De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie
Jos de Mul. De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Kampen: Klement, 2de druk, 2007, 336 p.
1de druk, 2006
ISBN-10: 90 77070 86 9 (Nederland)
ISBN-13: 987-90 77070-86-4
ISBN-10: 90 77070 86 9 (België)
ISBN-13: 987-90-289-4219-6 (België)
(Nederland)
Uitverkocht. Vanaf vierde, herziene en van nieuw voorwoord voorziene druk verkrijgbaar bij Uitgeverij Lemniscaat. Volg koppeling naar nieuwe druk.
Het noodlot. Vroeg of laat klopt het bij ieder mens aan de deur: een ongeval, een alles verterende jaloezie, een ongeneeslijke ziekte, oorlogsgeweld, een verslaving, en uiteindelijk de dood. Hoewel het noodlot onvermijdelijk is, kunnen we er niet mee leven. In dit boek onderzoekt De Mul drie verschillende manieren waarop de Europese mens heeft getracht het noodlot te temmen en te domesticeren: de heroïsche affirmatie van het noodlot in de tragische cultuur van de Grieken, de deemoedige acceptatie van de goddelijke voorzienigheid in het christendom en de ‘afschaffing’ van het noodlot in de moderne, technische samenleving. Zowel de natuur als de cultuur worden maakbaar. Met technologieën als genetische manipulatie lijken we ons lot en onze toekomst zelfs volledig in eigen hand te nemen. De auteur argumenteert daarentegen dat de onbeheersbaarheid van de technologie onze cultuur opnieuw een tragische dimensie verleent.
Aan de hand van klassieke tragedies als Prometheus ontketend, Antigone en Medea en de tragische romans van Hermans en Houellebecq werpt De Mul een verrassend nieuw licht op hedendaagse vormen van tragiek, zoals Hirsi Ali’s strijd tegen het moslimfundamentalisme, het gevecht rond de ‘ondode’ patiënt Terri Schiavo, de moord op de peuter Savanna en de uitbesteding van onze moraal aan kunstmatige intelligenties. Daarbij knoopt hij aan bij vijfentwintig eeuwen tragedie-interpretatie van Aristoteles via Hegel, Nietzsche, Freud en Heidegger tot aan Steiner en Eagleton, en bij recent menswetenschappelijk onderzoek van Dawkins tot Dalrymple. Een lucide kijk op ‘de wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie’.
Een lucide kijk op de terugkeer van het tragische in onze vertechnologiseerde en geglobaliseerde wereld.
Klik op de 'Lees meer' link voor recensies, interviews, en sociale media.
De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie
Jos de Mul. De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Kampen: Klement, 2006, 336 p.
ISBN-10: 90 77070 86 9 (Nederland)
ISBN-13: 987-90 77070-86-4
ISBN-10: 90 77070 86 9 (België)
ISBN-13: 987-90-289-4219-6 (België)
(Nederland)
Uitverkocht. Vanaf vierde, herziene en van nieuw voorwoord voorziene druk verkrijgbaar bij Uitgeverij Lemniscaat. Volg koppeling naar nieuwe druk.
Het noodlot. Vroeg of laat klopt het bij ieder mens aan de deur: een ongeval, een alles verterende jaloezie, een ongeneeslijke ziekte, oorlogsgeweld, een verslaving, en uiteindelijk de dood. Hoewel het noodlot onvermijdelijk is, kunnen we er niet mee leven. In dit boek onderzoekt De Mul drie verschillende manieren waarop de Europese mens heeft getracht het noodlot te temmen en te domesticeren: de heroïsche affirmatie van het noodlot in de tragische cultuur van de Grieken, de deemoedige acceptatie van de goddelijke voorzienigheid in het christendom en de ‘afschaffing’ van het noodlot in de moderne, technische samenleving. Zowel de natuur als de cultuur worden maakbaar. Met technologieën als genetische manipulatie lijken we ons lot en onze toekomst zelfs volledig in eigen hand te nemen. De auteur argumenteert daarentegen dat de onbeheersbaarheid van de technologie onze cultuur opnieuw een tragische dimensie verleent.
Aan de hand van klassieke tragedies als Prometheus ontketend, Antigone en Medea en de tragische romans van Hermans en Houellebecq werpt De Mul een verrassend nieuw licht op hedendaagse vormen van tragiek, zoals Hirsi Ali’s strijd tegen het moslimfundamentalisme, het gevecht rond de ‘ondode’ patiënt Terri Schiavo, de moord op de peuter Savanna en de uitbesteding van onze moraal aan kunstmatige intelligenties. Daarbij knoopt hij aan bij vijfentwintig eeuwen tragedie-interpretatie van Aristoteles via Hegel, Nietzsche, Freud en Heidegger tot aan Steiner en Eagleton, en bij recent menswetenschappelijk onderzoek van Dawkins tot Dalrymple. Een lucide kijk op ‘de wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie’.
Een lucide kijk op de terugkeer van het tragische in onze vertechnologiseerde en geglobaliseerde wereld.
Klik op de 'Lees meer' link voor recensies, interviews, en sociale media.
De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie
Jos de Mul. De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Kampen: Klement, 3de druk, 2008, 336 p.
1de druk, 2006; 2de druk, 2007
ISBN-10: 90 77070 86 9 (Nederland)
ISBN-13: 987-90 77070-86-4
ISBN-10: 90 77070 86 9 (België)
ISBN-13: 987-90-289-4219-6 (België)
(Nederland)
Uitverkocht. Vanaf vierde, herziene en van nieuw voorwoord voorziene druk verkrijgbaar bij Uitgeverij Lemniscaat. Volg koppeling naar nieuwe druk.
Het noodlot. Vroeg of laat klopt het bij ieder mens aan de deur: een ongeval, een alles verterende jaloezie, een ongeneeslijke ziekte, oorlogsgeweld, een verslaving, en uiteindelijk de dood. Hoewel het noodlot onvermijdelijk is, kunnen we er niet mee leven. In dit boek onderzoekt De Mul drie verschillende manieren waarop de Europese mens heeft getracht het noodlot te temmen en te domesticeren: de heroïsche affirmatie van het noodlot in de tragische cultuur van de Grieken, de deemoedige acceptatie van de goddelijke voorzienigheid in het christendom en de ‘afschaffing’ van het noodlot in de moderne, technische samenleving. Zowel de natuur als de cultuur worden maakbaar. Met technologieën als genetische manipulatie lijken we ons lot en onze toekomst zelfs volledig in eigen hand te nemen. De auteur argumenteert daarentegen dat de onbeheersbaarheid van de technologie onze cultuur opnieuw een tragische dimensie verleent.
Aan de hand van klassieke tragedies als Prometheus ontketend, Antigone en Medea en de tragische romans van Hermans en Houellebecq werpt De Mul een verrassend nieuw licht op hedendaagse vormen van tragiek, zoals Hirsi Ali’s strijd tegen het moslimfundamentalisme, het gevecht rond de ‘ondode’ patiënt Terri Schiavo, de moord op de peuter Savanna en de uitbesteding van onze moraal aan kunstmatige intelligenties. Daarbij knoopt hij aan bij vijfentwintig eeuwen tragedie-interpretatie van Aristoteles via Hegel, Nietzsche, Freud en Heidegger tot aan Steiner en Eagleton, en bij recent menswetenschappelijk onderzoek van Dawkins tot Dalrymple. Een lucide kijk op ‘de wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie’.
Een lucide kijk op de terugkeer van het tragische in onze vertechnologiseerde en geglobaliseerde wereld.
Klik op de 'Lees meer' link voor recensies, interviews, en sociale media.
2015-07-04 (Trouw) Hoe de overheid vertrouwen verspeelt - en kan heroveren
Jos de Mul. Hoe de overheid vertrouwen verspeelt - en kan heroveren. Trouw, Letter & Geest, 4 juli 2015, 4-7.
Online winkelen, vakantie boeken: we gebruiken massaal internet. Maar de helft van de Nederlanders vertrouwt de ICT-systemen van de overheid niet erg, stelde de Nationale ombudsman in 2013 vast. Toch wil het kabinet dat we over twee jaar allemaal onze zaken met die overheid via internet regelen.
Waar komt het wantrouwen tegen de overheid vandaan? En wat kan de overheid daartegen doen?
De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie
Jos de Mul. De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Rotterdam: Lemniscaat, herziene 5de druk, inclusief nieuw voorwoord, 2016, 338 p.
1ste druk: 2006; 2de druk: 2007; 3de druk: 2009; 4de druk: 2014
ISBN-10: 90 77070 86 9 (Nederland)
ISBN-13: 987-90 77070-86-4
ISBN-10: 90 77070 86 9 (België)
ISBN-13: 987-90-289-4219-6 (België)
(Nederland)
Het noodlot. Vroeg of laat klopt het bij ieder mens aan de deur: een ongeval, oorlogsgeweld, een ongeneeslijke ziekte en uiteindelijk de dood. Hoewel het noodlot onvermijdelijk is, kunnen we er niet mee leven. In dit boek onderzoekt Jos de Mul drie verschillende manieren waarop de mensheid heeft getracht het noodlot te domesticeren: de heroïsche affirmatie van het noodlot in de tragische cultuur van de Grieken, de deemoedige acceptatie van de goddelijke voorzienigheid in het christendom en de ‘afschaffing’ van het noodlot in de moderne, technologische samenleving. Daarbij werpt hij een verrassend nieuw licht op hedendaagse vormen van tragiek, zoals de ramp met de MH17, de strijd tegen het moslimfundamentalisme en de uitbesteding van onze moraal aan technologieën.
‘Seneca heeft opgemerkt dat velen hun noodlot hebben gevonden doordat ze het trachtten te ontlopen. De schrijver van dit boek behoort tot degenen die het noodlot juist opzoeken in de hoop eraan te ontkomen.’ – Jos de Mul
Klik op de 'Lees meer' link voor recensies, interviews, en sociale media.
Homo ludens 2.0: Play, Media and Identity
Valerie Frissen, Jos de Mul, and Joost Raessens. Homo ludens 2.0: Play, Media and Identity, in Judith Thissen, Robert Zwijnenberg and Kitty Zijlmans (eds.), Contemporary Culture. New Directions in Art and Humanities Research. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2013, 75-92.
Foreplay
Immense est le domaine du jeu. (Emile Benveniste)
A spectre is haunting the world - the spectre of playfulness. We are witnessing a global “ludification of culture”. Since the 1960s, in which the word “ludic” became popular in Europe and the United States to designate playful behaviour and artefacts, playfulness has increasingly become a mainstream characteristic of our culture. Perhaps the first thing that comes to mind in this context is the immense popularity of computer games, which, as far as global sales are concerned, have already outstripped Hollywood. According to a recent study in the United States, 8 to 18 year olds play computer games on average for one hour and a half each day on their consoles, computers and handheld gaming devices (including mobile phones).1 This is by no means only a Western phenomenon. In South Korea, for example, about two-thirds of the country’s total population frequently plays online games, turning computer gaming into one of the fastest- growing industries and “a key driver for the Korean economy”.2Although perhaps most visible, computer game culture is only one manifestation of the process of ludification that is penetrating every cultural domain.3 In our present experience economy, for example, playfulness not only characterizes leisure time (fun shopping, game shows on television, amusement parks, playful computer and Internet use), but also domains that used to be serious, such as work (which should chiefly be fun nowadays), education (serious gaming), politics (ludic campaigning) and even warfare (video games like war simulators and interfaces). According to Jeremy Rifkin, “play is becoming as important in the cultural economy as work was in the industrial economy”.4 In ludic culture, sociologist Zygmunt Bauman argues, playfulness is no longer restricted to childhood, but has become a lifelong attitude: “The mark of postmodern adulthood is the willingness to embrace the game whole-heartedly.”5 Bauman’s remark suggests that in postmodern culture identity has become a playful phenomenon too.In this article we want to re-visit Johan Huizinga’s Homo ludens (1938) to reflect on the meaning of ludic technologies in contemporary culture. First we will analyze the concept of “play”. Next, we will discuss some problematic aspects of Huizinga’s theory, which are connected with the fundamental ambiguities that characterize play phenomena, and reformulate some of the basic ideas of Huizinga. On the basis of this reformulation we will analyze the ludic dimension of new media and sketch an outline of our theory of ludic identity construction.
Sociale media, China’s nieuwe front
Jos de Mul, Sociale media, China’s nieuwe front. Trouw, 24 november 2012, Letter en Geest, 16-19.
ESSAY Oppositie was makkelijker te onderdrukken toen er nog geen internet of mobieltjes waren. Maar in China zijn critici van de overheid niet de enigen die de nieuwe media gebruiken. Ook de staat komt op ideeën.
De nachtelijke autorit van Zhengzhou Airport naar Kaifeng voert langs een eindeloze serie bouwprojecten. Zover het oog reikt tekenen de fel verlichte torenflats in aanbouw zich af tegen de donkere hemel. Hier wordt dag en nacht gewerkt. Zhengzhou, de aan de Gele Rivier gelegen hoofdstad van de provincie Henan, is niet alleen de bakermat van de Chinese cultuur, maar tevens één van China's dertien nieuwe megalopoleis. Naar verwachting zal het inwonertal de komende acht jaar van drie naar twaalf miljoen groeien.
Gastheer Li Yong informeert tijdens de rit of ik moe ben. Door een defect aan de pilotenstoel van de aftandse Boeing 767 heeft de reis van New York via Amsterdam naar Zhengzhou 82 uur geduurd en heb ik de eerste dag van de conferentie aan de universiteit van Henan over literatuur en nieuwe media, mijn eigen openingslezing incluis, gemist. Ik heb betere dagen gekend. Maar moe zijn is niet echt een optie in het bedrijvige China.
Sinds Deng 'Shopping' in de jaren tachtig de economische liberalisering inzette, schieten industriële centra, nieuwe stadswijken en luxueuze winkelcentra als paddestoelen uit de grond en shopt een snel groeiende middenklasse een postmoderne lifestyle bij elkaar.
Ook op cultureel gebied lijkt er sprake van wat de Chinese leiders aan de vooravond van het 18de nationale congres van de Communistische Partij trots aanduidden als 'de Grote Chinese Renaissance'. De Chinese kunstwereld getuigt inderdaad van een indrukwekkende vitaliteit. Waar de avantgardes van de jaren tachtig en negentig, zoals Political Pop en Cynisch Realisme, zich vooral richtten op Westerse verzamelaars en musea, is inmiddels een bloeiende, nationale kunstmarkt ontstaan. Toen ik begin september op uitnodiging van schilder Lu Yushung de opening van de overzichtstentoonstelling van zijn werk in het Nationaal Kunstmuseum van China (NAMOC) in Peking bezocht, bleek dat een enorm mediaspektakel te zijn, waar celebrities, nouveaux riches en cameraploegen over elkaar heen buitelden. Na de opening werden de gasten naar het monumentale Beijing Hotel gevoerd, waar een flitsende modeshow aan ons voorbij trok. De extravagante, op de schilderijen van Lu geïnspireerde kleding die op de catwalk aan ons voorbijtrok, was ontworpen door de zuster van de schilder. Welkom in de wereld van 'het communisme met Chinese karaktertrekken'.
De afstandsbediening van de autonomie. Computergemedieerd handelen en morele verantwoordelijkheid
Jos de Mul en Bibi van den Berg. De afstandsbediening van de autonomie. Computergemedieerd handelen en morele verantwoordelijkheid. In Marli Huijer en Martijntje Smits (red.), Moralicide. Nieuwe morele vocabulaires voor technologie, Kampen: Klement, 2010, 36-54.
Je est un autre. Arthur Rimbaud
Mensen hebben van oudsher instrumenten, machines en media gebruikt om hun handelen te versterken en het bereik ervan uit te breiden. Speren en knotsen maakten het de prehistorische mens mogelijk dieren te vangen die anders te snel of te sterk zouden zijn, het schrift stelt ons in staat onze gedachten vast te leggen in een extern opslagmedium en dankzij de telefoon kunnen we spreken met personen die fysiek afwezig zijn. Alle alfa-, betà- en gammatechnologieën zijn in zekere zin ‘tele-technologieën’ (Weibel, 1992): ze helpen de mens afstanden in ruimte en tijd te overbruggen en op afstand controle uit te oefenen over de levenloze en levende natuur en de samenleving. De door technische middelen bewerkte actio in distans vergroot de actieradius van het menselijk handelen, en daarmee ook het bereik van de menselijke autonomie en morele verantwoordelijkheid.
Naarmate in de moderne cultuur de menselijke leefwereld definitief transformeerde van biotoop tot technotoop, drong zich echter ook steeds sterker de vraag op of de moderne technologie de menselijke autonomie niet op fundamentele wijze ondermijnt. De moderne mens is steeds afhankelijker en volgens dystopische denkers zelfs slaaf geworden van de technologie (zie bijvoorbeeld: Ellul, 1990). Dit beeld is verontrustend, omdat de morele verantwoordelijkheid voor het ontwerpen, maken en gebruiken van technologieën nog altijd bij de mens ligt.
Met de ontwikkeling van ‘autonome computers’– een verzamelnaam voor elkaar deels overlappende computertoepassingen als ubiquitous computing, ambient intelligence, artificial intelligence, artificial life, en converging technologies – is zelfs onze morele verantwoordelijkheid niet langer vanzelfsprekend. Aan autonome computers kan meer en meer een bepaalde mate van handelingssubjectiviteit (agency) worden toegeschreven. Daarmee dichten we computers ook een morele verantwoordelijkheid toe. Als gevolg daarvan leveren autonome computers een belangrijke (en misschien wel cruciale) bijdrage aan de door velen gevreesde moralicide van de mens.
In dit hoofdstuk zullen we betogen dat dit schrikbeeld ongegrond is, aangezien het uitgaat van een misleidende tegenstelling van menselijke subjectiviteit en technische objectiviteit. We zullen argumenteren dat ‘autonome computers’ de menselijke handelingssubjectiviteit niet noodzakelijk aantasten, maar onder bepaalde omstandigheden zelfs versterken, zoals technische artefacten dat altijd al hebben gedaan. De vraag die we ons moeten stellen is dus niet of autonome computers de menselijke handelingsubjectiviteit bedreigen, maar onder welke condities zij onze subjectiviteit en autonomie ondergraven dan wel ondersteunen. Daartoe dienen we een moreel vocabulaire te ontwikkelen dat recht doet aan de intieme relatie die er bestaat tussen menselijke handelingssubjectiviteit en technische artefacten. Laat ons bij wijze van oefening de afstandbediening van onze politieke autonomie eens uit elkaar schroeven.
Remote control. Human autonomy in the age of computer-mediated agency
Bibi van den Berg and Jos de Mul. Remote control. Human autonomy in the age of computer-mediated agency. In: Mireille Hildebrandt and Antoinette Rouvroy (eds.) Autonomic Computing and Transformations of Human Agency. Philosophers of Law meeting Philosophers of Technology. London: Routledge, 2011, 46-63.
Jos de Mul and Bibi van den Berg contend that to a considerable extent, human action has always been ‘remote controlled’ by internal and external factors which are beyond individuals’ control. They argue that it is the reflection on such remote control a posteriori that allows for a ‘reflexive appropriation’ of these factors as our own motivators. The question they thus raise is what difference autonomic computing makes at this point and under what circumstances it will either strengthen or hinder human agency, defined in terms of ‘reflexive appropriation’.
The technological sublime
Jos de Mul. The technological sublime. In: Koert van Mensvoort and Hendrik-Jan Grievink (eds.), Next Nature. Nature Changes Along With Us. Barcelona/New York: Actar, 144-148.
The sublime is an aesthetic concept of ‘the exalted,’ of beauty that is grand and dangerous. Through 17th and 18th century European intellectual tradition, the sublime became intimately associated with nature. Only in the 20th century, did the technological sublime replace the natural sublime. Have our sense of awe and terror been transferred to factories, war machines, and the unknowable, infinite possibilities suggested by computers and genetic engineering?