Maar terug naar 'de werkelijkheid is een database'. Welke consequenties heeft deze visie nu concreet voor de samenleving? De Mul: 'Neem het geheugen. Vroeger gebruikten we daarvoor de metafoor van de ladekast. Herinneren was een kwestie van het juiste laadje openen. Tegenwoordig beschouwen psychologen het geheugen als een database, die bij elke vraag actief wordt doorzocht. Een herinnering is geen vast gegeven, het is een actieve recombinatie van ‘memobricks’. Dat betekent ook dat het geheugen gemakkelijk te manipuleren is, waardoor false memories worden geproduceerd. Dat is op een aardige manier aangetoond in een onderzoek waarbij proefpersonen gevraagd werd of ze ooit in een Disney pretpark waren geweest, en wat ze toen hadden gevonden van Bugs Bunny. Veel proefpersonen konden zich het Bugs Bunny bij Disney levendig herinneren! Maar die loopt daar helemaal niet rond – Bugs Bunny is van Warner Brothers. Al recombinerend schept het geheugen een nieuwe memory, dat vanaf dat moment aanwezig blijft als bouwsteen voor nieuwe herinneringen. In de reclamewereld wordt daar al gebruik van gemaakt: mensen het idee geven dat ze bij het bepaald nieuw product al hele goede herinneringen hebben. Memory morphing wordt dat genoemd'
'Deze nieuwe kijk op het geheugen geeft een andere kijk op getuigenverklaringen voor de rechtbank. Vroeger gingen we uit van dat ladenkastje: als getuigen elkaar tegenspraken, dan kwam dat doordat een aantal blijkbaar het verkeerde laadje hadden opengetrokken. Het punt was alleen te bepalen wie de juiste herinnering had. Het databasemodel zegt: er bestaat geen volstrekt authentieke herinnering. Alle getuigenverklaringen zijn tot actieve reconstructies.'
Actief construeren, dat is ook het adagium van het moderne bedrijfsleven: 'Vroeger beschouwde men een bedrijf als een organisch geheel, iets dat groeit, en ook weer zal sterven. Die biologische visie lijkt te hebben afgedaan. Tegenwoordig worden bedrijven gezien als recombinaties van elementen, het product van een niet aflatend proces van strategische overnames en afstotingen in de jacht op optimale bedrijfsresultaten. Topmanagers scheppen met andere woorden bedrijven biotechnologen uit biobricks nieuwe levensvormen scheppen.'
Niet alleen een bacterie en een bedrijf, ook de menselijke identiteit wordt steeds meer als een pad door een database opgevat: 'Je ziet, vooral in de jeugdcultuur, dat mensen hun identiteit bij elkaar samplen. Hun identiteit is opgebouwd uit een voortdurende wisselende recombinatie van elementen: dingen die ze leuk vinden, vrienden, kleding, muziek (die vaak zelf ook weer gesampled is!) Al die keuzes vormen tezamen hun identiteit. Een eeuw geleden was het zo: als je de zoon was van een bakker op de Veluwe, dan werd je hoogstwaarschijnlijk ook een Veluwse bakker en trouwde je met de dochter van de groenteboer. Je ouders, je geboorteplaats, je geloof, je levensgezel gaven je een relatief stabiele identiteit. De afgelopen eeuw werd onze geografische en sociale mobiliteit steeds groter waardoor we veel meer vrijheid kregen, en zo ontstond wat ik noem de moderne identiteit. Onze afkomst legt onze identiteit minder dwingend vast: we kunnen onze identiteit steeds meer zelf kiezen, maar die keuzes blijven fundamenteel. Voorbeelden daarvan zie je in de literatuur, wanneer auteurs zich afzetten tegen hun afkomst. Jan Wolkers groeide op in een streng gereformeerd milieu, maar kiest voor een fundamenteel andere identiteit. Of neem Hirsi Ali: ze zweert de islam af, en wordt fundamenteel anti-islamitisch. Die moderne visie op identiteit is gebaseerd op vrije keuze – maar de identiteit die je uiteindelijk kiest is een blijvertje; die verandert niet. Nu, in de postmoderne samenleving, met nóg meer keuzemogelijkheden, krijgt de identiteit een steeds vrijblijvender karakter. Ze bestaat uit de keuzes die je maakt uit een oneindige database van mogelijkheden. In mijn boek 'Paniek in de polder' gebruik ik dat model om het gedrag van de Nederlandse kiezer, en van de Nederlandse politiek karakteriseren. Pim Fortuyn is een typisch voorbeeld van een postmodern politicus. Die heeft tijdens zijn leven aansluiting gezocht bij zo'n beetje alle politieke stromingen die er maar te bedenken zijn. Zo samplede hij zijn ‘gedachtegoed’ bij elkaar. Dat kun je verwerpelijk vinden, maar het is typisch postmodern.'
'De maatschappelijke discussie werd de laatste jaren gedomineerd door de strijd tussen multiculturalisten en monoculturalisten. De eersten zeggen: er is in dit land plaats voor meerdere culturen, die naast elkaar kunnen bestaan. De anderen zeggen: nee, er is een dominante Leitkultur, en wie hier naartoe komt, moet zich aanpassen. Beide standpunten gaan uit van de achterhaalde vooronderstelling dat cultuur een homogeen, onveranderlijks is. Culturen zijn echter altijd recombinaties geweest van eerdere en omringende culturen. Wat onze postmoderne cultuur onderscheidt, is dat de database een beetje op hol is geslagen '
Jos de Mul. 'Database delirium', verschijnt deze herfst bij Bert Bakker.