Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band van de Beatles en op mijn tienerkamer was het vooral de door sitarklanken omfloerste stem van George Harrison die me deed wegdromen:

De multitasker als informatiejager

Jos de Mul. De multitasker als informatiejager. De Volkskrant. Het Betoog, 15 november 2008, 5.

 

Digitale mens zoekt aura in dataïsme

Jos de Mul. Digitale mens zoekt aura in dataïsmeDe Volkskrant, Het Betoog, 17 mei 2008, 5.

Er is waarschijnlijk geen andere tekst die in studies over nieuwe media zo vaak wordt aangehaald als Walter Benjamins Het kunstwerk in het tijdvak van de technische reproduceerbaarheid uit 1936. Onlangs nog citeerde Abram de Swaan hem in zijn brochure Het signaal is ruis geworden (Bert Bakker).

Dat is niet zo verwonderlijk, aangezien in deze korte tekst de briljante ideeën over elkaar heen buitelen. Benjamins essay gaat niet alleen over kunst, zoals de titel suggereert, maar ook over religie, economie en politiek. Het verbindende thema is de transformatie die de menselijke ervaring in deze domeinen ondergaat onder invloed van fotografie en film.

Benjamins visionaire denkbeelden kunnen ons helpen de niet minder fundamentele veranderingen te doorgronden die onze ervaring in ‘het tijdvak van de digitale recombineerbaarheid’ ondergaat. Daarbij kunnen we echter niet volstaan met het klakkeloos toepassen van Benjamins analyse, maar moeten we zijn ideeën verder ontwikkelen in het licht van het voor de nieuwe media kenmerkende concept van de database.

Maak de wereld tot een kunstwerk

Jos de Mul. Maak de wereld tot een kunstwerk,De Volkskrant, Het Betoog, 5 januari 2008, 5.

 

De romanticus verlangt hartstochtelijk naar een betere wereld, en dat fanatisme pakt maar al te vaak verkeerd uit, betoogde de Duitse filosoof Rüdiger Safranski in een belangrijk boek uit 2007, Romantik. Eine Deutsche Affäre. Volgens Jos de Mul is Safranski te negatief over de romantiek. Zonder enthousiasme en schone vergezichten vervalt een cultuur tot nihilisme. Wél dient het enthousiasme gepaard te gaan met een vermogen tot zelfrelativering. Het artikel op deze pagina is gebaseerd op de geactualiseerde, vierde herdruk van het boek Het romantische verlangen in (post)moderne kunst en filosofie.

Pagina 1 van 3