Under construction. Persoonlijke en culturele identiteit in het multimediatijdperk
Valerie Frissen en Jos de Mul. Under construction. Persoonlijke en culturele identiteit in het multimediatijdperk. Amsterdam (Infodrome), 2000, 52 p.
Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines is de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de mogelijke structurele veranderingen in de samenleving door het toenemend gebruik van ICT. Infodrome heeft afgelopen zomer een aantal wetenschappers uitgenodigd om vanuit hun eigen discipline dergelijke studies in kaart te brengen en om aan te geven wat de bevindingen betekenen voor de rol van de overheid in de informatiemaatschappij. Dit heeft geleid tot vijf overzichtsartikelen: recht, sociale psychologie, culturele sociologie, economie en genderstudies. Hieruit blijkt dat de nieuwe ontwikkelingen zeer wezenlijke vragen voor de overheid oproepen. Deze vijf studies hebben tot doel om de politiek en beleidswereld te informeren over de stand van wetenschappelijke kennis over de informatiemaatschappij en dienen tegelijkertijd als input voor het programma van Infodrome.
Uit de voorliggende studie van filosoof Jos de Mul en antropoloog Valerie Frissen blijkt dat de wijze waarop mensen en groepen in de informatiesamenleving hun identiteit construeren aan veranderingen onderhevig is. De veelheid aan informatie die via de nieuwe media wordt verspreid betekent dat identiteiten veranderlijker worden en eigenlijk altijd under construction zijn. De overheid, die inmiddels zelf in een identiteitscrisis lijkt te geraken door de afbrokkelende autoriteit van de klassieke nationale staat, staat nu voor een belangrijke keuze. Moet zij de groeiende individualisering en persoonlijke autonomie van de burger bevorderen of moet zij zich juist richten op het versterken van de sociale cohesie en een collectieve identiteit? Dit laatste lijkt van belang voor een overheid in de informatiesamenleving waarin burgers minder belang hechten aan een nationale publieke identiteit en eerder loyaal zijn aan internationale opererende organisaties, zoals Greenpeace, dan aan het land waarin ze (fysiek) wonen. ICT is in dezen niet alleen aanleiding tot versplintering, maar kan juist ook kansen bieden om collectieve vormen van identiteit te versterken en te construeren.
Bovenstaande en andere vragen over de identiteit van individuen en gemeenschappen in het digitale tijdperk worden behandeld in onderhavige sociaal-culturele studie. Infodrome hoopt hiermee uw interesse in de sociale gevolgen van ICT gewekt of versterkt te hebben. Bent u op zoek naar meer leesvoer of wilt u meediscussiëren over het onderwerp, kijkt u dan op onze website www.info- drome.nl.
Rick van der Ploeg Voorzitter stuurgroep Infodrome
Internet en Openbaar Bestuur II
Internet en Openbaar Bestuur II (onder redactie van S. Zouridis, P. Frissen, N. Kroon, J. de Mul en J. van Wamelen). Den Haag, 2001, 690 p.
ICT de baas? Informatietechnologie en menselijke autonomie
Jos de Mul, E. Müller en A. Nusselder. ICT de baas? Informatietechnologie en menselijke autonomie. (Deel. 7 vanInternet en Openbaar Bestuur, Red.. S. Zouridis, P. Frissen, N. Kroon, J. de Mul en J. van Wamelen). Den Haag, 2001, 124 p.
Het project ICT de Baas? behelst een filosofische analyse van en kwalitatief-empirisch onderzoek naar de relatie tussen menselijke autonomie, netwerktechnologieën en sturing. Daarbij richt het onderzoek zich zowel op de invloed van netwerktechnologieën op de autonomie van de overheid en van de burger als op de stuurbaarheid van technologische ontwikkelingen. Het onderzoek sluit daarmee aan bij de vraagstelling van het door BZK geplande onderzoeksprogramma Het individu de baas.
De Buurt in Het Web, Het Web in De Buurt. Een Ict-Kanskaart Voor Sociale Cohesie
Victor Bekkers, Hein van Duivenboden, Valerie Frissen, Jos de Mul et al.. De Buurt in Het Web, Het Web in De Buurt. Een Ict-Kanskaart Voor Sociale Cohesie. Utrecht: Lemma 2004, 120 p.
Cyberspace Odyssee
Jos de Mul. Cyberspace Odyssee. Kampen: Klement, 6de druk: 2010, 352 p.
1de druk, 2002; 2de druk, 2003; 3de druk,2004; 4de druk, 2005; 5de druk 2006.
ISBN 978-90-8687-12-3
€ 24,95 (Bestel)
Met het ontstaan van de mensachtigen, meer dan vijf miljoen jaar geleden, begon de menselijke odyssee door ruimte en tijd. Dit boek handelt over de voorlopig laatste etappe van deze fascinerende reis: de ontdekking van cyberspace. In de afgelopen decennia is door de ontwikkeling van wereldwijde computernetwerken als het Internet een nieuwe ervaringsruimte ontsloten.Met de exploratie van deze nieuwe ruimte is echter ook een omgekeerd proces in gang gebracht: de kolonisatie van ons alledaagse leven door cyberspace. Cyberspace Odyssee laat zien hoe onze wereld door de ontdekking van cyberspace verandert en wat de gevolgen zijn voor onze biologische en culturele identiteit.
Winnaar Socrates Wisselbeker 2003 voor "het meest urgente, oorsponkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek dat in 2002 verscheen."
Echo's van een laatste God. Voorbij het einde van de kunst
Jos de Mul. Echo's van een laatste God. Voorbij het einde van de kunst. Rotterdam: Lemniscaat: in voorbereiding.
In dit boek worden 'het einde van de kunst' en 'de dood van God' - twee thema's die de filosofie van de afgelopen eeuw voortdurend hebben bespookt - in hun onderlinge samenhang doordacht. Deze vraag heeft met de komst van de islam in het seculiere Europa een nieuwe actualiteit gekregen.
De Mul analyseert daartoe op diepgaande wijze de teksten die Hegel, Nietzsche, Freud en Heidegger aan deze beide thema's hebben gewijd en verheldert zijn betoog in een reeks verrassende interpretaties van kunstwerken van uiteenlopende signatuur. Zo komen onder meer de Metamorfosen van Ovidius, gedichten van Kouwenaar, schilderijen, foto's, sculpturen en video-installaties van Man Ray, Newman, Scholte en Viola, muzikale composities van Carter en een film van Godard ter sprake.
De Mul betoogt dat Hegels bespiegelingen over het einde van de kunst niet zozeer een nostalgische terugblik op de grootsheid van de klassieke kunst behelzen, maar vooruitwijzen naar de vele gestalten van de moderne kunst, zoals die van de niet-meer-schone, de niet-meer-figuratieve, de niet-meer-expressieve en de niet-meer-menselijke kunst. Aanknopend bij Nietzsches these dat het nog eeuwen zal duren voordat de mens zich de betekenis van de dood van God zal realiseren, argumenteert De Mul dat de kunst in de twintigste eeuw bij uitstek het medium is geweest waarin de schaduwen en echo's van de gedode God levend zijn gebleven. Het werk van bovengenoemde kunstenaars wordt uitgelegd als een reeks pogingen om voorbij het 'einde van de kunst' nieuwe, immanente vormen van transcendentie en spiritualiteit te bewerkstelligen.
De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie
Jos de Mul. De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Kampen: Klement, 3de druk, 2008, 336 p.
1de druk, 2006; 2de druk, 2007
ISBN-10: 90 77070 86 9 (Nederland)
ISBN-13: 987-90 77070-86-4
ISBN-10: 90 77070 86 9 (België)
ISBN-13: 987-90-289-4219-6 (België)
(Nederland)
Uitverkocht. Vanaf vierde, herziene en van nieuw voorwoord voorziene druk verkrijgbaar bij Uitgeverij Lemniscaat. Volg koppeling naar nieuwe druk.
Het noodlot. Vroeg of laat klopt het bij ieder mens aan de deur: een ongeval, een alles verterende jaloezie, een ongeneeslijke ziekte, oorlogsgeweld, een verslaving, en uiteindelijk de dood. Hoewel het noodlot onvermijdelijk is, kunnen we er niet mee leven. In dit boek onderzoekt De Mul drie verschillende manieren waarop de Europese mens heeft getracht het noodlot te temmen en te domesticeren: de heroïsche affirmatie van het noodlot in de tragische cultuur van de Grieken, de deemoedige acceptatie van de goddelijke voorzienigheid in het christendom en de ‘afschaffing’ van het noodlot in de moderne, technische samenleving. Zowel de natuur als de cultuur worden maakbaar. Met technologieën als genetische manipulatie lijken we ons lot en onze toekomst zelfs volledig in eigen hand te nemen. De auteur argumenteert daarentegen dat de onbeheersbaarheid van de technologie onze cultuur opnieuw een tragische dimensie verleent.
Aan de hand van klassieke tragedies als Prometheus ontketend, Antigone en Medea en de tragische romans van Hermans en Houellebecq werpt De Mul een verrassend nieuw licht op hedendaagse vormen van tragiek, zoals Hirsi Ali’s strijd tegen het moslimfundamentalisme, het gevecht rond de ‘ondode’ patiënt Terri Schiavo, de moord op de peuter Savanna en de uitbesteding van onze moraal aan kunstmatige intelligenties. Daarbij knoopt hij aan bij vijfentwintig eeuwen tragedie-interpretatie van Aristoteles via Hegel, Nietzsche, Freud en Heidegger tot aan Steiner en Eagleton, en bij recent menswetenschappelijk onderzoek van Dawkins tot Dalrymple. Een lucide kijk op ‘de wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie’.
Een lucide kijk op de terugkeer van het tragische in onze vertechnologiseerde en geglobaliseerde wereld.
Klik op de 'Lees meer' link voor recensies, interviews, en sociale media.
Recensie van Peter-Paul Verbeek: De grens van de mens
Jos de Mul. Recensie van Peter-Paul Verbeek, De grens van de mens. Over techniek, ethiek en menselijke natuur. Rotterdam: Lemniscaat, 2011. 144 blz. ISBN 978 90 477 0353 2
Peter-Paul Verbeek - hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek aan de Universiteit Twente en voorzitter van De Jonge Academie van de KNAW – is een van de meest productieve vertegenwoordigers van de Nederlandse techniekfilosofie, die ook internationaal de aandacht op zich heeft gevestigd met o.a. het boek What Things Do: Philosophical Reflections on Technology, Agency, and Design en artikelen in tal van vooraanstaande tijdschriften. Onlangs verscheen onder de titel De grens van de mens. Over techniek, ethiek en de menselijke natuur een nieuw Nederlandstalig boek van hem. Verbeek breekt in dit boek, gebaseerd op een aantal eerder verschenen artikelen en zijn oratie uit 2009, op een even scherpzinnige als heldere wijze een lans voor een andere omgang met de vraagstukken waarvoor de technologie ons stelt dan doorgaans gebruikelijk is. Veel ethici leggen zich voornamelijk toe op het trekken van grenzen (‘Tot hier en niet verder!’), waarna de ontwikkelingen doorgaans vrolijk verder gaan en de ethicus opnieuw de hakken schrap zet en de cyclus zich weer herhaalt. In tegenstelling tot die reactieve benadering houdt Peter-Paul Verbeek een enthousiasmerend pleidooi voor een
PedoBot® is niet boos, maar wel verdrietig (en soms opgewonden)
Jos de Mul. PedoBot® is niet boos, maar wel verdrietig (en soms opgewonden). Over intelligente robots, emoties en sociale interactie. In: J.B. de Jong (red.), Kenniskamer Intelligente Robots, 56-63. Den Haag: Ministerie van Veiligheid en Justitie en Rathenau Instituut, 2011.
Look David, I can see you’re really upset about this. I honestly think you ought to sit down calmly, take a stress pill, and think things over.
HAL
Tot voor kort troffen we robots, behalve in sciencefiction romans en films, vooral aan in de fabriek. De industriële robot is daaruit inmiddels niet meer weg te denken. Schoorvoetend maakt de robot nu echter ook zijn entree in de publieke en private ruimte, waardoor hij als actor gaat deelnemen aan het menselijk verkeer. Daarvoor zijn allerlei nuttige toepassingen te bedenken, maar er zijn ook uiteenlopende gevaren en maatschappelijke en ethische vraagstukken mee verbonden. Indien we de robot op een succesvolle wijze met mensen laten interacteren, dan zullen ze niet alleen intelligent moeten zijn, maar ook goed met emoties om moeten kunnen gaan.
De draagbare lichtheid van het bestaan. Het alledaagse gezicht van de informatiesamenleving
Valerie Frissen en Jos de Mul (red.). De draagbare lichtheid van het bestaan. Het alledaagse gezicht van de informatiesamenleving. Kampen: Uitgeverij Klement, 2009 (2de druk), 206 p.
1ste druk 2008
ISBN: 978 90 8687 030 1 (Nederland)
ISBN: 978 90 8687 030 1 (België)
€ 19,95 (Bestel)
Het alledaagse gezicht van de informatiesamenleving Eind vorige eeuw ging de turbulente ontwikkeling van de informatiesamenleving gepaard met een niet minder stormachtig debat over de maatschappelijke betekenis van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Waar doemdenkers slechts digitale kloven, oprukkende pornografie en de ondergang van de privacy voorzagen, daar werden cybergoeroes gedreven door een heilig geloof in de onbegrensde mogelijkheden van de nieuwe technologie. Na het barsten van de zeepbel van de dotcom-economie rond de eeuwwisseling trad de ontnuchtering in en werd het opvallend stil. Dat heeft niet verhinderd dat de informatiesamenleving in zeer korte tijd van een hysterische toekomstvisie tot een maatschappelijke realiteit is geworden. De ICT is alomtegenwoordig en alledaags geworden. Zij heeft ons leven in korte tijd ingrijpend veranderd. Tegelijkertijd zien we dat de technologie in toenemende mate door de samenleving wordt 'getemd'. Wij zijn geen louter speelbal van de ICT, maar zetten deze voortdurend naar onze hand. Dit boek handelt over de alledaagse praktijken van de digitale autochtonen, de 'multitasking generation', die haar tijd - het liefst gelijktijdig - verdeelt tussen mobiel telefoneren, blogs, wiki's, podcasts, sociale netwerk sites en Youtube en waarvan ieder lid recht heeft op '15 Megabyte of Fame'. Juist deze triviale praktijken, vol onvoorspelbare genoegens en ergernissen, maken duidelijk wat het betekent in een informatiesamenleving te leven.
Het boek vormt de neerslag van de samenwerking van een groep voornamelijk jonge onderzoekers van TNO, de Erasmus Universiteit en de Technische Universiteit Twente.
De redactie is in handen van Valerie Frissen en Jos de Mul, die eerder samen verantwoordelijk waren voor Under construction. Persoonlijke en culturele identiteit in het multimediatijdperk (2000).