De grandeur van de technologie (in het Geschenk van de Maand van de Filosofie)
Geschenk van de Maand van de Filosofie
Dit jaar wordt u voor het eerst een Geschenk van de Maand van de Filosofie aangeboden: een gratis e-book met fragmenten uit recente Nederlandstalige filosofietitels die het thema van de Maand op verrassende wijze belichten. Dit e-book wordt u aangeboden door een uniek samenwerkingsverband van de filosofie-uitgevers Boom, Klement, Lemniscaat, Octavo en Vantilt. Zij hebben uit hun fondsen een verzameling tekstfragmenten geselecteerd, sommige reeds verschenen, andere nog niet eerder gepubliceerd, die het thema steeds weer op een bijzondere manier aan de orde stellen. Samen bieden zij u een staalkaart van het denken over mens en techniek in binnen- en buitenland. De 24 tekstfragmenten zijn verdeeld over 5 delen, die de verhouding tussen mens en techniek elk op een andere manier belichten.
Van Jos de Mul is onder de titel 'De grandeur van de technologie' en fragment opgenomen uit zijn boek De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Van dit boek is eind maart 2014 een Amerikaanse editiue verschenen bij de State University of New York Press (SUNY): Destiny domesticated. The Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology. Het gratis eBook kunt u downloaden door op de 'Lees meer' link hieronder te klikken en vervolgens op de PDF link op de volgende bladzijde.
2014-04-27 (Rotterdam) Levenslessen Griekse tragedies
Jos de Mul. Levenslessen van de Griekse tragedies.Spoorlezing 2014. Rotterdam: Laurenskerk, 27 april 2014.
Jos de Mul, auteur van het boek De domesticatie van het noodlot is gevraagd door Spoor (het blad voor abonnementhouders van de NS) om de Spoorlezing 2014 te houden. Hij zal die lezing – in feite een 4 uur durende mini-cursus – op zondag 27 april houden in de Arminiuskerk in Rotterdam.
Speciaal voor SPOOR-lezers verzorgt de bekende filosoof Jos de Mul een verdiepingscollege over de lessen van de Griekse tragedies.
Griekse tragedies zijn een bron van praktische wijsheid. In dit verdiepingscollege laat filosoof Jos de Mul aan de hand van tragische helden als Antigone, Prometheus en Medea zien, welke gevolgen het heeft als wij het noodlot ‘omarmen’ als een keuze. Kunnen wij, moderne mensen, zo beter leren omgaan met tegenslag? Kunnen wij er daadwerkelijk door gesterkt worden? En kunnen wij, door het nemen van morele verantwoordelijkheid, tegenslag zelfs een bepaalde glans verlenen?
SPOOR organiseert dit exclusieve evenement in de monumentale kerkzaal van Arminius Rotterdam (naast Museum Boijmans van Beuningen). Jos de Mul is auteur van het Essay van de Maand van de Filosofie 2014 (Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0) en doceert Filosofische Antropologie aan de Erasmus Universiteit. Hij staat bekend om zijn toegankelijke manier van presenteren en wordt gerekend tot de invloedrijkste Nederlandse denkers van dit moment.
Het onderwerp is grotendeels gebaseerd op De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Aardige bijkomstigheid is dat in Maart 2014 ook de (enigszins geactualiseerde) Amerikaanse editie van dit boek uitkomt: Destiny Domesticated: the Rebirth of Tragedy Out of the Spirit of Technology.
Aanmelden voor de Spoorlezing kan via deze link.
2014-03-25 Over de mens als thuisloos wezen. Interview met Lisa Doeland
Jos de Mul, De mens als thuisloos wezen. Video-interview met Lisa over de boeken Cyberspace Odyssee, De domesticatie van het noodlot en Kunstmatig van nature, gepubliceerd op 1 april 2014.
Lisa Doeland van het Soeterbeeck Programma (Radboud Universiteit Nijmegen) in gesprek met hoogleraar filosofie Jos de Mul over 'de mens als thuisloos wezen'. Het gesprek zet in met zijn boek Cyberspace Odyssee (6de druk 2010). Met het ontstaan van de mensachtigen, meer dan vijf miljoen jaar geleden, begon de menselijke odyssee door ruimte en tijd. Dit boek handelt over de voorlopig laatste etappe van deze fascinerende reis: de ontdekking van cyberspace. In De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie (3de druk 2009) blikt De Mul terug op het tijdvan van de grote Griekse tragedies en beargumenteert hij de relevantie daarvan voor het begrip van de hedendaagse technologie. In Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0, het Essay van de De Maand van de Filosofie 2014, herneemt hij een aantal thema's uit zijn vorige boeken en bespreekt hij hoe versmeltende technologieën zoals informatietechnologie, biotechnologie, neurotechnologie en robotica begonnen zijn aan een fundamentele transformatie van de menselijke levensvorm.
Voor meer informatie, zie de website van Uitgeverij Klement, die de twee eerstgenoemde boeken van Jos de Mul tijdens de Maand van de Filosofie met korting aanbiedt en de website van Uitgeverij Lemniscaat voor het Essay van de Maand van de Filosofie.
Die robot gaat ons krenken
Jos de Mul, Die robot gaat ons krenken. Trouw, 5 april 2014, Letter en Geest, 4-8.
Dit artikel is is het derde en laatste in een serie over filosofie en techniek (zie ook Letter&Geest 25/1 en 1/3). Deze week verscheen Jos de Muls Essay voor de Maand van de Filosofie: Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0.
Schoorvoetend maakt de androïde robot zijn entree in de publieke en private ruimte, waar hij mee gaat doen aan het menselijk verkeer. Vooralsnog gebeurt dat vooral in landen als Japan, waar zulke robots die op mensen lijken worden ingezet voor zorgfuncties of als gidsen op drukke trein- en metrostations. Ook in de vermaaksindustrie draaien ze mee. Zoek Miim op YouTube en zie haar zingen met een 'meidengroep', dansen op een expositie en als mannequin bruidsmode showen.
De uiterlijke gelijkenis met mensen is opmerkelijk. Toch zul je ze door hun houterige gedag en beperkte handelingsrepertoire niet snel voor een echt mens verslijten. Maar door de snelle ontwikkelingen in de robotica roepen ze wel talloze vragen op. Krijgen robots ooit bewustzijn en emoties? En een vrije wil? Hoe kom je erachter of je met een bewuste robot van doen heb of slechts met gesimuleerde emoties en wilsbesluiten? Is vriendschap met een robot mogelijk? En seks ermee hebben, is dat verwerpelijk? Gaan robots ons overvleugelen, vernietigen zelfs? En waarin verschillen wij eigenlijk van robots?
'We gaan nieuwe zintuigen creëren'
Jos de Mul, 'We gaan nieuwe zintuigen creëren'. Interview met Jeroen Hopster. Filosofie Magazine. April 2014, 20-25.
De intelligentie van de mens heeft zijn eindpunt nog niet bereikt, meent filosoof Jos de Mul. ‘Het koppelen van verschillende breinen, daarin zit de toekomst.’
Hoe ziet ‘collectieve intelligentie’ eruit? De stad Rotterdam, bezien vanaf de vijfde verdieping van de Erasmus Universiteit, lijkt een goede kandidaat. Een vergezicht van hoge kantoorgebouwen, verbonden door een complex verkeersnetwerk. Dat uitzicht is het decor van de werkkamer van Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige antropologie. De Mul schreef Kunstmatig van Nature, het essay voor de Maand van de Filosofie. Die titel is ontleend aan het werk van Helmuth Plessner (1892-1985). Volgens de Duitse filosoof Plessner is de mens een cyborg: technologische en culturele supplementen zijn onlosmakelijk verbonden met de condition humaine. In zijn essay bouwt de Mul op die these voort. Van de prehistorische mens tot Homo sapiens 3.0, het menselijke evolutieproces kenmerkt zich door een toenemende gang naar kunstmatigheid. ‘Wij leven in een technotoop’ zegt de Mul, terwijl hij zijn tablet in het stopcontact steekt en een waterkoker leegschenkt in een glazen theepot. ‘Op allerlei manieren is ons leven technologisch bemiddeld. De auto waar we in rijden, de trein die we nemen. E-mails, internet, we kunnen niet meer zonder.’
"Zwermintelligentie overvleugelt individueel vernuft"
Jos de Mul, "Zwermintelligentie overvleugelt individueel vernuft". Interview met Joris Delporte. Tertio, Christelijk opinieweekblad. 2 april 2014, 4.
"Technologische evolutie blijkt als een mammoettanker in volle vaart. Een stilstand maken lukt niet, de koers bijsturen wel." Filosoof Jos de Mul analyseert (bio)technologische opstapjes naar "homo sapiens 3.0" "Biotechnologie en neurowetenschappen evolueren zo snel dat de mensheid voor een volgende fase in zowel cognitie als globale evolutie staat", meent Nederlands hoogleraar Jos de Mul. "Wie we morgen zijn, ligt meer dan ooit open."
Joris Delporte ̶ "Onze cognitie staat aan de vooravond van een volgende ontwikkelingsfase", stelt Jos de Mul. Deze hoogleraar wijsgerige antropologie (Erasmus Universiteit Rotterdam) schetst zaterdag tijdens het Feest van de Filosofie in Leuven onder meer zijn visie op "globale intelligentie". "Deze kunstmatige vorm van kennis overstijgt het denkvermogen waarover individuen beschikken. De som van al het individuele vernuft blijkt immers groter dan de constituerende delen. Dit soort "zwermintelligentie" is een emergent verschijnsel dat zich laat vergelijken met het vernuft van een zwerm mieren. Apart zijn die diertjes niet zo bijzonder, maar als kolonie vertonen ze behoorlijk ingenieuze gedragingen."
2014-04-07 (Haarlem) Kunstmatig van nature: onderweg naar Homo sapiens 3.0
Jos de Mul - Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. Haarlem, 7 april 2014.
Ontwikkelingen op het gebied van de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie dwingen ons om de vraag te stellen wat eigenlijk nog het verschil is tussen mens en robot, tussen evolutie en innovatie, tussen natuurlijk en kunstmatig leven. Op biotechnologisch gebied heeft men alternatieven ontwikkeld voor het DNA, het ‘bouwplan’ van al het leven. Terwijl de evolutie ooit bestond uit natuurlijke selectie, betreden we met deze alien genetics het tijdperk van kunstmatige selectie. Mogen we hiermee planten, dieren en mensen ‘verbeteren’? Wie we zijn en wat we willen worden, is meer dan ooit een open vraag, een opgave. Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Faculteit Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit Rotterdam, schrijft het essay van de Maand van de Filosofie en leidt deze avond in. Hij zet de boel op scherp en stelt de prangende vraag: worden wij de eerste soort op aarde die zijn eigen evolutionaire opvolger gaat scheppen?
Maandag 7 april, 20:00 uur – Jos de Mul – Kunstmatig van nature. Op weg naar Homo sapiens 3.0.
Filosofisch café Haarlem – 19.45 uur (€ 5,- / € 3,- studenten)
2014-04-02 (Zutphen) Kunstmatig van nature: de Robo sapiens
Jos de Mul, Van nature kunstmatig: de Robo Sapiens, Zutphen: Luxortheater, 2 april 2014.
Mens en techniek staan centraal in de Maand van de Filosofie 2014. Ontwikkelingen op het gebied van de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie dwingen ons om de vraag te stellen wat het verschil is tussen mens en robot, tussen natuurlijk en kunstmatig leven. Jos de Mulschrijft het essay voor de Maand van de Filosofie. In Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0 neemt hij een aantal actuele ‘kunstmatigheden’ onder de loep. Wat zijn de gevolgen ervan voor ons dagelijks leven en zelfbegrip? Worden wij de eerste soort op aarde die zijn eigen evolutionaire opvolger gaat scheppen?
Jos de Mul (1956) is hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn werk is in vele talen vertaald en werd onder meer bekroond met de Praemium Erasmianum(1993) en de Socrates-wisselbeker(2002).
Woensdag 2 april 2014 20.00 uur Luxortheater
2014-04-01 (Opium op 4) Interview met Mark Brouwers over Kunstmatig van nature
Interview met Mark Brouwers over Kunstmatig van Nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. Opium op 4, 1 april 2014, 22.30-23.30 uur,
Hoofdgast: Jos de Mul. pril is de Maand van de Filosofie Mens en techniek staan dit jaar centraal. Het is alleen de vraag of de grens tussen die twee nog wel zo scherp getrokken kan worden; de mens wordt steeds meer machine en machines worden steeds menselijker. Jos de Mul is filosoof en schrijver van het essay voor de maand van de filosofie Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. Hij is hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en publiceert regelmatig essays in Trouw, NRC Handelsblad en de Volkskrant. In Kunstmatig van nature neemt De Mul een aantal actuele ‘kunstmatigheden’ onder de loep. Wat zijn de gevolgen ervan voor ons dagelijks leven en zelfbegrip? Hij zet de boel op scherp en stelt de prangende vraag: worden wij de eerste soort op aarde die zijn eigen evolutionaire opvolger gaat scheppen.
Comprendere la natura. Dilthey, Plessner e la bioermeneutica
Jos de Mul, Comprendere la natura. Dilthey, Plessner e la bioermeneutica. Lo Sguardo - rivista di filosofia. Vol. 14, no.1 (2014), 117-134.
Abstract: In recent years, authors like Chebanov, Markŏs, and Ginev have attempted to implement hermeneutic categories in the domain of biology. Against this background, the author takes Dilthey’s scattered remarks on the notion of the organic and Plessner’s biophilosophy as his starting point for the development of a biohermeneutical theory of biological purposiveness, which aims at bridging the gulf between the natural and the human sciences. Whereas the natural and human sciences are closely connected with a third-person and a first-person perspective respectively, the author argues that the second-person perspective plays a crucial role in the life sciences. In opposition to the natural sciences, in which causality is the key notion, and the human sciences, which rest on the notion of meaning, the author argues that the central concepts that characterize the second-person perspective of the life sciences are functionality and intentionality.
Nella Lebensphilosophie di Dilthey, l’antropologia e la storia sono strettamente connesse. Come lo stesso Dilthey afferma in una sentenza spesso citata, «Was der Mensch sei, sagt ihm nur seine Geschichte»[2]. Tuttavia, per Dilthey storia significa solamente storia culturale. Per sviluppare una comprensione adeguata della condizione storica dell’uomo, dovremmo prendere in considerazione però anche la storia naturale. Dopo tutto, in quanto unità psico-fisica, l’Homo sapiens sapiens è il prodotto storico di un’iterazione complessa tra sviluppi sia naturali che culturali. Inoltre, all’epoca delle scienze della vita, la storia naturale e quella culturale sembrano sempre di più sconfinare l’una nell’altra. Le biotecnologie quali l’ingegneria genetica, l’ingegneria metabolica e il trapianto di genoma trasformano gli organismi in artefatti culturali e nel tentativo di creare la vita artificiale (probabilmente il Santo Graal della biologia di sintesi), gli artifatti culturali manifestano via via maggiori qualità prima riservate alla vita organica.
In quanto segue argomenterò la tesi secondo cui l’ermeneutica di Dilthey, specialmente la sua analisi della triade Erleben, Ausdruck e Verstehen, offre ancora un proficuo punto di partenza per lo sviluppo di una bioermeneutica che non ha a che fare solamente con la comprensione umana e con l’interpretazione degli esseri, delle (inter)azioni e degli artifatti umani, ma che include anche la comprensione e l’interpretazione di e da parte di agenti non-umani. Il fatto che Dilthey nei suoi ultimi scritti ermeneutici distingua in maniera piuttosto dogmatica tra natura e cultura pare senza dubbio di primo acchito un ostacolo per lo sviluppo di una bioermeneutica ispirata al suo pensiero. Per esempio, Dilthey rifiuta esplicitamente la possibilità di una comprensione umana della vita delle piante: «Bedeutung oder Wert kann etwas nicht haben, von dem es kein Verstehen gibt. Ein Baum kann niemals Bedeutung haben» (GS VII, p. 259). La possibilità di una comprensione o di un’interpretazione da parte di agenti non umani non è poi nemmeno considerata da Dilthey. Eppure, sosterrò che gli scritti tardivi di Dilthey sull’ermeneutica contengono qualche traccia per lo sviluppo di una bioermeneutica. Svilupperò oltre queste tracce con l’aiuto della biofilosofia di Plessner e grazie a qualche riferimento ad alcuni recenti sviluppi negli ambiti della biologia dei sistemi e della neuropsicologia[3].
Innanzitutto, riprendendo il dibattito sulla demarcazione delle Naturwissenschaften e delle Geisteswissenschaften che ebbe luogo in Germania attorno al 1900, avanzerò la tesi secondo cui in quel dibattito erano in gioco varie dicotomie ontologiche, epistemologiche, fenomenologiche e normative che non combaciano. Dirò poi che queste dicotomie precludono una comprensione adeguata del carattere peculiare delle scienze della vita, a metà strada tra le scienze della natura e quelle umane (§ 1). Mostrerò in secondo luogo che Dilthey, nonostante il suo approccio per lo più dicotomico nel dibattito su tale demarcazione, a sua volta fondato sulla distinzione tra esperienza esteriore (prospettiva alla terza persona) e interiore (prospettiva alla prima persona), in qualche occasione ha riconosciuto lo statuto speciale delle scienze della vita, connesso con la «conformità di scopo (Zweckmäßigkeit)» immanente delle entità viventi (§ 2). In terzo luogo, dirò che la comprensione del finalismo immanente richiede l’esperienza da una prospettiva alla seconda persona, incarnata e interattiva (§ 3). Al fine di sostenere tale ipotesi, farò riferimento all’analisi di Plessner della triplice dimensione corporale della vita umana in Die Stufen des Organischen und der Mensch (§ 4). Nell’ultima parte, fornirò una breve visione d’insieme dei differenti tipi di interpretazione intraspecie, interspecie e intraorganica e traccerò i compiti che attendono la bioermeneutica (§ 5).